Thema 11 zintuigen basisstof 3, 4 en 5

Thema 11 zintuigen basisstof 3, 4 en 5
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 11 zintuigen basisstof 3, 4 en 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Random facts
  • Je knippert elke dag ongeveer 10.000x
  • Mensen met lichte ogen knipperen vaker dan mensen met bruine ogen
  • Wimpers houden stof en vuil tegen
  • Niezen met ogen open is onmogelijk (reflex!)
  • Met het linkeroog gesloten kan je niet over je linkerschouder kijken
  • Tranen bezitten bacteriedodende enzymen





Slide 2 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Doel van de les: 
  • Je kunt de inwendige en uitwendige delen van een oog noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
  • Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.
  • Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 3: Uitwendige bouw van het oog
Wenkbrauwen voorkomen dat zweet in de ogen loopt.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wimpers houden o.a. zand tegen en beschermen tegen fel licht.
Traanvocht voorkomt uitdroging, spoelt vuil weg en remt de groei van bacteriën.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Traanbuizen voeren traanvocht af naar de neusholte.
Oogspieren: hierdoor kunnen de ogen naar alle kanten bewegen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Harde oogvlies (=oogwit), iris (=regenboogvlies) en pupil maken deel uit van de oogbol. Door de pupil komt het licht naar binnen. De iris regelt hoeveel licht naar binnen mag...

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 3: Doorsnede van het oog
Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 3: Doorsnede van het oog
Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm.
Het hoornvlies en de ooglens helpen samen een scherp beeld te vormen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 3: Doorsnede van het oog
Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm.
Het hoornvlies en de ooglens helpen samen een scherp beeld te vormen.
Het netvlies is het binnenste vlies. Hierop liggen de lichtgevoelige zintuigcellen. De meeste lichtgevoelige zintuigcellen liggen op de gele vlek.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Buitenkant oog

Slide 11 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Onderdelen van het oog
Harry Potter Leeft Gelukkig Nog

Slide 12 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Binnen in het oog

Slide 13 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
0

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
Het hoornvlies.
B
Het netvlies.
C
Het vaatvlies.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het buitenste vlies van je oog, dat je oog beschermt?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit vliesje geeft het oog zijn stevigheid
bevat veel bloedvaten en zorgt voor de voeding van een groot deel van het oog.
In deze laag zitten cellen die seintjes aan de hersenen doorgeven, waardoor je ziet.
De buitenste laag van het oog is het harde oogvlies
De tweede laag van het oog is het vaatvlies
De derde laag van het oog is het netvlies

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschermt het oog tegen vuil en te fel licht
Beschermt het oog tegen uitdroging
Verspreidt traanvocht over het oog
Zorgt ervoor dat zweet langs het oog loopt
Produceert traanvocht
Ooglid
Traanklier
Traanvocht
Wenkbrauw
Wimper

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupilreflex
Kringspieren (lopen in een kring)
Als deze samentrekken wordt je pupil
 kleiner: minder licht in het oog
 Straalsgewijs lopende spieren
 (lengte spieren)
Als deze samentrekken wordt je
pupil groter: meer licht in het oog


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pupil reflex

Slide 21 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Pupil reflex

Slide 22 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Scherp zien
De lichtstralen die je ogen binnenvallen worden afgebogen door de lens die boller of platter kan worden.
Accommoderen= het aanpassen van de vorm van de ooglens

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Accomoderen

Slide 24 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Accomoderen

Slide 25 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Accomoderen

Slide 26 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens
Glasachtig lichaam

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lengtespieren
Kringspieren

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleuren zien   BS 5

Slide 29 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Blinde vlek  (proefje)

Slide 30 - Diapositive

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Kegeltjes zijn gevoelig voor rood, groen of blauw (RGB)
Zintuigcellen in het netvlies

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

alleen staafjes
Staafjes zijn bijzonder gevoelig (vier tinten grijs)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

blinde vlek
De blinde vlek is de plaats waar alle zenuwceluitlopers samen komen in de oogzenuw.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kegeltjes
Kegeltjes zijn voor het waarnemen van kleuren. 

(Ezelsbruggetje: K van Kegeltjes is de K van kleur!)

Kegeltjes werken alleen bij veel licht. In de gele vlek liggen de meeste kegeltjes!

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staafjes

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staafjes
  • Met de staafjes zie je zwart, wit en grijstinten.
  • Staafjes werken bij weinig licht, dus ‘s avonds en ‘s nachts. 
  • Staafjes liggen niet in de gele vlek

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staafjes
Staafjes zie je alleen zwart en wit

van staafjes is de S van  's nachts, of schemering)


Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met staafjes
Met kegeltjes

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de verdeling van de kegeltjes afwijkt, ben je kleurenblind...

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke lichtgevoelige zintuigcellen zijn in het donker actief?
A
alleen staafjes
B
alleen kegeltjes
C
zowel staafjes als kegeltjes
D
geen

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar voor je kegeltjes?
A
Kleur zien. Hoge drempelwaarde
B
Grijstinten zien. Hoge drempelwaarde.
C
Kleur zien. Lage drempelwaarde
D
Grijstinten zien. Lage drempelwaarde

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de gele vlek zitten...?
A
Veel staafjes
B
Veel kegeltjes
C
Even veel staafjes als kegeltjes
D
Geen staafjes en kegeltjes

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met de kegeltjes zie je?
A
Contouren en grijsstinten
B
Scherp en grijsstinten
C
Scherp en kleuren
D
Contouren en kleuren

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke zintuigcel zie je wat?
Staafjes
Kegeltjes

Slide 45 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les: 
  • Je kunt de inwendige en uitwendige delen van een oog noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
  • Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.
  • Je kunt de bouw en de werking van het netvlies beschrijven

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
thema 11 basisstof 3, 4 en 5 doornemen

harde werkers:
maak examenopdrachten

Extra oefening nodig?
https://biologiepagina.nl/34mavo/Waarnemen/inleiding.htm






Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions