Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Naam
Nummer
Naam
Nummer
Ceren Altintas
1
Elif Kücüker
13
Yasmin Aouragh
2
Daniëlle Meijer
14
Jocelyne van den Berg
3
Fiep van Os
15
Aissatou Cherif Diallo
4
Deniz Özel
16
Chanell van Dijk
5
Luca Plakke
17
Loek Germers
6
Sanne Pohlmann
18
Larin Ghafour
7
Eva Poot
19
Kenley Graduszewski
8
Julian Richter
20
Mohammed Haj Kadour
9
Floor Ridderikhof
21
Shad Jamal
10
Rico Schulte
22
Renat Kalmykov
11
Dasha Sharova
23
Roxy Kappert
12
Jesse Spykman
24
Sanne Wijnhoud
25
Soulaiman Zen Alabedien
26
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Toets nakijken.
Intro H2.
Intro maken en nakijken.
Uitleg 2.1
Werken.
Uitleg 2.1
Slide 2 - Diapositive
Toets bespreken
Je tafel is leeg.
Je bespreekt je cijfer niet met anderen.
Je let goed op, misschien denk ja dat ik geen fouten kan maken, maar dat kan ik ook.
Je steekt je vinger op als je denkt een punt te hebben, en leest je antwoord letterlijk voor.
Heb je van mij een punt gekregen, hou je vinger dan lekker naar beneden, ook al denk je dat je punt onterecht is.
Slide 3 - Diapositive
We gaan het hebben over de periode 800 v.C tot 500 n.C.
Hoe kan het dat dit tijdvak dan al in 3000 v.C. begint?
Welke "uitvinding" wordt rond 3000 v.C. gedaan?
De Soemeriërs vinden het spijkerschrift uit. Einde pre historie.
Tijdvak 2:
De tijd van Grieken en Romeinen.
Oudheid 3000 v.C. tot 500 n.C.
Slide 4 - Diapositive
Wat is hetzelfde als bij de Egyptenaren? (Continuïteit)
Wat is er veranderd vergeleken met de Jagers verzamelaars? (Verandering)
Slide 5 - Diapositive
Aan het werk
zelfstandig 10 minuten:
Maak de Intro van H2 op blz. 73 en 74.
Ben je klaar? Maak dan 2.1 op blz. 75
JE MAG MIJ VRAGEN STELLEN, MAAR NIET AAN ELKAAR, DUS NIET PRATEN/FLUISTEREN!
timer
10:00
Slide 6 - Diapositive
Wat gaan we doen?
PO uitleg.
Uitleg 2.1.
Werken.
Uitleg 2.1
Slide 7 - Diapositive
Lesdoel
Je kunt drie kenmerken noemen van leven in een Griekse stadstaat.
Je kunt uitleggen hoe en door wie de Griekse stadstaat Athene bestuurd werd.
Je kunt uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur.
Slide 8 - Diapositive
Stadstaat vanaf 800 v.C.
Hebben de Griekse taal en cultuur.
Elke stadstaat had zijn eigen wetten, en ze werden verschillend bestuurd. Sommige stadstaten hadden een koning, soms bestuurden de rijken een stadstaat. Er waren politieke verschillen.
De Grieken leefden van landbouw, maar moesten veel handelen en oorlog voeren om aan voldoende voedsel te komen.
Ongeveer 1000 inwoners
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
wat is een andere naam voor stadstaat?
Wat betekent democratie?
Wie mochten er wel in de volksvergadering?
Slide 11 - Diapositive
Aan het werk.
10 minuten.
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
Maak dan 2.1 op blz. 75 t/m 79, vraag 1 t/m 12.
timer
10:00
Slide 12 - Diapositive
Goden en wetenschap.
Mensen proberen te verklaren wat er in de wereld gebeurt.
De Grieken verzonnen goden-verhalen. Dit noem je mythen.
Vanaf 600 v.C. geloofden een aantal Grieken daar niet meer in.
Hades en Persephone
3e eeuw v.C.
Slide 13 - Diapositive
Goden en wetenschap.
Sommige Grieken gaan onderzoek doen, en logisch nadenken.
De wetenschap betekent dat je probeert te snappen hoe iets werkt.