6.2 herhaling + 6.3 Voortplanting en 6.4 Zaden en verspreiding

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
1C
Donderdag 6 juni 2024
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

WELKOM 
Welkom bij 
Biologie 
Mevr. el Hamiti
1C
Donderdag 6 juni 2024

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesprogramma
  • Herhaling
  • Uitleg
  • Opdrachten maken
  • Huiswerk volgende les noteren in agenda 
  • Afsluiten 
Wat gaan we deze les doen?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling - H6.2 Bestuiving

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuiving


Bestuiving = 
Als er stuifmeelkorrels op de stempel terecht komen van de zelfde soort

Bestuiving kan plaatsvinden door: 
  • De wind
  • Insecten (bijen, vliegen, vlinders)
 
Soorten bestuiving:
  • Zelf bestuiving
  • Kruisbestuiving

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Biodiversiteit
De variatie aan planten- en diersoorten wordt biodiversiteit genoemd. 
 Planten hebben insecten nodig voor hun voortplanting. Ze kunnen dus niet zonder elkaar. Daarom is het belangrijk dat de biodiversiteit in een gebied groot is.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H6.3 Voortplanting

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Geslachtelijke voortplanting
  • Je kunt omschrijven hoe de geslachtelijke voortplanting bij zaadplanten verloopt.

Ongeslachtelijke voortplanting
  • Je kunt voorbeelden benoemen van ongeslachtelijke voortplanting bij zaadplanten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplanting bij planten
Geslachtelijk
Ongeslachtelijk
Windbloemen
Insectenbloemen
Met bevruchting
Zonder bevruchting

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorplanting van planten
Bestuiving -> Bevruchting

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuiving door insecten = insectenbloemen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaan zaden?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de bevruchting
De bloem verandert. Insecten lokken en stuifmeel verspreiden is niet meer nodig. e bloemblaadjes verdrogen en verdorren. 

De rest van de bloem verandert op twee manieren:

  1. Het zaadbeginsel groeit uit tot een zaad. In het zaadje zit een beginnend plantje en reservevoedsel, waarmee het plantje kan groeien.
  2. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht. Mensen en dieren eten vruchten en zo kan het zaad verspreid worden.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vruchten en zaden

appel, kiwi, meloen of sinaasappel > vaak meerdere zaden in een vrucht

Elk zaadje is ontstaan uit een zaadbeginsel dat in het vruchtbeginsel zit. 
Een vruchtbeginsel kan dus meerdere zaadbeginsels bevatten, die allemaal bevrucht kunnen worden. 
Naar elk zaadbeginsel groeit een stuifmeelbuis.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeslachtelijke voortplanting 
Planten kunnen zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten.
Ongeslachtelijk:
  • Voortplanten zonder zaadcel en eicel
  • Er groeit een deel van een plant uit tot een nieuwe plant. De erfelijke eigenschappen blijven hetzelfde
  • Geen bloemen aan te pas

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stekken, Knollen, Bollen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Knollen
Ongeslachtelijke voortplanting door middel van knollen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Knollen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bollen
Ongeslachtelijke voortplanting door middel van bollen
Bollen zijn opgebouwd uit lagen (rokken)
voorbeelden van bollen zijn uien, maar
ook tulpen. 

Korte dikke stengels.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij stekken groeit er uit een stuk van een plant weer een nieuwe plant.
Stekken

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H6.4 Zaden en verspreiding

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Zaden verspreiden
  • Je kunt drie verschillende manieren omschrijven waarop vruchten en zaden worden verspreid.
Vorm zaden en vruchten
  • Je kunt uit afbeeldingen van zaden en vruchten afleiden hoe ze worden verspreid, door de vorm te relateren aan de functie.
Biodiversiteit verspreiding
  • Je kunt een verband leggen tussen de biodiversiteit en verspreiding van planten.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadverspreiding
Bedenk eens hoe planten hun zaden kunnen verspreiden

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. door plant zelf
3 manieren om zaden te verspreiden:

Slide 26 - Diapositive

https://youtu.be/OB0P3mx_lxY?si=bPIFwz9j_x1C1rdO
2. door de wind
pluisjes
vleugeltjes

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. door dieren:
a. vacht
b. wintervoorraden

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. door dieren:
c. opeten en uitpoepen

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biodiversiteit
Niet elke plant gebruikt hetzelfde dier voor zaadverspreiding. Biodiversiteit in een gebied moet dus groot zijn!

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
H6 - alle opdrachten maken
alle paragrafen doornemen 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gatentekst
Tijdens de ............................ worden stuifmeelkorrels naar de stempel gebracht. Deze maken dan de ................................. De stuifmeelkorrel kan dan naar het ........................ dat de eicel bevat. Als de eicel bevrucht is, ontwikkelen het .............................. en het ................................ tot bijvoorbeeld een appel. In de appel zitten zaden waar een ....................... uit kan groeien.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions