§4 voorplanting bij planten





voortplanting bij planten.     
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon





voortplanting bij planten.     

Slide 1 - Diapositive

onderwerpen die aan bod komen
stuifmeelkorrels & eicellen

bestuiving
insecten- of windbloeiers
ontstaan van vruchten & zaden
zaadverspreiding
levenscyclus van planten

geslachtelijke & ongeslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
Geslachtelijke voortplanting

Slide 3 - Diapositive

Bloemen voor voortplanting
Voortplanting 

Slide 4 - Diapositive




Animatie bestuiving en bevruchting

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Bestuiving en Bevruchting

Je kunt uitleggen wat de volgende begrippen met elkaar te maken hebben:

meeldraad, helmdraad, helmknop, helmhok, stuifmeelkorrels, bestuiving, pollenbuis, mannelijke geslachtscellen, kern, stamper, stempel, stijl, vruchtbeginsel, zaadbeginsel, eicel, zaadhuid, zaad, kern, bevruchting, zygote, delen van cellen.

Slide 7 - Diapositive

  • (vaak) klein en onopvallend gekleurd
  • De kroonbladeren zijn meestal groen

Slide 8 - Diapositive

Insecten-bestuiving


- Gekleurd en groot kroonblad

- Korte meeldraden

- Korte stempel

- Weinig en kleverig stuifmeel

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Voortplanting

Slide 11 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting


Slide 12 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting
  1.  Stek
  2. Deling
  3. Uitlopers
  4. Bol
  5. Knol
  6. Wortelstok

Slide 13 - Diapositive

Hoe ontstaan zaden?
Na de bestuiving moet de stuifmeelkorrel vanaf de stempel bij de eicel komen. ( vruchtbeginsel) onderin de stamper.

In het vruchtbeginsel zitten de zaadbeginsels met eicel.

bevruchting: wanneer de celkernen van de stuifmeelkorrel en de eicel samen smelten.

Wat gebeurt en na de bevruchting?
Kroonbladeren en kelkbladeren verschrompelen.
Vruchtbeginsel gaat groeien en wordt een vrucht, tegelijkertijd groeien er zaden.


Slide 14 - Diapositive

Zaden: verspreiding door plant

Slide 15 - Diapositive

Zaden: Verspreiding door dieren

Slide 16 - Diapositive

Zaden: verspreiding door wind

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Eenjarige planten
Deze planten doorlopen hun levensloop in een jaar. alleen de zaden overwinteren

Slide 19 - Diapositive

Twee jarige planten 
in het eerste jaar maken ze wortels en stangels aan. de wortels overwinteren en in het tweede jaar komt de plant opnieuw op. dat jaar zal een tweejarige plant bloemen vormen. 

Slide 20 - Diapositive

Meerjarige planten 
Meerjarige planten groeien net als tweejarige planten. het verschilt echter per plant waneer ze in bloei raken. sommige planten bloeien maar eens in de 30 jaar. 
kruidachtige planten overwinteren alleen de wortels 
bij houdachtige planten overwinterd de wortels en de stengels. 

Slide 21 - Diapositive

Levenscyclus
Kieming, groei, bloei en vruchtzetting
  1. Wat is er nodig?
  2. Wat zijn éénjarige en tweejarige planten?
  3. Wat zijn overblijvers?

Slide 22 - Diapositive

Bij planten komt zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting voor.


Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een plant uit tot een nieuwe plant.


Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn er géén twee ouderplanten nodig.


Ongeslachtelijke voortplanting kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Bij planten komt zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting voor.


Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een plant uit tot een nieuwe plant.


Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn er géén twee ouderplanten nodig.


Ongeslachtelijke voortplanting kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Deling
Stekken
Knollen
Bollen
Uitlopers en wortelstokken

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Vidéo

Bestuiving in het water

Voorbeelden van bestuiving onder water zijn het Nimfkruid (afbeelding) waarvan de pollen zwaarder zijn dan het water; hij zakt dus naar beneden en wordt opgevangen door de stempel eronder.

In andere gevallen hebben de pollen een luchtzakje, ze stijgen op naar de stempels erboven; (zeegras).

De regen treedt ook op als stuifmeeloverbrenger. Bij de Anemoon loopt het bloempje vol water; de pollen komen bovendrijven en als het water verdampt bestuift hij de stempel 

Slide 26 - Diapositive