3 havo spelling ww. telwoorden H2H3

3 havo - 5 april
Stand van zaken werkstuk Nederlandstalige artiest

instructie werkbladen 3
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3 havo - 5 april
Stand van zaken werkstuk Nederlandstalige artiest

instructie werkbladen 3

Slide 1 - Diapositive

werkstuk: vragen?
eerste inleverdatum: dinsdag 12 april               feedback
tweede (en definitieve) inleverdatum: dinsdag 19 april

Slide 2 - Diapositive

even herhalen

met of zonder -n?
telwoorden
werkwoordspelling

Slide 3 - Diapositive

Telwoorden als enkele(n), vele(n), weinige(n), sommige(n) schrijf je met -n als ze personen aanduiden en zelfstandig gebruikt worden, d.w.z.:
Als je achter het woord geen zelfstandig naamwoord uit de zin kunt zetten.

Slide 4 - Diapositive

  • Allen hadden een zwemdiploma, slechts weinigen konden echt goed zwemmen.
  • Enkelen van de studenten hadden de trein gemist.

Slide 5 - Diapositive

Als telwoorden geen personen aanduiden of niet zelfstandig gebruikt worden, schrijf je ze zonder -n.

  • Enkele van deze paarden zijn miljoenen waard.(geen personen)
  • Volgens de krant worden alle werknemers ontslagen.(niet zelfstandig)

Slide 6 - Diapositive

werkwoorden
stap 1: bepaal met welke werkwoordsvorm je te maken hebt
(stel de  vraag: Is het een persoonsvorm?)

stap 2: pas de spellingregel toe die bij de werkwoordsvorm hoort

Slide 7 - Diapositive

Welke werkwoordsvormen bestaan er?

Slide 8 - Diapositive

  1. infinitief (hele werkwoord)
  2. persoonsvorm tt
  3. persoonsvorm vt
  4. gebiedende wijs
  5. voltooid deelwoord
  6. onvoltooid deelwoord
  7. bijvoeglijk naamwoord, gemaakt van het vd of het od

Slide 9 - Diapositive

infinitief
Kan niet veranderen, komt vaak voor in zinnen met veel hulpwerkwoorden als  kunnen, moeten, willen, zullen.
Een werkwoord achter het voorzetsel 'te' is altijd een infinitief.

  • In de voortuin staat mijn buurvrouw haar auto te poetsen.
  • Zijn huisarts wilde hem pijnstillers voorschrijven.

Slide 10 - Diapositive

persoonsvorm
Verander de zin van tijd, de persoonsvorm verandert:

Ik kan niet begrijpen dat je hem zomaar hulp hebt toegezegd.

Slide 11 - Diapositive

Ik kon niet begrijpen dat je hem zomaar hulp had toegezegd.

Slide 12 - Diapositive

gebiedende wijs
Er ontbreekt een onderwerp:
Ruim je kamer op en maak je huiswerk!

(gebiedende wijs is altijd de ik-vorm)

Slide 13 - Diapositive

voltooid deelwoord
Komt voor in combinatie met een vorm van hebben, zijn of worden.
De autoriteiten hebben berekend door hoeveel mensen het winkelcentrum is bezocht.

Slide 14 - Diapositive

onvoltooid deelwoord
infinitief + d
Lachend keek zij hem aan.
De leerlingen liepen juichend de school uit.

Slide 15 - Diapositive

bijvoeglijk naamwoord
Gemaakt van een voltooid deelwoord of een onvoltooid deelwoord. Het hoort bij een zelfstandig naamwoord.

Vindt de vorige week vertrokken directeur dat zij een bloeiend bedrijf heeft achtergelaten met gemotiveerde werknemers?

Slide 16 - Diapositive

instructie werkblad 3
schrijfwijze van getallen

Slide 17 - Diapositive

Getallen schrijf je soms in letters, soms in cijfers.

Wanneer gebruik je cijfers en wanneer gebruik je letters?

Slide 18 - Diapositive

letters
  • voor hele getallen één tot en met twintig
  • tientallen tot honderd
  • honderdtallen tot duizend
  • duizendtallen tot tienduizend
  • getallen honderdduizend, miljoen, miljard, biljoen
  • rangtelwoorden van hierboven genoemde getallen (elfde, vijftigste, honderdste etc.)

Slide 19 - Diapositive

cijfers
  • getallen boven de twintig (uitgezonderd de tientallen en honderdtallen)
  • voor maten, gewichten, bedragen, telefoonnummers, data, adressen, percentages, rekeningnummers, exacte tijdstippen 

Slide 20 - Diapositive

let op:
  • schrijf breuken los :   vier twee derde : 4

zeven achtste:

Behalve in een samenstelling: driekwartsmaat, tweederdemeerderheid
32
87

Slide 21 - Diapositive

let op:
  • Als in een zin door toepassing van de regels cijfers en letters voorkomen, gebruik je in beide gevallen cijfers : 
 Van de 32 apen van de kolonie waren er 7 besmet met het virus.
  • Voor grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 34 duizend bezoekers, 21 miljard euro, 2 miljoen likes.
  • Gebruik een trema bij klinkerbotsing: tweeënhalf

Slide 22 - Diapositive