‹Revenir à la recherche

5.6 - 5.7

Nodig voor 5.6 en 5.7
Extra fragment met vragen TCA1 5.7
Gatentekst TCA1 5.7

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nodig voor 5.6 en 5.7
Extra fragment met vragen TCA1 5.7
Gatentekst TCA1 5.7

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gaat het vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je vandaag ?
Ik kan een afspraak maken met de huisarts.
Ik ken de woorden ziek, de dokter, het probleem, medicijnen, de apotheek, het ziekenhuis, bijvoorbeeld, soms, andere, last hebben van en halen.
Ik kan vertellen waar ik last van heb.
Ik kan meervoud maken van woorden met een lange klank en van woorden die eindigen op -f en -s
Functioneel
Structureel

Slide 4 - Diapositive

Met een aantal cursisten nog de spreektoets doen.
Terugkijken
Nakijken opdrachten 4.5 (29 tot en met 37)
video op volgende slide bekijken en dan opdracht 38 maken
Opdracht 38 in tweetallen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=114255114&cmid=631

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.6: Been - benen, huis - huizen
https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=114211495&cmid=7582

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.6: Been - benen, huis - huizen
Opdracht 40
https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=114212237&cmid=7583


Opdracht 41

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.6: Been - benen, huis - huizen
Maak opdracht 42 en 43

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

één voet - twee ...
A
voeten
B
voetten
C
voets
D
veoten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

één been - twee ...
A
beenen
B
benen
C
beens
D
benens

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

één oog - twee ...
A
oogen
B
ogen
C
oogs
D
oggen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

één man - twee ...
A
manen
B
maanen
C
mannen
D
mans

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

één raam - twee ...
A
raamen
B
ramen
C
raams
D
rammen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

één neus - twee ...
A
neusen
B
neuzen
C
nuisen
D
nuezen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

één teen - twee ...
A
teenen
B
tenen
C
teens
D
tenens

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

één minuut - twee ...
A
minuuten
B
minuutten
C
minutten
D
minuten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

5.7 Naar de dokter

De blauwe woorden

Ik heb last van →
Soms →
Medicijnen
Halen →
Apotheek →








Andere →
Bijvoorbeeld → 
Ziekenhuis → 
Ziek → 
Dokter →
Probleem → 





Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Betekenis
Ik heb last van → Ik voel mij niet goed door iets. Bijvoorbeeld: Ik heb last van mijn rug. (Mijn rug doet pijn.)

Soms → Niet altijd, maar een beetje. Bijvoorbeeld: Soms regent het, soms schijnt de zon.
Medicijnen → Een pil of drankje om beter te worden. Bijvoorbeeld: De dokter geeft medicijnen als je ziek bent.
Halen → Iets pakken of kopen. Bijvoorbeeld: Ik haal brood bij de winkel.
Apotheek → Een winkel waar je medicijnen kunt halen. Bijvoorbeeld: Ik haal medicijnen bij de apotheek.












Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Betekenis
Ziekenhuis → Een groot gebouw waar zieke mensen naartoe gaan. Bijvoorbeeld: Als je heel ziek bent, ga je naar het ziekenhuis.

Ziek → Niet gezond. Bijvoorbeeld: Ik ben ziek, ik heb koorts.
Dokter → Iemand die zieke mensen beter maakt. Bijvoorbeeld: Ik ga naar de dokter als ik ziek ben.
Probleem → Iets wat moeilijk is. Bijvoorbeeld: Mijn fiets is kapot, dat is een probleem.



Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk!
Lees de tekst nog een keer.

Maak opdracht 45, 46 en 47 - 50 en 51


timer
25:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra fragment met vragen
https://www.youtube.com/shorts/ORSwPI6qLik

Vragen:
1. Ik moet vandaag naar de dokter                                                         ja / nee
2. Wanneer is mijn afspraak?                                 ochtend / middag / avond
3. Waar heb ik pijn?                                                                hoofd / buik / knie
4. Naar wie ga ik eerst?                                                    huisarts / ziekenhuis
5. Hoe laat is mijn afspraak?                         precies 9 uur / ongeveer 9 uur

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gatentekst:  Vul het ontbrekende woord in.
De …………………………………...
Ik heb morgen een afspraak met de …………………………………...
Ik moet om 9 uur bij hem zijn.
De dokter is mijn…………………………………....
Hij heeft iedere ochtend…………………………………....
Ik moet op tijd komen.
Bij de dokter mag je nooit te laat komen.
Ik heb ………………     …………………...  mijn knie.
Ik kan niet goed lopen en fietsen.
De dokter kijkt morgen naar mijn…………………………………....
Misschien moet ik later naar het…………………………………....
Maar eerst moet ik dus …………………………………... naar mijn huisarts.
Om negen uur!


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.7: Naar de dokter
Opdracht: Je bent bij de dokter. Wat is het probleem? Vertel het.



Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Codekraker
  1. De docent maakt teams.
  2. Eén cursist (de codekraker) gaat met zijn rug naar het bord zitten.
  3. De docent schrijft een woord op het bord.
  4. Teamgenoten noemen woorden die met het woord te maken hebben.
  5. Ze zeggen het woord niet!
  6. De codekraker probeert het woord te raden. (45 seconden)
  7. Na een paar woorden is een ander team aan de beurt.
  8. Welk team heeft de beste codekraker?
Voorbeeld: de docent schrijft het woord "banaan" op het bord
Teamgenoten zeggen: Het is fruit. Het is geel.  De codekraker raadt: een banaan!

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je vandaag geleerd?
Ik kan een afspraak maken met de huisarts.
Ik ken de woorden ziek, de dokter, het probleem, medicijnen, de apotheek, het ziekenhuis, bijvoorbeeld, soms, andere, last hebben van en halen.
Ik kan vertellen waar ik last van heb.
Ik kan meervoud maken van woorden met een lange klank en van woorden die eindigen op -f en -s
Functioneel
Structureel

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vond je de les vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

10-09-2024

- Leçon avec 45 diapositives
Zorg en WelzijnISK

19.03.2024

- Leçon avec 32 diapositives
Zorg en WelzijnISK

07.05.2024 dinsdaggroep

- Leçon avec 27 diapositives
Zorg en WelzijnISK

5.9 - 5.10 - 5.11

- Leçon avec 32 diapositives
NT2MBOStudiejaar 1

2.10 -2.11

- Leçon avec 42 diapositives
NT2MBOStudiejaar 1

5.2 en 5.3

- Leçon avec 29 diapositives
NT2MBOStudiejaar 1-4

05-03-2024

- Leçon avec 20 diapositives
Zorg en WelzijnISK

3.9: een uitje organiseren

- Leçon avec 22 diapositives