Kijk/Luistertoets 16 GT

Oefening Kijk/Luister
2016GT
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Oefening Kijk/Luister
2016GT

Slide 1 - Diapositive

1 Wat voor werk doet Matt bij het bedrijf First Great Western?
A
Hij controleert kaartjes van treinreizigers.
B
Hij houdt toezicht op kaartverkooppunten.
C
Hij geeft trainingen aan kaartverkopers.

Slide 2 - Quiz

2 Hoe probeert First Great Western op dit moment kosten te besparen?
A
Door treinen minder vaak te laten rijden.
B
Door minder personeel in dienst te hebben
C
C Door goedkopere producten in te kopen.

Slide 3 - Quiz

3 Wat doet Matts spoorwegbedrijf om de omzet te vergro ten
A
A Ze adverteren op stations waar dagelijks veel reizigers kom en.
B
B Ze spreken nieuwe doelgroepen aan met gerichte aanbiedingen.
C
C Ze verkopen diverse aanvullende diensten samen met treinkaartjes

Slide 4 - Quiz

4 Wat zegt Matt over fraude binnen het bedrijf First Great Western?
A
Ervaren controleurs herkennen de trucs van fraudeurs.
B
Fraudeurs worden vaak overmoedig waardoor ze ontdekt worden.
C
Het wordt steeds lastiger om slimme fraudeurs op te sporen.

Slide 5 - Quiz

5 Wat was volgens Matt vroeger anders op zijn werk?
A
A Toen waardeerden managers nog de mening van hun personeel.
B
B Toen was de sfeer onder collega's vaak een stuk gezelliger.
C
Toen spraken medewerkers elkaar meer aan op hun gedrag.

Slide 6 - Quiz


6 Wat is er in een cursus uitgelegd aan een groep werknemers?

A
A Hoe ze bij agressief gedrag van klanten hulp kunnen krijgen.
B
Hoe ze zo snel en effectief mogelijk kaartjes kunnen verkopen.
C
Hoe ze met hun gedrag dat van klanten kunnen beïnvloeden.

Slide 7 - Quiz

Waarvoor kunnen werknemers van Matts bedrijf hulp krijgen?
A
Als ze geld willen lenen voor een specifi ek doel.
B
B Als ze over persoonlijke kwesties willen praten.
C
Als ze ruzie hebben met één of meer collega's.

Slide 8 - Quiz

8 Hoe is Matt op het idee gekomen om bij het spoor te werken?
A
Hij raakte geïnteresseerd na een v oorlicht ingsdag voor beroepen.
B
Hij mocht een keer mee met familieleden die in het vak zaten.
C
Hij hoorde op school eens dat je daar goed mee kon verdienen .

Slide 9 - Quiz

9 Wat zegt Neil hier over zijn leven in het huis in Wales?
A
Hij hield zich voornamelijk bezig met praktische zaken.
B
Hij miste het vooral om met iemand te kunnen praten.
C
Hij had veel tijd om over zijn leven na te denken.

Slide 10 - Quiz

10 Wat beschrijft Neil in deze passage?
A
Hoe onvoorspelbaar het weer kon zijn.
B
Hoe eenzaam hij zich soms voelde.
C
Hoe mooi de natuur om het huis was.

Slide 11 - Quiz

11 Wat beschrijft Sarah hier?
A
Dat de personeelsvertrekken erg verschillen van de rest van het schip
B
Dat de hutten op schepen erg verschillen van hotelkamers op het land.
C
Dat de schepen waarop ze heeft gewerkt zoveel verschillen in kwaliteit.

Slide 12 - Quiz

12 Wat vertelt Sarah over haar leven op het cruiseschip?
A
A Dat ze eigenlijk weinig omging met de andere musici.
B
B Dat ze er leerde te genieten van het gezellige nachtleven.
C
Dat ze het leuk vond met haar collega's samen te spelen.

Slide 13 - Quiz

13 Wat was er aan de hand met een reclame voor tandpasta?
A
Kijkers beoordeelden het spotje als de beste.
B
Kijkers klaagden dat hij te vaak op televisie was.
C
Kijkers dachten dat ze werden bedrogen.

Slide 14 - Quiz

14 Waarom heeft de parkopzichter van Nairn problemen met de gemeente?
A
Hij rekende een toeslag voor auto's voor toegang tot het park.
B
Hij liet in het park een asfaltweg aanleggen voor auto's.
C
Hij sloot een openbare weg naar het park af voor auto's.

Slide 15 - Quiz

15 Waar dringt Gouverneur Susana Martinez op aan bij gemeenten?
A
Om de verkoop van vuurwerk aan particulieren te verbieden.
B
Om vuurwerkshows in bosrijke gebieden af te schaffen.
C
Om vuurwerkverkopers strenger te controleren op vergunningen.

Slide 16 - Quiz


16 Wat wordt er in dit bericht gezegd over studenten in Aberystwyth?

A
Ze hadden geen lessen omdat hun universiteit tijdelijk gesloten was.
B
Ze konden niet meer terug naar hun huis omdat het verkeer plat lag.
C
Ze kregen onderdak op hun universiteit wegens overstromingsgevaar.

Slide 17 - Quiz