Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Persoonsvorm, onderwerp en zinsdelen
Persoonsvorm zoeken
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Persoonsvorm zoeken
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Zoek in de volgende zinnen de persoonsvorm
Slide 3 - Diapositive
De school is dicht.
Slide 4 - Question ouverte
Daarom werken we thuis.
Slide 5 - Question ouverte
Wie gaat er winnen.
Slide 6 - Question ouverte
Bram doet stroop op zijn pannenkoek.
Slide 7 - Question ouverte
Na het eten ruimen we samen de tafel af.
Slide 8 - Question ouverte
Tim geeft de rode bloemen water.
Slide 9 - Question ouverte
Lizzie geeft een beker melk aan haar kat.
Slide 10 - Question ouverte
We spelen het liefst Monopoly.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Zoek het onderwerp in de volgende zinnen.
Slide 13 - Diapositive
Roos en Eva gaan een ijsje kopen.
Slide 14 - Question ouverte
De pen schrijft nog heel erg goed.
Slide 15 - Question ouverte
De boer heeft de appels geplukt.
Slide 16 - Question ouverte
De meester heeft vanmorgen alle kinderen een tekening laten uitzoeken.
Slide 17 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm?
'De jongen loopt naar de bus.'
A
de jongen
B
naar
C
loopt
D
bus
Slide 18 - Quiz
De dokter luisterde met een stethoscoop
naar mijn hart
Welk woord is de persoonsvorm?
dokter
De
luisterde
mijn
stethoscoop
Slide 19 - Question de remorquage
Slide 20 - Diapositive
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
Ik / ga / op vakantie.
B
Ik ga / op vakantie.
C
Ik / ga / op / vakantie.
Slide 21 - Quiz
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
Ik / ga / op vakantie.
B
Ik ga / op vakantie.
C
Ik / ga / op / vakantie.
Slide 22 - Quiz
Je mag hem gratis hebben!
Hoe is bovenstaande zin goed in zinsdelen verdeeld?
A
Je mag / hem / gratis / hebben!
B
Je/mag/hem/gratis/hebben
C
Je/mag/hem/gratis hebben
D
Je/mag/hem gratis hebben
Slide 23 - Quiz
De groene smaragd is stiekem een groene taart.
Hoe is bovenstaande zin goed in zinsdelen verdeeld?
A
De groene smaragd / is / stiekem / een groene taart
B
De / groene / smaragd / is / stiekem / een / groene / taart
C
De groene / smaragd / is / stiekeme / een groene / taart
D
De groene smaragd / is / stiekem een groene taart.
Slide 24 - Quiz
In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?
A
De vrouw / lacht naar / het meisje.
B
De/vrouw lacht/naar het meisje.
C
De vrouw / lacht / maar het meisje.
Slide 25 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Persoonsvorm
Février 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Persoonsvorm
Février 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Persoonsvorm
Août 2020
- Leçon avec
31 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Groep 6 - Thema 4 ( gebruik van komma, zinsdelen vormen Taal Actief
Octobre 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal Actief 4 - Groep 6 - Thema 4, les 10
Avril 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal groep 6A
Mars 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal Actief thema 4 herhaling
Novembre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal Actief thema 4 herhaling
il y a 8 jours
- Leçon avec
23 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6