3.1.2 dichtheid [2ABC]

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

2A

2B

2C

op tafel

laptop

boek

rekenmachine

pen/potlood

geodriehoek

(etui)

vandaag het tweede gedeelte van 3.1

wat weet je nog van vorige les?
(leg gelijk je huiswerk open voor controle)

wat gaan we vandaag doen?

leerdoelen	5 min
uitleg dichtheid <- woordenlijst invullen!	15 min
dichtheid spel	15 min
exit tickets	10 min
huiswerk	10 min

leerdoelen

aan het einde van de les kan je:

-de dichtheid berekenen met een verhoudingstabel

-uitleggen wat dichtheid, massa, volume, drijven en verhoudingstabel betekend.

waarom drijft een boot?

Wat was het verschil met het zand toen het zonk en toen het bleef drijven?

Dichtheid

Dichtheid:

Het aantal gram van 1 cm³ van een stof. De eenheid van dichtheid is gram per kubieke centimeter (g/cm³)
dichtheid is een stofeigenschap.

                 

Massa 

De massa is een maat voor de hoeveelheid van een stof. We kunnen de massa meten met een weegschaal. 

De eenheid voor massa is kilogram (kg) of gram (g)

De grootheid is dan de massa.

Het symbool van massa is  ' m '. 

massa is een voorwerpeigenschap.

Volume:

Hoeveel ruimte een stof inneemt (mL of gram).

volume is een voorwerpeigenschap.

Volume meten:

Met de onderdompelmethode.

Drijven

Drijven is:

je voorwerp blijft bovenop

een vloeistof liggen.

Wanneer drijft iets?

als de dichtheid van je voorwerp kleiner is dan die van de vloeistof.

samen lezen

BLZ. 100

rekenen met een verhoudingstabel

Dichtheidspel

op de volgende pagina staat een link naar een website.

klik die aan en klik op "mystery".

ga vervolgens van elk blok uitrekenen wat de dichtheid is. en geef aan of ze drijven of niet. daarna kan je met de tabel kijken van welke stoffen de blokken zijn gemaakt.

klaar met set 1? ga door naar set 2.

phet.colorado.edu

Dichtheid bepalen

wat? Bereken van elk blok wat de dichtheid is, geef aan of de blokken drijven en zoek in de tabel op van welke stoffen de blokken zijn gemaakt. de gene die als eerste alle drie de sets goed heeft, wint.

hulp? kijk nog eens naar pagina 99 en 100.

tijd? 15 min

klaar? Ga alvast met opdracht 12 t/m 18 aan de slag (blz. 103)

forms.gle

Huiswerk

Maak

opdracht 12 tot en met 18 (pagina 103 en 104)

EN

maak de woordenlijst van 3.1.2 af.