3.2 Temperatuurverschillen op aarde deel 1 en 2

Weer en Klimaat
3.2 Temperatuurverschillen op aarde
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Weer en Klimaat
3.2 Temperatuurverschillen op aarde

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we  vandaag doen:

- Waar op de aarde heerst welk klimaat?
- Filmpje over temperatuurverschillen .
- Breedteligging: hoe ontstaan temperatuurverschillen?
- Hoe hoger, hoe kouder.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de breedteligging  invloed heeft op de temperatuur.
  • Je kan verklaren waardoor de temperatuurverschillen op aarde ontstaan.
  • Je kunt uitleggen hoe de seizoenen ontstaan.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hoge breedte komt?
A
Blijft gelijk
B
Het wordt warmer
C
Het wordt kouder
D
Het wordt dunner ;-)

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe verder van de evenaar - hoe kouder

Slide 7 - Diapositive

uitleg geografische breedte
Hoe noemen we de afstand tussen Parijs tot de evenaar?
A
afstand in km
B
meridiaan breedte
C
geografische breedte
D
geografische lengte

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Atmosfeer

Luchtlaag
rondom de aarde
Dampkring

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke invloed heeft de zon op het klimaat?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op hogere breedte is kouder omdat:

  1. De zon schuiner instraalt op de aarde en een groter oppervlak verwarmt
  2. De zonnestralen een langere weg door de atmosfeer moeten afleggen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Breedteligging

Evenaar ligt op 0° NB/ZB:
  • Zonnestralen vallen recht op aardoppervlak
  • 3x zoveel zonne-energie als de polen
Nederland ligt op 52° NB
  • Zonnestralen vallen schuin op aardoppervlak

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op lage breedte
Op hoge breedte

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe verandert de temperatuur als je omhoog gaat?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Hoogteligging


  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m stijging, wordt temperatuur 6°C kouder
  • de hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!

Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.

De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Door de zon wordt eerst .... verwarmd.
A
het dal
B
de lucht
C
de berg
D
het aardoppervlak

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hoger, hoe kouder 
per 1000meter wordt het 6°C kouder

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

     Alpenweide 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de goede volgorde van beneden naar boven?
A
Alpenweide - loofbomen - kale rotsen - naaldbomen
B
Loofbomen - naaldbomen -alpenweide - kale rotsen
C
Naaldbomen - loofbomen - kale rotsen - alpenweide
D
Kale rotsen - alpenweide - naaldbomen - loofbomen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel graad is op de Himalaya
op 5000m hoogte,
als in de dal op 1000 m 10°C is?
A
-1 °C
B
-20 °C
C
-5 °C
D
-14 °C

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Himalaya is ...
A
Het hoogste gebergte van de wereld, ligt in Azië
B
Het hoogste gebergte van Europa
C
Het hoogste gebergte van Afrika
D
Het langste gebergte van Azië

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitsprak is juist?
A
Hoe hoger hoe kouder
B
Hoe hoger de breedtegraad, hoe warmer het is.
C
Hoe verder van de evenaar, hoe warmer het is.
D
Hoe lager de breedtegraad, hoe kouder het is.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Weer en Klimaat
Temperatuurverschillen op aarde 2





Het verschil tussen zomer en winter

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er vier seizoenen
of alleen een?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

 De aarde staat een beetje scheef ten opzichte van de zon. Daardoor ligt in december het noordelijk halfrond van de zon afgekeerd. In het meest noordelijke gebied is de zon dan helemaal niet te zien. Zelfs midden op de dag is het hier zo goed als donker. We noemen dat de 'poolnacht'.
Terwijl het op de noordpool donker is in december, krijgt Antarctica - de Zuidpool - juist wel volop licht. De zon is hier in december altijd te zien, dag én nacht. De zon staat nét boven de horizon, maar gaat niet onder. We noemen dat de 'middernachtzon' of 'pooldag'.
Europa krijgt de meeste zon in juni. Dan schijnt de zon op het noordelijk halfrond en hebben we lange dagen en korte nachten. In december zien we de zon veel minder in Europa. We hebben dan korte dagen en lange nachten. De zon staat dán namelijk op het zuidelijk halfrond gericht.
De aarde staat een beetje scheef ten opzichte van de zon. Daardoor ligt in december het noordelijk halfrond van de zon afgekeerd. Rond de noordpool is de zon dan helemaal niet te zien. Zelfs midden op de dag is het hier zo goed als donker. We noemen dat de 'poolnacht'.
Terwijl het op de noordpool donker is in december, krijgt de Zuidpool juist wel volop licht. De zon is hier in december altijd te zien, dag én nacht. De zon staat nét boven de horizon, maar gaat niet onder. We noemen dat de 'middernachtzon' of 'pooldag'.

Europa krijgt de meeste zon in juni. Dan schijnt de zon op het noordelijk halfrond en hebben we lange dagen en korte nachten. In december zien we de zon veel minder in Europa. We hebben dan korte dagen en lange nachten. De zon staat dán namelijk op het zuidelijk halfrond gericht.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

in 24 uur draait de aarde om zijn as

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De aarde draait op twee manieren:
1. in 24 uur draait de aarde om zijn as - gevolg van deze draaing zijn dag en nacht

2. in een jaar/ 365 dag draait de aarde rond de zon - gevolg van deze draaing zijn seizoenen

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het noordelijke halfrond

21 december
=
de kortste dag en de langste nacht
=
het begin van de winter
Het noordelijke halfrond

21 juni
=
De langste dag en de kortste nacht
=
het begin van de zomer

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke maand staat het noordelijke halfrond dichter bij de zon?
A
maart
B
juni
C
september
D
december

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op 21 december staat de noordpool het ........ bij de zon vandaan.
A
verst
B
dichts

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke seizoen hebben we nu in Nederland?
timer
0:30
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek op: Kerst in Australie

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions