verkeer les 5 stopafstand

hfd 8/7 Veilig Verkeer klas 3
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

hfd 8/7 Veilig Verkeer klas 3

Slide 1 - Diapositive

leerdoel
Weten wat de stop afstand is

Slide 2 - Diapositive

huiswerk nakijken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Reactietijd en reactieafstand

Slide 5 - Diapositive

Reactietijd
Wanneer iemand plotseling de weg oversteekt dan ga je remmen. Maar je kan onmogelijk meteen afremmen. Dit duurt even vanwege de reactietijd:
De tijd tussen het zien van het gevaar en het indrukken van de remmen.
De reactietijd ligt normaal  gesproken tussen 0,7 en 1,0 seconden.

Dingen die van invloed zijn op de reactietijd:
  • Niet opletten, of moe zijn;
  • Drugs, alcohol en sommige medicijnen.

Slide 6 - Diapositive

De reactieafstand
De reactieafstand is de afstand die je aflegt gedurende de reactietijd.
De reactieafstand kun je uitrekenen door:
                       reactieafstand = reactietijd x snelheid

Slide 7 - Diapositive

Van welke factoren hebben invloed op de reactietijd?
  • Hoe vermoeid je bent
  • Of je alcohol hebt gedronken
  • Of je van nature een snelle of langzame reactie hebt
  • Of je geconcentreerd bent in het verkeer.
  • of je op je telefoon zit 

Slide 8 - Diapositive

Remweg
De afstand die wordt afgelegd tussen het beginnen met remmen en stilstand.
De remweg hangt af van de:
- snelheid
- massa
- remkracht
- banden, wegdek
- temperatuur   (voorbeeld plaatje winterbanden en zomerbanden)

Slide 9 - Diapositive

Stopafstand
De stopafstand is de totale afstand die je nodig hebt om tot stilstand te komen
stopafstand = remweg + reactieafstand
de reactieafstand bereken je zo:
reactieafstand = beginsnelheid x reactietijd

Slide 10 - Diapositive

Stopafstand

Slide 11 - Diapositive

Wat is de formule om de stopafstand te bereken?

A
Stopafstand = reactieafstand x remafstand
B
Stopafstand = reactieafstand : remafstand
C
Stopafstand = totale remafstand
D
Stopafstand = reactieafstand + remafstand

Slide 12 - Quiz

Gegeven: stopafstand = reactieafstand + remweg
Welke van deze drie afstanden verandert als de bestuurder flink gedronken heeft?
A
remweg + stopafstand
B
reactieafstand + stopafstand
C
alle afstanden
D
reactieafstand + remweg

Slide 13 - Quiz

Is de stopafstand hetzelfde als de remweg ?
A
Nee
B
Ja

Slide 14 - Quiz

Jaro rijdt op zijn scooter. Hij is moe, waardoor zijn reactietijd langer is dan normaal.
Wat gebeurt er dan met de reactieafstand, de remweg en de stopafstand?

A
De reactieafstand en de remweg worden langer; de stopafstand blijft gelijk.
B
De reactieafstand en de stopafstand worden langer; de remweg blijft gelijk.
C
De reactieafstand wordt langer; de remweg en de stopafstand blijven gelijk.
D
De remweg en de stopafstand worden langer; de reactieafstand blijft gelijk.

Slide 15 - Quiz

Als de reactietijd groter is, wordt de stopafstand kleiner
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Sleep de  begrippen naar de juiste plek.
Stopafstand
Remweg
Reactieafstand

Slide 17 - Question de remorquage

Bepaal uit de grafiek de stopafstand.
A
113 m
B
65 m
C
24 m
D
4,7 m

Slide 18 - Quiz

stopafstand is :
A
Reactieafstand
B
Reactieafstand + Remweg
C
Remweg

Slide 19 - Quiz


a) reactietijd =  ...... s

b) reactieafstand =  ...... m

c) stopafstand = ...... m

1,0
4,7
24
0,7
17
65
83

Slide 20 - Question de remorquage

De reactieafstand is 25,8 m en de remweg is 36,8 m.
Hoe groot is de stopafstand?
A
11 meter
B
25,8 meter
C
36,8 meter
D
62,6 meter

Slide 21 - Quiz

Hoe krijg je de kortst mogelijke Reactieafstand?
A
Snel rijden en snel reageren
B
Snel rijden en langzaam reageren
C
Langzaam rijden en snel reageren
D
Langzaam rijden en langzaam reageren

Slide 22 - Quiz

Bereken de reactieafstand.
klik op het plaatje om
te vergroten
A
20 * 1,3 = 26 m
B
20 * 3,6 * 1,3 = 93,6 m
C
0,5 * 20 * 1,3 = 13 m
D
20 * 9 = 180 m

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Kader: theorieboek: Lezen paragraaf 8.6 maken de vragen 31 t/m 37 (blz 175)
Werkboek: Maken de vragen 34 t/m 42 (blz180 t/m 183)
Basis: maken de opdrachten van 7.3

Slide 24 - Diapositive