2 Omgaan met klanten wk2.p2

Week 2, periode 2
Hoofdstuk 2: Omgaan met klanten

Klanten begroeten en aanspreken

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BeroepsoriëntatiePraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Week 2, periode 2
Hoofdstuk 2: Omgaan met klanten

Klanten begroeten en aanspreken

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige les
Hoofdstuk 2: Omgaan met klanten

Klanten, wie zijn dat?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

1. Aan het eind van de les kan ik uitleggen wat een klant is.
2. Het is belangrijk dat ik dit kan kan omdat ik op een professionele manier met klanten moet omgaan.
  • Aan het eind van de les kan ik uitleggen wat een klant is.
  • Het is belangrijk dat ik dit kan kan omdat ik op een professionele manier met klanten moet omgaan.

Slide 5 - Diapositive

Instructie:
Klanten begroeten en aanspreken

Zelfstandig werken:
Leerwerkboek Kiem 
H2 Pagina 30 - 35

Klassikaal werken:
Meerkeuzevragen
Gebruik je ipad


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Wie is een klant
in de winkel?
A
Een persoon met een winkelwagentje.
B
Een leverancier van producten.
C
Iemand die iets koopt.
D
Iemand die in de winkel werkt.

Slide 8 - Quiz

Wat is personeel
in een winkel?
A
Klanten die iets kopen.
B
Iedereen die in de winkel werkt.
C
Bezoekers van de winkel.

Slide 9 - Quiz

Wat doen klanten
in een winkel?
A
Ze kopen mogelijk iets.
B
Ze organiseren evenementen.
C
Ze werken daar.

Slide 10 - Quiz

Wie is geen klant?
A
Een persoon die iets koopt.
B
Een klant die winkelt.
C
Een werknemer in de winkel.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent
doorverwijzen?
A
De klant zelf helpen
B
De klant terugsturen
C
De klant negeren
D
De klant naar iemand anders sturen

Slide 12 - Quiz

Wat kan een klant vragen?
A
Hoeveel klanten er zijn
B
Waar de winkel is
C
Wat je zelf leuk vindt
D
Informatie over een artikel

Slide 13 - Quiz

Waarom gaan klanten naar
een winkel? Schrijf 3 redenen.

Slide 14 - Question ouverte

Met welke reden ga jij
meestal naar een winkel?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is documentatie?
A
Een telefonische afspraak
B
Informatie op papier voor de klant
C
Persoonlijk gesprek met de klant
D
Digitale informatie via e-mail

Slide 16 - Quiz

Wat moet je zeggen als
een klant binnenkomt?
A
Tot ziens
B
Hallo daar
C
Goedemorgen
D
Dag meneer

Slide 17 - Quiz

Waarom is het belangrijk
om klanten aan te kijken?
A
De klant voelt zich gezien
B
Dat geeft aandacht en respect
C
Het maakt niet uit

Slide 18 - Quiz

Wat is het doel van klanten begroeten?
A
Tevreden klanten krijgen
B
Klanten terug laten komen
C
Klanten afschrikken

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Volgende les
Hoofdstuk 2: Stel de juiste vragen

Slide 21 - Diapositive

Einde van de les
Laat het lokaal netjes achter! 😉

Slide 22 - Diapositive