SVO Coaching ZWK niveau 3

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Het GROW model is

1. een methode om planten te laten groeien
2. een hulpmiddel voor het maken van een doel
3. is een methode om structuur aan te brengen in een coachingsgesprek
4. zijn verschillende gesprekstechnieken

0

Beroepsopdracht

Je houdt een coachgesprek met een medestudent. Het doel van dit gesprek is de vaardigheden van begeleidend coachen volgens de GROW-methode in de praktijk te brengen

Het gesprek gaat over hoe deze student aankijkt tegen de stage, wat hij moeilijk vindt en welk doel hij op de korte termijn wil bereiken om zo goed mogelijk de stagetaken uit te kunnen voeren.

Je werkt volgens de vier fasen van de GROW methode. Je helpt de gecoachte om zich bewust te worden van zijn vraag, zijn situatie en mogelijkheden.

Gesprek gaat over.....

1. Hoe kijkt de student aan tegen de stage?

2. wat vind hij/zij nog moeilijk ?

3. welk doel wil hij/zij op de korte termijn bereiken om zo goed mogelijk de stagetaken uit te kunnen voeren.

Reality: Welke vragen zou je kunnen stellen?
Hoe kijkt deze student aan tegen de stage, wat vindt hij/zij moeilijk vindt en welk doel wil hij/ hij op de korte termijn bereiken om zo goed mogelijk de stagetaken uit te kunnen voeren

Goal vragen:

In je achterhoofd houden: gaat om stage, wat vindt diegene moeilijk, hoe verbeteren en welk plan gaat diegene inzetten om te bereiken.

Options vragen:

In je achterhoofd houden: gaat om stage, wat vindt diegene moeilijk, hoe verbeteren en welk plan gaat diegene inzetten om te bereiken.

Wrap up /Will vragen:

In je achterhoofd houden: gaat om stage, wat vindt diegene moeilijk, hoe verbeteren en welk plan gaat diegene inzetten om te bereiken.

leerproces

WETEN 1. voorbereiden Grow Gesprek.

KUNNEN 2. Gesprek voeren volgens grow model

KUNNEN 3. Evaluatie einde gesprek met gecoachte

KUNNEN 4. Maak een evaluatie a.d.h.v. grow model

Welke gesprekstechniek past de meneer hier toe?

1. Samenvatten en doorvragen
2. Herhalen
3. luisteren
4. antwoord geven

Wat voor soort vraag stelt de meneer nu (en doet hij heel vaak)?

1. open vraag
2. gesloten vraag

Wat viel je op?

Wat kan er beter?

Wat viel je op?

Wat kan er beter?