H3 herhalen leerdoel 1 t/m 6+bespreken SO

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Online les:
Camera blijft de hele les aan.
Ik wil je hele gezicht kunnen zien, niet alleen het plafond.
De les is altijd de gehele 40 minuten online.
In deze 40 minuten probeer ik ook tijd over te houden om zelf opgaves te maken.

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 3, theorie 3.1A
Leerdoel 1:
1. Ik kan bepalen wat de richtingscoëfficiënt is in een formule en kan vertellen wat voor invloed dit heeft op een lineair verband.

Slide 3 - Diapositive

Aantekening leerdoel 1, theorie 3.1A
Lineaire formule:  y=ax+b
a=rc (richtingscoëfficiënt) geeft aan hoeveel een lijn stijgt of daalt. Bij elk stapje naar rechts ga a stapjes omhoog. 
Is a negatief, dan stapjes naar beneden en daalt de lijn.
b=snijpunt met de y-as(beginpunt). Snijpunt heeft coördinaat (0,b)

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 3, theorie 3.1B
Leerdoel 2:
Ik kan een lineaire formule opstellen bij een tekst.

Slide 5 - Diapositive

Aantekening leerdoel 2, theorie 3.1A
Lineaire formule:  y=ax+b
In praktijk problemen worden voor de x en y variabele vaak andere letters gebruikt. Dit moet goed uit de tekst gehaald worden.
Bv: stel de formule op van de kosten K bij een afstand van d km. De formule wordt: K=ad+b

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Hoofdstuk 3, theorie 3.1C
Leerdoel 3:
Ik kan (recht) evenredige verbanden toepassen.

Slide 9 - Diapositive

Aantekening leerdoel 3, theorie 3.1C
Een lineair verband is recht evenredig bij b=0. 

Omdat b=0:
- Formule in de vorm: y=ax
- Rechte lijn dus door de oorsprong.
- x vier keer zo groot, dan y ook vier keer zo groot.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hoofdstuk 4, theorie 3.2A
Leerdoel 4:
Ik kan lineaire vergelijkingen oplossen.

Slide 12 - Diapositive

Aantekening leerdoel 4 theorie 3.2A
Vergelijking oplossen is het zoeken van een getal dat je voor de variabele kan invullen zodat de vergelijking klopt.

Dit doe je stap voor stap:
1. Schrijf de vergelijking op.
2. Zet de losse getallen naar rechts
3. Zet de letters naar links
4. Deel links en rechts door het getal voor de x
(5. Controleer de oplossing.)


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Hoofdstuk 4, theorie 3.2B
Leerdoel 5:
Ik kan lineaire ongelijkheden oplossen.

Slide 16 - Diapositive

Aantekening leerdoel 5 theorie 3.2B
Stappenplan ongelijkheden oplossen:

1. Maak van de ongelijkheid een vergelijking en los deze op.
2. Kijk in de grafiek of het = teken bij de oplossing van de vergelijking moet vervangen worden door < of >.
3. Geef de conclusie.



Slide 17 - Diapositive

Hoofdstuk 4, theorie 3.2C
Leerdoel 6:
Ik kan lineaire vergelijkingen en ongelijkheden oplossen met de GR.

Slide 18 - Diapositive

Aantekening leerdoel 6 theorie 3.2C
Vergelijkingen en ongelijkheden oplossen met de GR:

1. Vul de formules in de GR. (y=)
2. Zorg dat het snijpunt zichtbaar is in het scherm (window)
3. Bereken het snijpunt.(2nd - calc optie 5)
4. Geef conclusies.





Notatie gebruik GR:
1. y1= ...         y2= ....       noem variabele altijd "x"
2. optie snijpunt geeft: ...
3. dus .........

Slide 19 - Diapositive

Gebruik GR
Je kan de handleiding online in de methode terugvinden.

Het instellen van de window komt later uitvoerig terug.
Nu de window zetten op: x tussen 0 en 20  en y tussen 0 en 100.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive