*Begrijpend lezen H3, les 2, vwo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lezen H3, les 2

Terugkoppeling tekstverbanden

Lesdoelen

Na de lessenserie kun je: 

- de oude en de nieuwe tekstverbanden en de bijbehorende signaalwoorden in teksten herkennen. 

Welke tekstverbanden ken je nog?

Tekstverbanden

chronologisch                                      Oorzakelijk

opsommend                                          vergelijkend

tegenstellend                                        doel-middel

toelichtend                                             samenvattend

concluderend                                        voorwaardelijk

redengevend                                          toegevend

Waarom is het belangrijk om tekstverbanden te herkennen? 

Opdracht

Bedenk alleen of in tweetallen een zin waarin een voorwaardelijk verband zit en een zin waarin een doel-middelverband zit. 

Jullie krijgen hier maximaal 2,5 minuut de tijd voor. 

Welk tekstverband herken je?
Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.

1. Toelichtend
2. Opsommend
3. Tegenstellend
4. Chronologisch

Welk tekstverband herken je?

Ik houd erg van fruit als appels en peren.

1. Samenvattend
2. Toelichtend
3. Voorwaardelijk
4. Concluderend

Welk tekstverband herken je?

Om er voor te zorgen dat iedereen er bij kan zijn, houden we het feest op zaterdag.

1. Toegevend
2. Vergelijkend
3. Voorwaardelijk
4. Doel-middel

Welk tekstverband herken je?

Omdat het klimaat snel verandert, gaat het waterschap de dijken in een hoog tempo ophogen.

1. Redengevend
2. Concluderend
3. Oorzakelijk
4. Samenvattend

Opdracht

Blz. 73-77: Maak opdracht 2 en 4

Opdracht

Blz. 73 - 74:

- Opdracht 1 zelf nakijken aan de hand van de antwoorden op de beamer. 

- Maak opdracht 2 (vraag 2 hoef je niet te maken) zelfstandig en in stilte (15-20 min). Na het maken van de opdracht vergelijk je je antwoorden met die van je buurman/vrouw. 

Als je verschillende antwoorden hebt, ga je elkaar overtuigen van jouw gelijk. Je moet tot één antwoord komen. 

Ben je eerder klaar, dan begin je alvast met opdracht 4

Deze les heb ik geleerd:

Dit vind ik nog moeilijk: