‹Revenir à la recherche

2.10 -2.11

2.10 - 2.11
Nodig: dictee 2.8 (in slide)
Rode, gele en groene kaartjes  met woorden die de lesdoelen vormen:
Ik kan iemand een opdracht geven.
Ik kan vertellen wat in een uitnodiging staat.
Ik kan de juiste tekst boven en onder een berichtje schrijven.
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

2.10 - 2.11
Nodig: dictee 2.8 (in slide)
Rode, gele en groene kaartjes  met woorden die de lesdoelen vormen:
Ik kan iemand een opdracht geven.
Ik kan vertellen wat in een uitnodiging staat.
Ik kan de juiste tekst boven en onder een berichtje schrijven.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je vandaag?
Ik kan iemand een opdracht geven.
Ik kan zinnen maken om iemand een opdracht te geven. (gebiedende wijs)
Ik kan een vertellen wat in een uitnodiging staat.
Ik ken de woorden: het kaartje, de zaal, lieve, beste, bijzonder, de reden, liefs, de kus, een feest geven, uitnodigen, sparen, ontvangen, bedanken, verrassen, reserveren
Ik kan de juiste tekst boven en onder een briefje, e-mail, berichtje of kaartje schrijven.
Functioneel
Structureel

Slide 4 - Diapositive

Voorkennis ophalen
Werkvorm zoek de fout:

In tweetallen zoeken de cursisten de fout.
Vraag klassikaal een paar tweetallen uit te leggen wat precies de fout is.
Terugkijken

Slide 5 - Diapositive

dictee met de blauwe woorden van 2.8 
Dictee op volgende slide.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levende zinnen.
  • Iedere cursist krijgt een kaartje met een woord.
  • Vorm samen goede zinnen.
  • Het zijn zinnen over de doelen van deze les.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De lesdoelen - levende zinnen
Ik kan iemand een opdracht geven.
Ik kan vertellen wat in een uitnodiging staat.
Ik kan de juiste tekst boven en onder een briefje, e-mail, berichtje of kaartje schrijven.

Slide 8 - Diapositive

Voorkennis ophalen
Werkvorm zoek de fout:

In tweetallen zoeken de cursisten de fout.
Vraag klassikaal een paar tweetallen uit te leggen wat precies de fout is.

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

2.10 Doe de deur maar open

In tweetallen:
Maak opdracht 94 en 95


Nakijken opdrachten
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin is aardiger?
A
Geef het boek eens.
B
Kun je het boek geven, alsjeblieft?

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin is aardiger?
A
Doe de deur maar even dicht.
B
Doe de deur dicht.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 Geef iemand een opdracht. Maak zinnen.
Let op: het werkwoord komt op de eerste plaats.
Let op: er staat geen wie/wat in de zin.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een de deur openen.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een jas pakken.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet de eieren koken.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet de dokter bellen.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je moet een afspraak maken.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een uitnodiging

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 96 in tweetallen
Sadia
Mihai
Leyla
Gregorz
Olesia
Merve
Raziye
Lidya
Cindy
Saadiyo
Anesha
Lilly
Giedre
Jenny
timer
3:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat
https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=114892042&cmid=9102


Tekst 97 voorlezen

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 98, 98, 99 en 100 in tweetallen
Sadia
Mihai
Leyla
Gregorz
Olesia
Merve
Raziye
Lidya
Cindy
Saadiyo
Anesha
Lilly
Giedre
Jenny
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet er in een uitnodiging staan?
Typ je antwoorden in.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er in een uitnodiging?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat schrijf je onder of boven de tekst?
Kies het juiste antwoord.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je schrijft een e-mail naar je collega Lara. Wat schrijf je boven de tekst?
A
Beste Lara,
B
Groetjes, Lara
C
Kus, Lara
D
Lieve Lara

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat schrijft Ivo onder een e-mail aan zijn collega?
A
Kus, Ivo
B
Hoi Ivo
C
Groetjes, Ivo

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je schrijft een kaartje aan een vriend of vriendin. Wat schrijf je boven de tekst?
A
Hoi ....
B
Beste ....
C
Lieve ....
D
Hallo .....

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat schrijf je onder aan een kaartje?
A
Beste Peter,
B
Liefs, Peter
C
Lieve Peter,

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 102 en 103
Waar ligt de klemtoon?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vliegende verslaggevers
timer
15:00

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vliegende verslaggevers
1. Kom naar het feest!
2. Trek je mooiste outfit aan.
3. Kom op tijd.
4. Vergeet je dansschoenen niet!
5. Eet een hapje, drink iets lekkers en lach veel.
6. Maak nieuwe vrienden.
7. Geniet van de muziek.
8. Maar pas op…
9. Dit feest is niet zoals andere feesten.
10. Als je binnenkomt, mag je niet meer praten.
11. Je mag alleen gebaren maken en dansen.
12. Kom jij ook?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Codekraker
  1. De docent maakt teams.
  2. Eén cursist (de codekraker) gaat met zijn rug naar het bord zitten.
  3. De docent schrijft een woord op het bord.
  4. Teamgenoten noemen woorden die met het woord te maken hebben.
  5. Ze zeggen het woord niet!
  6. De codekraker probeert het woord te raden. (45 seconden)
  7. Na een paar woorden is een ander team aan de beurt.
  8. Welk team heeft de beste codekraker?
Voorbeeld: de docent schrijft het woord "banaan" op het bord
Teamgenoten zeggen: Het is fruit. Het is geel.  De codekraker raadt: een banaan!

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugkijken
Ik kan iemand een opdracht geven.
Ik kan vertellen wat in een uitnodiging staat.
Ik kan de juiste tekst boven en onder een briefje, e-mail, berichtje of kaartje schrijven.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan hoe goed je iets kunt.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan iemand een opdracht geven.
0100

Slide 39 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan vertellen wat in een uitnodiging staat.
0100

Slide 40 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan de juiste tekst boven en onder een briefje, e-mail, berichtje of kaartje schrijven.
0100

Slide 41 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vond de les ......
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

5.6 - 5.7

- Leçon avec 28 diapositives
NT2MBOStudiejaar 1-4

05-03-2024

- Leçon avec 20 diapositives
Zorg en WelzijnISK

taalcompleet A1, thema 4 herhaling

- Leçon avec 42 diapositives
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

3.9: een uitje organiseren

- Leçon avec 22 diapositives

06-02-2024

- Leçon avec 24 diapositives
Zorg en WelzijnISK

2.14: Heb je een leuke vakantie gehad?

- Leçon avec 17 diapositives

taalcompleet A1, thema 4 herhaling

- Leçon avec 42 diapositives
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

5.2 en 5.3

- Leçon avec 29 diapositives
NT2MBOStudiejaar 1-4