‹Revenir à la recherche

herhaling taalverzorging KB3e

Herhaling taalverzorging KB3
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling taalverzorging KB3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefentoets gemaakt 
  • Onvoltooide tijd
  • Voltooide tijd bijvoeglijk gebruikt
  • Verkleinwoorden: cafeetje / omaatje
  • Meervoud: cafés / bureaus /hobby's  

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onvoltooide tijd
Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iemand iets doet, terwijl hij tegelijkertijd nog iets anders aan het doen is.
   

Het is dus nog niet voltooid:
Rillend stond ik op de schaatsbaan.
Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.
Zittend keken we naar de optocht.




Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onvoltooide tijd 
- maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.



lachend
fluitend
lopend
knippend



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het onvoltooid deelwoord in:

.... (Fluiten) fietste hij voorbij.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het onvoltooid deelwoord in

................(Stotteren) vertelde ik het hele verhaal.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het onvoltooid deelwoord in:

.................(Zuchten) vertelde Femke het hele verhaal.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het onvoltooid deelwoord in:

Ries is erg blij met zijn ...... (verdienen) sticker.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Om het voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt te snappen, moet je eerst weten wat een bijvoeglijknaamwoord is. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Wij hebben de wedstrijd gewonnen.
De  ..... wedstrijd.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


Mats heeft het cadeau ingepakt.
Het  ... cadeau.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.



De ... (vebreden) weg.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.



De ... (verbranden) hand.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:

De ... (maken) afspraak.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Het ... (bezetten) kasteel werd door het leger ontruimd.

Slide 17 - Question ouverte

bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (bijvoeglijk naamwoord)
Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Ik hoef die ... (bespuiten) groente niet.

Slide 18 - Question ouverte

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord (bijvoeglijk naamwoord)


Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:

Het ... (bevriezen) water.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
De ... (vinden) voorwerpen worden bewaard bij de balie.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:

De ... (jatten) wapens werden door de politie onderschept.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkleinwoorden
Verkleinwoorden zoals: cafeetje / omaatje

café --> cafeetje 
oma --> omaatje 
kiwi --> kiwietje 
menu --> menuutje 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verkleinwoord van...
hobby?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verkleinwoord van...
radio?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verkleinwoord van...
la?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verkleinwoord van café?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervouden 
Meervouden zoals: cafés / bureaus /hobby's. 

Café -- cafés 
bureau -- bureaus 
hobby -- hobby's 
kiwi -- kiwi's 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van cadeau?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van café?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van menu?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van kiwi?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud van auto?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het meervoud van hobby?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leren voor de toets
- leer het boekje taalverzorging. (MS Teams)
- bekijk de filmpjes die bij de hoofdstukken staan. 

oefenen? 
cambiumned.nl
oefeningen in MS Teams + antwoorden. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandachtspunten 
Neem mee: 
  • blauwe / zwarte pen 
  • markeerstift 
  • evt. pluspas 

Schrijf zo duidelijk en netjes mogelijk. 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Bijvoeglijk naamwoord

- Leçon avec 34 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 1

Bijvoeglijk naamwoord

- Leçon avec 35 diapositives
NederlandsMBOStudiejaar 1

Via Vervolg 1F Deel B thema 6 H2 Spelling & grammatica

- Leçon avec 20 diapositives

Via Vervolg 1F Deel B thema 6 H2 Spelling & grammatica

- Leçon avec 32 diapositives
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

herhaling PW formuleren en spelling - deel 2

- Leçon avec 25 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Herhaling

- Leçon avec 41 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Blok 5 deel 2 Verkleinwoorden

- Leçon avec 32 diapositives
SpellingMBOStudiejaar 1

Voltooid en onvoltooid deelwoord

- Leçon avec 25 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1