Oefen hoofdstuk 3
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
racisme
front
tweefrontenoorlog
fascisme
Plaats waar gevochten wordt.
Oorlog waarbij in twee gebieden tegelijk gevochten wordt.
Idee dat er mensenrassen zijn waarvan de ene beter is dan de andere.
Antidemocratische, totalitaire, gewelddadige en extreem nationalistische beweging.
Slide 2 - Question de remorquage
In de Eerste Wereldoorlog werd er gevochten met...
A
Zwaarden en paarden
B
Gas, zwaarden en paarden
C
Gas, mitrailleurs, paarden, bommen, tanks
D
Tanks, auto's, atoomwapens en mitrailleurs
Slide 3 - Quiz
Dit is een foto van een wapenfabriek uit de Eerste Wereldoorlog.
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Bondgenootschappen
B
Nationalisme
C
Modern imperialisme
D
Wapenwedloop
Slide 4 - Quiz
De eerste wereldoorlog was een
A
Een vriendelijke oorlog
B
Een korte oorlog
C
Een wapenoorlog
D
Loopgravenoorlog
Slide 5 - Quiz
Wie verloor de Eerste Wereldoorlog
A
Verenigd Koninkrijk
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Rusland
Slide 6 - Quiz
Wat waren de 3 oorzaken van de eerste wereldoorlog
A
Militarisme, wapenwedloop, nationalisme
B
Wapenwedloop, Regime en de centralen
C
Propaganda, Front, Geallieerden
D
Twee frontenoorlog
Slide 7 - Quiz
Wie begon de Eerste Wereldoorlog?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Engeland
D
Sovjet-Unie
Slide 8 - Quiz
De Eerste Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de centralen.
Welk land hoorde bij welke kant?
Centralen
Geallieerden
Slide 9 - Question de remorquage
De Eerste Wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919
Slide 10 - Quiz
Wie waren de geallieerden in de Eerste Wereldoorlog?
A
Verenigd Koninkrijk
B
Verenigde Staten
C
Duitsland
D
Frankrijk
Slide 11 - Quiz
Waren deze gebeurtenissen voor, tijdens of na de Eerste Wereldoorlog?
voor de Eerste Wereldoorlog
na de Eerste Wereldoorlog
tijdens de Eerste Wereldoorlog
Het Verdrag van Versailles.
De Verenigde Staten zijn niet langer neutraal.
De Russische Revolutie.
De Verenigde Staten lenen geld aan Duitsland.
De economische wereldcrisis begint.
De moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije.
Slide 12 - Question de remorquage
Een briefkaart uit de Eerste Wereldoorlog.
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
revolutie
B
Nationalisme
C
Bondgenootschappen
D
Vijandbeelden
Slide 13 - Quiz
Wat was GEEN oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
Nationalisme
B
Wapenwedloop
C
Bondgenootschappen
D
de opkomst van Hitler
Slide 14 - Quiz
Wat was de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog?
A
Nationalisme
B
Duitsland viel Frankrijk aan
C
de Verenigde Staten viel Duitsland aan
D
De moord op Franz Ferdinand
Slide 15 - Quiz
In de Eerste Wereldoorlog:
A
Was Nederland neutraal
B
Hoorde Nederland bij de geallieerden
C
Hoorde Nederland bij de centralen
Slide 16 - Quiz
Nederland was neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog. Benoem één probleem dat ontstond in Nederland door de Eerste Wereldoorlog.
