7.4 Verteren

'Paragraaf 7.4 Verteren'
Voeding en vertering
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

'Paragraaf 7.4 Verteren'
Voeding en vertering

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Sleep de voedingsstoffen naar de juiste groepen
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
suiker
vetten
vitaminen
mineralen
water
eiwitten
zetmeel

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke van deze 4 situaties verbruik je de meeste energie?
A
Je gaat op een warme dag op de fiets naar school
B
Je gaat op een koude dag op de fiets naar school
C
Je gaat op een warme dag met de bus naar school
D
Je gaat op een koude dag met de bus naar school

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de spieren is een voorraad brandstof opgeslagen, die bij inspanning kan worden gebruikt.
In welke vorm is brandstof in spieren opgeslagen?
A
in de vorm van glucose
B
in de vorm van glycogeen
C
in de vorm van glucagon
D
in de vorm van insuline

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vegetariër eet geen vlees. Welke voedingsstof zal een vegetariër via andere voedingsmiddelen moeten binnenkrijgen om voldoende bouwstoffen voor zijn spieren binnen te krijgen?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Mineralen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande voedingsstoffen kunnen direct in het bloed worden opgenomen zonder eerst verteerd te worden?
A
Eiwitten
B
Glucose
C
Vetten
D
Zetmeel

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen hoe het verteringsstelsel voedsel vervoert.
  • Je kan uitleggen wat vertering is.
  • Je kan uitleggen wat enzymen zijn en hoe ze werken.
  • Je kan uitleggen waar voedingsstoffen in je bloed terecht komen.
  • Je kan uitleggen wat er gebeurt in je dikke darm.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verterings-
stelsel

Voedsel wordt verkleind
en opgenomen in het bloed
= verteren

Niet alle voedingsstoffen 
moeten worden verteerd!



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het enzym met het optimum het dichts bij de lichaamstemperatuur van 37 graden, (zie grafiek) zal het snelste werken in het menselijk lichaam.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Doorslikken van eten
1 = huig
2 = tong
3 = speekselklier
4 = strotklepje
5 = slokdarm

Slide 11 - Diapositive

1 = huig, sluit neusholte af
2 = tong, duwt voedselbrij in slokdarm
3 = speekselklier, wordt speeksel gevormd
4 = strotklepje, sluit luchtpijp af
5 = slokdarm, peristaltische bewegingen
Peristaltische beweging
3 = kringspieren
4 = lengtespieren
5 = voedselbrij

Demo
Panty uitleg peristaltische bewegingen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort er bij de volgende omschrijving:
Het kleinmaken van voedsel

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak nu opdr. 3, 4, 6, 8 en 10 (7.4)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar en door wat wordt je voedsel verteerd?
  1. Mondholte: speeksel 
  2. Maag: maagsap
  3. 12 vingerige darm: alvleessap
  4.  Dunne darm: darmsap

GAL IS HULPSTOF !!

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ZETMEEL (KOOLHYDRATEN)
EIWITTEN
VETTEN
speeksel
maagsap
alvleessap
darmsap
darmsap
alvleessap
alvleessap

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

verteringssap
voedingsstoffen die verteerd worden
alleen zetmeel
alleen eiwitten
koolhydraten,
eiwitten en vetten
koolhydraten
en eiwitten
alvleessap
darmsap
maagsap
speeksel

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

voedingsstof die direct in je bloed wordt opgenomen
voedingsstof die eerst verteerd wordt voordat het in je bloed wordt opgenomen
geen voedingsstof
alle koolhydraten behalve glucose
glucose
vetten
voedingsvezel
mineralen
eiwitten
vitaminen
water

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

maak nu opdr. 13, 14 en 16 (7.4)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar komen de voedingsstoffen in het bloed?
  • In de dunne darm zijn de voedingsstoffen klein genoeg om in het bloed te worden opgenomen.
  • De dunne darmwand is erg dun en bevat veel haarvaten. De voedingsstoffen kunnen gemakkelijk door de wand heen (bron 10).
  • Door de darmplooien met darmvlokken is het oppervlakte van de dunne darmwand erg groot.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een van de gevolgen van levercirrose is dat er minder gal vanuit de lever via de galbuis naar het verteringskanaal wordt afgevoerd. Hierdoor worden vetten uit het voedsel minder goed door verteringsenzymen afgebroken.
In welk deel van het verteringskanaal komt de galbuis uit?
A
12-vingerige darm
B
Dikke darm
C
Maag
D
Endeldarm

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden geen verteringssappen aan de voedselbrij toegevoegd?

A
Maag
B
Twaalfvingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd.

In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?
A
in de slokdarm
B
in de dunne darm
C
in de dikke darm
D
in de 12 vingerige darm

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het deel van het verteringskanaal waarin onverteerde resten worden ingedikt?
A
Dunne darm
B
Dikke darm

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Opdrachten 7.4 maken



Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions