Straattaal

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programma van deze les 1F
  • 11.05: Startopdracht
  • 11.10: Filmpje Nina
  • 11.20: Uitleg theorie
  • 11.25: Opdrachten maken
  • 11.40: Opdrachten bespreken
  • 11.45: Afsluiting van de les
  • 11.50: Einde van de les

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht
Wat valt je op aan deze zinnen:
a) ‘Wow’ die tekening is kapot mooi.
b) Niffo, ik heb er hayek veel zin in.
c) Kowed, jullie kunnen allemaal kapotvallen!
d) Tazz, alsof hij me daarmee nog kan intimideren.
e) Wallah, er zat toen echt veel energie in pizzeria Novarra.
f) Hé, maar luister dan, die torrie van die mannetje daarboven, hebben ze niet ijjen extra mannetje nodig of zo?
g) Wellah ila zou hem rustig chillen daarzo, ijjen jonkootje erbij.
h) Wac denk je ik ga zonder ganoe deze shit fixen wella?


Slide 3 - Diapositive

Wat valt op aan deze zinnen?
Ik ben op zoek naar een omschrijving van één woord!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Welke straattaalwoorden worden er in de clip van Nina genoemd en wat betekenen ze?

Slide 6 - Carte mentale

Woorden filmpje Nina
kil- man
sma- meisje
fittie- ruzie
fawaka- hoe is het?
matties- vrienden
Damsko- Amsterdam
skoro- school
fotto- stad
birri- bier
tori's- verhales


Slide 7 - Diapositive

Wat zegt Nina nog meer over staattaal

Slide 8 - Diapositive

Wat is straattaal volgens jullie eigenlijk?

Slide 9 - Carte mentale

Wat is straattaal?
Straattaal is het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukking vervormen of vervangen door woorden uit andere talen zoals:
  • Srnantongo (Surinaams)
  • Arabisch/ Berbers (Marokkaans)
  • Amerikaans Engels
  • Papiaments (Curaçao)

Slide 10 - Diapositive

Taalvariatie
- Straattaal is een voorbeeld van een taalvariatie.

- In Nederland spreken we officieel ABN, 'de taal van het woordenboek' of: standaardtaal.

- Maar: in de praktijk spreekt bijna niemand honderd procent ABN.

Slide 11 - Diapositive

Leerdoel
Ik weet aan het einde van de les de betekenis van minimaal tien straattaalwoorden.

Slide 12 - Diapositive

Maak de volgende opdrachten
2. Onderstreep de woorden die je niet kent
3. Probeer de betekenis van deze woorden op te zoeken. Je mag hierbij gebruik maken van internet. Kijk dan ook op de website www.straattaalwoordenboek.nl. 
4. Waarom gebruik je zelf deze woorden of waarom zouden anderen ze gebruiken. Overleg met je buur. 

Slide 13 - Diapositive

Antwoorden opdracht
a) Wow’ die tekening is kapot mooi.- Die tekening is heel erg mooi.
b) Niffo, ik heb er hayek veel zin in.- Vriend ik heb er heel veel zin in.
c) Kowed, jullie kunnen allemaal kapotvallen!- Jij bent echt dom, ik hoop dat het slecht met jullie gaat.
d) Tazz, alsof hij me daarmee nog kan intimideren.- Dat bevalt mij niets, alsof hij me daarmee nog kan intimideren.
e) Wallah, er zat toen echt veel energie in pizzeria Novara.- Ik zweer het je, toen zat er echt veel energie in pizerria Novara.
f) Hé, maar luister dan, die torrie (verhaal) van die mannetje daarboven, hebben ze niet ijjen. (een) extra mannetje nodig of zo?
g) Wellah (Of) ila zou hem rustig chillen daarzo, ijjen jonkootje (een jointje) erbij.
j) Wac (Voor een vraagzin) denk je ik ga zonder ganoe (pistool) deze shit fixen wella (of)?









Slide 14 - Diapositive

Afsluiting
Leerdoel: Ik weet aan het einde van de les 10 nieuwe straattaalwoorden en de betekenis ervan.

Slide 15 - Diapositive

Welke straattaal woorden heb je vandaag geleerd?

Slide 16 - Carte mentale

Wat hebben jullie vandaag over straattaal geleerd?

Slide 17 - Carte mentale

Conclusies van deze les
-Jongeren hebben hun eigen woorden voor bepaalde zaken.
-De betekenis van straattaalwoorden.
-We hebben ontdekt dat straattaal een taalvariant is op het ABN of wel Standaardnederlands.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Programma van deze les 1F
14.35: De vorige les bespreken
14.40: Filmpje van de borrelnootjes laten zien
14.50: Filmpje bespreken
15.00: Uitleg theorie
15.05: Zelf een dialoog in straattaal schrijven
15.20. Einde van de les

Slide 20 - Diapositive

Vorige les
  • Waar hebben we het de vorige les over gehad?
  • Welke straattaal woorden weet je nog?

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Welke straattaalwoorden hoorde je net in het filmpje

Slide 23 - Carte mentale

Wat valt je op aan de straattaalwoorden die worden gebruikt?

Slide 24 - Carte mentale

Gebruik je zelf straattaal en waarom?

Slide 25 - Carte mentale

Zou je met iedereen en overal straattaal spreken?

Slide 26 - Carte mentale

Leerdoel
Ik weet aan het einde van de les waarom jongeren straattaal spreken.

Slide 27 - Diapositive

Waarom spreken jongeren straattaal?
  • Het is een codetaal
  • Het zorgt voor verbondenheid, maar het kan ook mensen uitsluiten.
  • Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort (welke regio bijvoorbeeld Rotterdam of Amsterdam)
  • Leuke manier om met taal te spelen. Straattaal kent geen regels. Je mag zelf veel bedenken.

Slide 28 - Diapositive

Schrijf een dialoog
- Minimaal acht zinnen
- Maximaal twintig zinnen
- Schrijf de zinnen op
- Niet te grof ;)
- Twijfel je? Laat het even controleren
- Als je geen woorden weet gebruik het straatwoordenboek.nl

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Programma van deze les
11.05: Wat hebben we de vorige les besproken
11.10: Filmpje Douwe Egberts laten zien
11.15: Filmpje bespreken
11.20: Krantenartikel lezen
11.30: Krantenartikel bespreken
11.35: Dialoog voor de klas spelen
11.50: Einde van de les

Slide 31 - Diapositive

Wat is straattaal?

Slide 32 - Diapositive

Waarom spreken jongeren straattaal?

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Filmpje Douwe Egberts
Wat valt op aan het filmpje?

Slide 35 - Diapositive

Krantenartikel
- Wat is een reden waarom Marokkaanse jongeren in Gouda hun eigen taal spreken?
- Marokkaanse jongeren in Gouda spreken anders straattaal dan jongeren in grote steden. Kan je hier een voorbeeld van noemen?
- Waarom gebruiken volgens Khalid Mourigh jongens vaker straattaal dan meisjes?
- Waarom is het volgens Khalid Mourigh belangrijk dat jongeren ook weten hoe ze formeel Nederlands kunnen spreken?

Slide 36 - Diapositive

Voor- en nadelen straattaal
Wat zijn de voor- en nadelen van straattaal

Slide 37 - Diapositive

Toneelstukjes

Slide 38 - Diapositive

Terugblik
Les 1: Wat is straattaal en welke woorden heb je geleerd?
Les 2: Waarom spreken jongeren straattaal?
Les 3: Toneelstukjes en krantenartikel over jongeren die straattaal spreken.

Slide 39 - Diapositive

Wat vond je van deze lessen?
Vul het evaluatieformulier in

Slide 40 - Diapositive