Franse revolutie

4.3 Revolutie in Frankrijk
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.3 Revolutie in Frankrijk

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
 Je kunt de oorzaken van de Franse revolutie benomen
 Je kunt de aanleiding van de Franse revolutie benoemen
 Je kunt de politieke veranderingen vanaf 1789 benoemen
 Je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met de gematigden en de radicalen
 Je kunt uitleggen wie Napoleon was.
 Je kunt uitleggen waarom Napoleon populair was onder de burger bevolking.
 Je kunt uitleggen waarom Napoleon het leger achter zich kreeg.
 Je kunt uitleggen waarom de nieuwe wetten van Napoleon aansloten bij de Verlichting.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is de verlichting?
Gebruik van verstand en logisch nadenken centraal stelden. Verlichte denkers vonden dat kennis, vrijheid en gelijkheid belangrijk waren en dat mensen niet blindelings de kerk of de koning moesten volgen. Ze wilden de samenleving verbeteren door meer rechten en vrijheid voor iedereen.

Slide 4 - Diapositive

Frankrijk
Lodewijk XVI had geld nodig -> grote schulden, mede door oorlogen en steun aan Amerikanen tijdens de Amerikaanse revolutie. 
Hij riep de Staten Generaal bijeen -> Bijzonder want eerste keer in 175 jaar. 
  • Geestelijkheid 300 man
  • Adel 300 man
  • Derde stand 600 man
Ruzie over manier van stemmen

Slide 5 - Diapositive

Nationale vergadering
  • Derde stand riepen een nieuwe vergadering uit. 
  • Doel: De koning moet minder macht hebben
  • Koning sluit hun zaal 
Gevolg?

Slide 6 - Diapositive

Eed op de kaatsbaan
Belofte: Niet uit elkaar voordat er een grondwet is geschreven die de macht van de koning inperkte. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat is een grondwet?
A
Een wet gemaakt over grond
B
Een wet om de koning af te zetten
C
Een wet alleen voor de derde stand
D
Daarin staan de belangrijkste wetten voor iedereen

Slide 10 - Quiz

De Franse Revolutie is geinspireerd door
A
De Renaissance
B
De Verlichting
C
De Amerikaanse revolutie
D
De Wetenschappelijke revolutie

Slide 11 - Quiz

Wat is de hoofdoorzaak van de Franse revolutie?
A
De boeren zijn ontevreden
B
De Verlichting
C
De burgers zijn ontevreden
D
Frankrijk is bankroet

Slide 12 - Quiz

Wat is GEEN oorzaak van de Franse Revolutie?
A
De Verlichtingsideeën over goed bestuur
B
De oneerlijke standensamenleving
C
De arrestatie van de Franse koning
D
Het bijeenroepen van de Staten-Generaal

Slide 13 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Franse Revolutie?
A
Lodewijk XVI wordt terechtgesteld
B
De 3de stand mocht niet meebslissen
C
Er waren misoogsten
D
Lodewijk XVI had grote schulden

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

De constitutionele monarchie in 1791
De derde stand stelde een democratische grondwet op. Frankrijk werd in 1791 een constitutionele monarchie. (Alleen mannen met een goed inkomen kregen kiesrecht!)

In het parlement twee partijen
  • Gematigden (willen beperkte veranderingen)
  • Radicalen (Willen grondige veranderingen)

Monarchie: land met koning
Constitutie: grondwet
Constitutionele monarchie: koninkrijk waarin de koning gebonden is aan de grondwet. 

Slide 17 - Diapositive

Wat is een constitutionele monarchie?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

wie is de leider van de terreur
A
Robespierre
B
Colbert
C
Jacobijn
D
Rousseau

Slide 25 - Quiz

Wat zal het doel zijn geweest van deze terreur?
A
Het volk onder controle houden door ze angst aan te jagen.
B
Een bedreigende boodschap sturen naar Pruisen en Oostenrijk
C
Zorgen dat meer mensen achter de Franse revolutie stonden
D
Het had geen doel. Men was bloeddorstig

Slide 26 - Quiz

Wat zijn de terreurjaren van de Franse Revolutie?
A
Een nationale feestdag die meerdere dagen per jaar terug kwam.
B
Jaren waarin het Franse volk onderdrukt werd met geweld.
C
Jaren waarin Frankrijk in oorlog was met veel landen in Europa.
D
De regeringsperiode van Lodewijk Terreur.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Diapositive