Lezen: Feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom

Pak voor je:

-tablet

-boek en schrift

-pen

Lezen: feiten, meningen en argumenten

Lesdoel

Je weet het verschil tussen een feit, mening en een argument

Je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
3. Noem een argument

een feit:

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
3. Noem een argument

een mening:

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
3. Noem een argument

een argument:

Theorie 

Feiten: een feit kun je controleren.

Meningen: een mening is iets wat iemand vindt.

Argumenten: uitleg waarom iemand iets vindt.

Het schoolfeest moet tot 10 uur in de avond duren.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Een goed ontbijt zorgt voor betere concentratie.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Zodat we in de pauze buiten een broodje kunnen halen.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

feit

mening

argument

Je kunt het controleren en het kan waar/niet waar zijn.

Iets wat iemand ergens van vindt. 

Reden

Aan het werk

Wat? Hoofdstuk 4 Lezen opdracht 1 t/m 6

Hoe? In duo's

Hoe lang? 15 minuten

Hulp? Docent, boek of klasgenoot

Uitkomst? Toets

Klaar? Fictie achterin het boek, woordpuzzel of boek lezen

Geef aan wat je van de les vond?

😒🙁😐🙂😃