Werkwoordspelling K3D

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

 

Oefening werkwoordspelling

Vooraf: vind je werkwoordspelling:

1. heel gemakkelijk
2. gemakkelijk
3. moeilijk
4. heel moeilijk

Wat is je inschatting, van de 25 werkwoorden heb ik er

1. geen fout
2. drie, vier, vijf of zes fout
3. een of twee fout
4. meer dan zes fout

bit.ly

Toelichting

• Denk aan de eerste stap: is het de PV JA of NEE
  
• Kies uit: dd-d-dt-t-tt (alle tijden dus, ook het voltooid deelwoord)
• Kies voor tegenwoordige tijd als je niet uit de rest van de zin kunt afleiden of het tegenwoordige tijd of verleden tijd moet zijn
  
• Aan het eind van elke zin vind je tussen haakjes de infinitief van het werkwoord waarom het gaat.

Het is leuk dat het hondje nu na die puppycursus... (gehoorzamen)

1. gehoorzaamd
2. gehoorzaamt
3. gehoorzaamdt
4. gehoorzaamdd

Mijn broer is gevraagd als voorzitter, maar hij ... deze functie niet. (aanvaarden)

1. aanvaard
2. aanvaart
3. aanvaardt
4. vaart aan

Laat hem maar; over een half uurtje zal hij wel ... zijn. (bedaren)

1. bedaard
2. bedaart
3. bedaardt
4. bedraad

De dief werd door een agent ... (achterhalen)

1. achterhaald
2. achterhaalt
3. achterhaaldt
4. achtergehaald

Het ... me zeer dat jij mijn nieuwe iPhone kapot hebt gemaakt. (bedroeven)

1. bedroefd
2. bedroeft
3. bedroefdt
4. bedroevend

De politie ... de betogers uiteen te gaan. (gelasten)

1. gelastde
2. gelaste
3. gelastte
4. gelasde

Hij heeft zijn studie volledig ... (verwaarlozen)

1. verwaarloosd
2. verwaarloost
3. verwaarloosdt
4. verwaarloosde

Aan de horizon ... de stuurman duidelijk twee boortorens. (onderscheiden)

1. onderscheid
2. onderscheit
3. onderscheidt

Op de zomerbarbecue vorig jaar ... de kinderen een heerlijke maaltijd. (bereiden)

1. bereiden
2. berijden
3. bereden
4. bereidden

Ik geloof niets van wat je me daar ... (vertellen)

1. verteld
2. vertelt
3. verteldt

Het is veiliger als je die contactdoos in de badkamer ... (aarden).

1. aard
2. aart
3. aardt
4. aarde

Deze computer doet in een uur meer werk, dan vijf mensen vroeger in een week ... (verrichten)

1. verrichden
2. verrichten
3. verrichtten
4. verrichdden

De glassplinter moet zo snel mogelijk uit het oog van het slachtoffer ... worden. (verwijderen)

1. verwijderd
2. verwijdert
3. verwijderdt
4. verwijd

Voor de feestdagen ... mijn moeder een kalkoen. (braden)

1. braad
2. braat
3. braadt
4. bradt

Ik hoop dat je je niet hebt ... (vervelen)

1. verveeld
2. verveelt
3. verveeldt
4. vervelde

Vorig jaar ... de kinderen elkaar vaak. (pesten)

1. pesden
2. pesten
3. pestten
4. persten

Het is niet verstandig dat hij zijn dochter zo ... (verwennen)

1. verwend
2. verwent
3. verwendt
4. verwond

Helaas ... het huis en de schuur gisteren tot de grond toe af. (afbranden)

1. branden
2. brande
3. brandde
4. brandden

Ik ben er zeker van dat het personeel je in dit ziekenhuis uitstekend ... (verplegen)

1. verpleegd
2. verpleegt
3. verpleegdt
4. verplegend

Na het zonnen is mijn gezicht helemaal ... (vervellen)

1. verveld
2. vervelt
3. verveldt
4. verveeld

Doordat het ..., heeft ze waarschijnlijk kougevat. (tochten)

1. tochde
2. tochte
3. tochtte
4. tochdde

Zijn ouders ... hun kinderen vroeger streng op. (opvoeden)

1. voeden
2. voerden
3. voetten
4. voedden

De man werd overvallen en .... (beroven)

1. beroofd
2. berooft
3. beroofdt
4. berovend

Maken

Kijk in Magister naar de bijlagen. 
Kijk eventjes met welke spelling jij nog wilt oefenen. 
Deze oefeningen maak je. Alle oefeningen voor de toets staan er bij.