Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Luchtdruk en het weer
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat luchtdruk is en hoe het invloed heeft op het weer.
Slide 2 - Diapositive
Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van deze les.
Wat weet je al over de invloed van luchtdruk op het weer?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is luchtdruk?
Luchtdruk is de kracht die wordt uitgeoefend door de lucht op de aarde. Het wordt gemeten met een barometer in hectopascal (hPa).
Slide 4 - Diapositive
Laat een afbeelding zien van een barometer en leg uit hoe het werkt.
Hoge drukgebieden
Hoge drukgebieden zorgen vaak voor droog en zonnig weer. Dit komt doordat de dalende lucht in het gebied opwarmt en geen wolken vormt.
Slide 5 - Diapositive
Leg uit wat een hoge drukgebied is en wat voor weer het meestal veroorzaakt.
Lage drukgebieden
Lage drukgebieden zorgen vaak voor bewolkt en regenachtig weer. Dit komt doordat de stijgende lucht in het gebied afkoelt en wolken vormt.
Slide 6 - Diapositive
Leg uit wat een lage drukgebied is en wat voor weer het meestal veroorzaakt.
Fronten
Fronten zijn grenzen tussen luchtsoorten met verschillende druk en temperatuur. Ze kunnen zorgen voor hevige neerslag en wind.
Slide 7 - Diapositive
Laat een afbeelding zien van de verschillende soorten fronten en leg uit wat ze doen.
Invloed van luchtdruk op wind
Wind ontstaat doordat lucht van een gebied met hoge druk naar een gebied met lage druk stroomt. Hoe groter het drukverschil, hoe harder de wind.
Slide 8 - Diapositive
Leg uit hoe wind ontstaat en wat de invloed is van drukverschillen.
Oefening
Bekijk de kaart en beantwoord de vraag: Waar verwacht je het mooiste weer? A: Bij het hoge drukgebied of B: Bij het lage drukgebied?
Slide 9 - Diapositive
Laat een weerkaart zien en vraag de leerlingen om hun antwoord te beargumenteren.
Samenvatting
Luchtdruk heeft grote invloed op het weer. Hoge drukgebieden veroorzaken vaak droog weer, terwijl lage drukgebieden juist regenachtig weer geven. Fronten en drukverschillen kunnen zorgen voor hevige neerslag en wind.
Slide 10 - Diapositive
Herhaal de belangrijkste punten en beantwoord eventuele vragen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.