Les 1.4 Voedsel maken

Nakijken HA (blz 35)
timer
3:00
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nakijken HA (blz 35)
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken HA (blz 37)
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplanning

  • Huiswerk nakijken (10min)
  • Uitleg 1.4 Voedsel maken (10min)
  •    Afronden thema planten en dieren 
  • Herhalingsvragen en ZW







Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een baard die een jongen krijgt is een voorbeeld van
A
lichamelijke ontwikkeling
B
geestelijke ontwikkeling

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oudere mensen beginnen soms een beetje te krimpen (ze worden kleiner)
waar hoort dit bij?
A
lichamelijke ontwikkeling
B
geestelijke ontwikkeling

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke levensfase heb je een groeispurt?
A
puber
B
volwassene
C
bejaarde

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

lichamelijk ontwikkeling
geestelijke ontwikkeling
verliefd worden
bredere schouders
volwassener gedrag krijgen
vergeetachtig worden
borst groei bij meisjes
je gaat andere dinge leuk vinden
een baard krijgen

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

wie krijgen er eerder een groeispurt in de puberteit?
A
jongens
B
meisjes

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke omschrijving past bij welke levensfase? Sleep de omschrijving naar de juiste levensfase
Baby.
Peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
Adolescent
Volwassene
Bejaarde
Leert lezen en schrijven.
Leert omgaan met verlies.
Leert zitten en kruipen
Leert naar de wc gaan en fietsen
Leert zelfbewust denken.
Leren zelfstandig zijn
Leren kinderen opvoeden
Leren praten en traplopen

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 1 Planten en dieren
1.4 Voedsel maken

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen


  • Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel en zuurstof ontstaat voor dieren en mensen.
  • Je kunt de fotosynthese beschrijven.
  • Je kunt aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen?


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten zijn onmisbaar voor het leven op onze planeet. Ze maken voedsel voor alle andere organismen op aarde. Zelf eten ze geen andere organismen.

Slide 13 - Diapositive

Dieren hebben zuurstof, voedingsstoffen en energie nodig om in leven te blijven. Zuurstof haal je uit de lucht die je inademt. Je voedsel levert de voedingsstoffen. Vrijwel al je voedsel komt van planten of dieren. Planten voeden zich niet met andere organismen. Zij maken de stoffen waaruit ze ontstaan. 
Stoffen en energie


Dieren voeden zich met andere organismen.
Planten voeden zich niet met andere organismen, zij maken zelf de voedingsstoffen.

Slide 14 - Diapositive

Dieren hebben zuurstof, voedingsstoffen en energie nodig om in leven te blijven. Zuurstof haal je uit de lucht die je inademt. Je voedsel levert de voedingsstoffen. Vrijwel al je voedsel komt van planten of dieren. Planten voeden zich niet met andere organismen. Zij maken de stoffen waaruit ze ontstaan. 
Glucose

Glucose is een soort suiker en geeft veel energie. Van glucose maakt een plant allerlei andere energierijke stoffen waaruit de plant bestaat. 

Voor de glucose neemt de plant: water, koolstofdioxide en energie.  

Slide 15 - Diapositive

Dieren hebben zuurstof, voedingsstoffen en energie nodig om in leven te blijven. Zuurstof haal je uit de lucht die je inademt. Je voedsel levert de voedingsstoffen. Vrijwel al je voedsel komt van planten of dieren. Planten voeden zich niet met andere organismen. Zij maken de stoffen waaruit ze ontstaan. 

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Leer in 1 minuut
de onderstaande reactie van fotosynthese:
timer
1:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese
Water
Licht
Zuurstof
Glucose
Koolstof-dioxide

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Onze voedsel is direct of indirect ontstaan door fotosynthese.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eetbare delen 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Voedsel maken
Je eet een boterham met kaas en tomaat.

Is voor dit eten een plant nodig?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De boterham (brood) is gemaakt van tarwe.
Tarwe is het zaad van een plant.
Ook de tomaat komt van een plant. (vrucht)

De kaas is gemaakt van melk. Melk komt van een koe.
Een koe is geen plant. Maar een koe eet wel planten (gras).
Dus voor melk zijn ook planten nodig.




Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Voedsel maken
Als je dus denkt aan de boterham met kaas en tomaat, komt al je voedsel van planten.

Mensen en dieren hebben altijd planten nodig voor hun voedsel.


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Filmpje!
Schrijf op in je schrift:

Welke drie dingen heeft een plant nodig voor fotosynthese?

(Je mag het ook tekenen en woorden erbij zetten.)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Filmpje!
Schrijf op in je schrift:

Welke drie dingen heeft een plant nodig voor fotosynthese?

(Je mag het ook tekenen en woorden erbij zetten.)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Voedsel maken
In de bladeren van planten vindt fotosynthese plaats.
Daarmee maakt een plant voedsel of glucose voor zichzelf.

Voor fotosynthese is licht nodig.
Fotosynthese vindt dus alleen plaats als het licht is (overdag).





Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Voedsel maken
Mensen eten delen van een plant als voedsel.

De meeste groente die we eten zijn de bladeren van planten.
Soms eten mensen ook de bloemen van planten.


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
fotosynthese

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese




Plant heeft (zon)licht nodig voor fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrels
Foto= licht   synthese= maken

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is fotosynthese?
A
het maken van voedsel
B
het maken van water
C
het maken van voedsel en zuurstof
D
Het maken van koolstofdioxide

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese vindt plaats in...
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
A
in alle delen van een plant
B
In bladeren van een plant
C
In alle groene delen van een plant
D
In de wortels van een plant

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

's Nachts doen planten aan fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
Als het licht is. In de nacht is het niet licht dus geen fotosynthese
Overdag is er wel licht dus wel fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor de fotosynthese is water nodig.
Welke andere stof wordt gebruikt bij de fotosynthese?
A
Glucose
B
Koolstofdioxide

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Wat is gemaakt of komt vrij na de fotosynthese?
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 36 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In afbeelding 9 zijn chrysanten getekend.

Kan bij chrysanten in de bladeren fotosynthese plaatsvinden? En in de stengels? En in de wortels? En in de bloemen?

Sleep de woorden naar het juiste vak (groen of rood).


wel fotosynthese
geen fotosynthese
bladeren
stengels
wortels
bloemen

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plenda
  • MH: Bio m 1 - 3 en 5 - 9 van 1.4 (blz 36) 
  • HA: Bio m 1.5 
  • MH : vr 27 sept - Bio Toets Th1: BS 1, 2, 3, 4, 6
  • HA : vr 27 sept - Bio Toets Th1: BS 1, 2, 3, 4, 5 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions