Presenteer jouw favoriete schrijver en boek!

Presenteer jouw favoriete schrijver en boek!

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je jouw favoriete schrijver en boek presenteren aan de klas.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van deze les kunnen.

Wat weet jij al over jouw favoriete schrijver en boek?

Schrijver kiezen

Kies een schrijver waarvan je een boek wil presenteren.

Laat de leerlingen zelf een schrijver kiezen.

Boek kiezen

Kies ook een boek van de schrijver dat je wil presenteren.

Laat de leerlingen een boek kiezen van de schrijver die ze hebben gekozen.

Schrijver informatie

Zoek informatie op over de schrijver en noteer dit.

Geef de leerlingen de opdracht om informatie over de schrijver te zoeken en deze op te schrijven.

Boek informatie

Zoek informatie op over het boek en noteer dit.

Geef de leerlingen de opdracht om informatie over het boek te zoeken en deze op te schrijven.

Presentatie voorbereiden

Bereid je presentatie voor met de informatie die je hebt verzameld.

Laat de leerlingen hun presentatie voorbereiden met alle informatie die ze hebben verzameld.

Presentatie oefenen

Oefen je presentatie met je groepje.

Laat de leerlingen hun presentatie oefenen in hun groepje.

Presentatie geven

Geef je presentatie aan de klas.

Laat de leerlingen hun presentatie geven aan de klas.

Beoordeling

Beoordeel de presentaties van je klasgenoten.

Laat de leerlingen de presentaties van hun klasgenoten beoordelen.

Vragen stellen

Stel vragen aan de presentatoren als je iets wil weten.

Vertel de leerlingen dat ze vragen mogen stellen als ze iets willen weten.

Reflectie

Reflecteer op je presentatie en geef aan waar je trots op bent en wat je nog kan verbeteren.

Laat de leerlingen reflecteren op hun presentatie en waar ze trots op zijn en wat ze nog kunnen verbeteren.

Afsluiting

Bedankt voor jullie presentaties en inzet!

Sluit de les af met een bedankje voor de presentaties en inzet van de leerlingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.