Over taal synoniemen en antoniemen

Over taal blok 1 en 2
- Je weet wat synoniemen en antoniemen zijn en je kunt ze herkennen. 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 35 min

Éléments de cette leçon

Over taal blok 1 en 2
- Je weet wat synoniemen en antoniemen zijn en je kunt ze herkennen. 

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn synoniemen?
A
Woorden met meerdere betekenissen.
B
Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
C
Woorden met maar één betekenis.
D
Tegengestelde woorden.

Slide 2 - Quiz

Wat is een voorbeeld van synoniemen?
A
groot en groter
B
viool en trompet
C
stuk en kapot
D
dag en nacht

Slide 3 - Quiz

Je ziet zo een fragment uit een tv-programma. Wat zie je dus?
A
een stukje van het tv-programma
B
het begin van het tv-programma
C
het einde van het tv-programma
D
het hele tv-programma

Slide 4 - Quiz

0

Slide 5 - Vidéo

Wat was nou de boodschap of grap van dit tv-fragment?

Slide 6 - Question ouverte

Bedenk voorbeelden van synoniemen. Maar eerst een luisterfragment.

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

Bedenk nu zelf een voorbeeld van synoniemen. (b.v. paard en knol)

Slide 9 - Question ouverte

Synoniem voor crimineel is
A
onaardig
B
misdadig
C
agressief
D
enthousiast

Slide 10 - Quiz

Synoniem voor mengen is
A
weggooien
B
knoeien
C
mixen
D
regelen

Slide 11 - Quiz

Synoniem voor opmerkelijk is
A
normaal
B
gezien
C
bijzonder
D
merkloos

Slide 12 - Quiz

Wij gaan het hebben over antoniemen. Een voorbeeld van antoniemen zijn: wit, zwart / groot, klein. Wat denk je dat een antoniem is?

Slide 13 - Question ouverte

Voorbeelden van
een antoniem

Slide 14 - Carte mentale

Wat is een antoniem van zon ?
A
Zonnestralen
B
Warmte
C
Regen
D
Strand

Slide 15 - Quiz

Wat is een antoniem van groot?
A
Dun
B
Klein
C
Lang
D
Dik

Slide 16 - Quiz

Wat is het antoniem van luxe?
A
Spartaans
B
Goedkoop
C
Klein
D
Bescheiden

Slide 17 - Quiz

Het achtervoegsel -loos betekent....
A
Min
B
Groot
C
Negatief
D
Zonder

Slide 18 - Quiz

Wat is het antoniem van bescheiden?
A
Verlegen
B
Assertief
C
Agressief
D
Boos

Slide 19 - Quiz

Wat is het antoniem van een niet-roker?
A
Een roker die gestopt is
B
Een roker
C
Iemand die begint met roken

Slide 20 - Quiz

Kunnen voorvoegsels en achtervoegsels als een los woord voorkomen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Wat is een antoniem van interesse?
A
Geïnteresseerd
B
Boeiend
C
Desinteresse
D
Oplettendheid

Slide 22 - Quiz

Woorden met een tegengestelde betekenis noem je synoniemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Woorden met een tegengestelde betekenis noem je antoniemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Hoe vond ik de les?

Slide 25 - Carte mentale

Wat is een voorbeeld van synoniemen?
A
groot en groter
B
viool en trompet
C
stuk en kapot
D
dag en nacht

Slide 26 - Quiz