Redactiesommen 4/5

Rekenen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 4,5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rekenen

Slide 1 - Diapositive

Lukas, Keano en Daan krijgen samen 30 euro van hun buurvrouw. Ze moeten het eerlijk verdelen. Hoeveel euro krijgt ieder?

Slide 2 - Question ouverte

Lukas, Keano en Daan krijgen samen 30 euro van hun buurvrouw. Ze moeten het eerlijk verdelen. Hoeveel euro krijgt ieder?

30 euro verdelen over 3 

allemaal 10 euro

Slide 3 - Diapositive

Een kaartje voor het circus kost 9 euro. De vader van Kay bestelt op internet 4 kaartjes voor de hele familie. Hoeveel euro moet hij dan betalen?
A
18 euro
B
36 euro
C
42 euro
D
30 euro

Slide 4 - Quiz

Een kaartje voor het circus kost 9 euro. De vader van Kay bestelt op internet 4 kaartjes voor de hele familie. Hoeveel euro moet hij dan betalen?

9 euro x 4 = ...

Eerst 9 x 2 = 18
18 x 2 = 36 euro

Slide 5 - Diapositive

Levy heeft 35 oude munten. Nadat hij er wat heeft weggegeven heeft hij er nog maar 24. Hoeveel heeft hij er weggegeven?

Slide 6 - Question ouverte

Levy heeft 35 oude munten. Nadat hij er wat heeft weggegeven heeft hij er nog maar 24. Hoeveel heeft hij er weggegeven?

35 - 24 = ...
30 - 20 = 10
5 - 4 = 1

10 + 1 = 11

Slide 7 - Diapositive

Charlie gaat darten. Ze gooit een pijltje in de roos! Dat is 50 punten waard. Verder gooit ze nog 4 pijltjes in de 10. Hoeveel punten heeft ze bij elkaar?
A
90
B
50
C
70
D
100

Slide 8 - Quiz

Charlie gaat darten. Ze gooit een pijltje in de roos! Dat is 50 punten waard. Verder gooit ze nog 4 pijltjes in de 10. Hoeveel punten heeft ze bij elkaar?

50 punten + 4x in de 10

4 x 10 = 40
50 + 40 = 90

Slide 9 - Diapositive

Marit heeft 73 dropjes. Ze wil aan haar vriendinnen ieder 10 dropjes geven. Hoeveel vriendinnen kan ze 10 dropjes geven?

Slide 10 - Question ouverte

Marit heeft 73 dropjes. Ze wil aan haar vriendinnen ieder 10 dropjes geven. Hoeveel vriendinnen kan ze 10 dropjes geven?

10 dropjes = 1 vriendin
20 dropjes = 2 vriendinnen
30 dropjes = 3 vriendinnen
40 dropjes = 4 vriendinnen
50 dropjes = 5 vriendinnen
60 dropjes = 6 vriendinnen
70 dropjes = 7 vriendinnen
en 3 over!

Slide 11 - Diapositive

Levi geeft alle kinderen uit zijn klas een pakje viltstiften. Er zitten 29 kinderen in zijn klas. De pakjes viltstiften zitten in doosjes van 5. Hoeveel doosjes moet hij kopen?
A
8
B
5
C
7
D
6

Slide 12 - Quiz

Levi geeft alle kinderen uit zijn klas een pakje viltstiften. Er zitten 29 kinderen in zijn klas. De pakjes viltstiften zitten in doosjes van 5. Hoeveel doosjes moet hij kopen?

1 pak = 5 doosjes
2 pakken = 10 doosjes
3 pakken = 15 doosjes
4 pakken = 20 doosjes
5 pakken = 25 doosjes
6 pakken = 30 doosjes
Bij 6 pakken heeft hij dus genoeg!

Slide 13 - Diapositive

Druk en Florian gaan met hun moeder een dagje naar de dierentuin. Ze moeten 95 km rijden. Ze hebben 74 km gereden als ze pauze gaan houden. Hoe ver moeten ze dan nog? ... km

Slide 14 - Question ouverte

Druk en Florian gaan met hun moeder een dagje naar de dierentuin. Ze moeten 95 km rijden. Ze hebben 74 km gereden als ze pauze gaan houden. Hoe ver moeten ze dan nog? ... km


95 km - 74 km = ...
90 km - 70 km = 20 km
5 km - 4 km = 1 km

20 km + 1 km = 21 km

Slide 15 - Diapositive

Ivy, Jort en Tess verdelen samen 45 euro. Hoeveel euro krijgt ieder?
A
20
B
18
C
15
D
23

Slide 16 - Quiz

Ivy, Jort en Tess verdelen samen 45 euro. Hoeveel euro krijgt ieder?
45 : 3 = 15

of ...

15 + 15 + 15 = 45

Slide 17 - Diapositive

De moeder van Naomi is 44 jaar oud. Naomi is zelf 6 jaar. Hoeveel jaar is Naomi's moeder ouder dan Naomi? ... jaar

Slide 18 - Question ouverte

De moeder van Naomi is 44 jaar oud. Naomi is zelf 6 jaar. Hoeveel jaar is Naomi's moeder ouder dan Naomi? ... jaar

44 - 6 = 38 jaar

Slide 19 - Diapositive

Als je chocomel maakt voor 4 personen dan heb je 12 schepjes cacao nodig. Hoeveel schepjes heb je dan nodig voor 6 personen?
A
12
B
13
C
18
D
19

Slide 20 - Quiz

Als je chocomel maakt voor 4 personen dan heb je 12 schepjes cacao nodig. Hoeveel schepjes heb je dan nodig voor 6 personen?

4 personen = 12 schepjes
uitrekenen voor 1 persoon... is dus delen door 4.
12 schepjes : 4 = 3 schepjes per persoon.

3 schepjes per persoon x 6 personen = 18 schepjes.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive