Kerst Quiz

Kerstquiz 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kerstquiz 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lucas 2

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


1. Hoeveel kaarsen zitten er in een adventskrans of
-kandelaar?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Maria moest met Jozef vanuit Nazareth naar Bethlehem gaan om zich daar te laten inschrijven. Hoe lang was hun reis?
A
ongeveer 80 km
B
ongeveer 100 km
C
ongeveer 130 km
D
ongeveer 150 km

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


2. Jozef en Maria waren:
A
Verliefd
B
Verloofd
C
Getrouwd
D
Gescheiden

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Vul aan: ‘Midden in de winternacht, ging de hemel open; Die ons heil ter wereld bracht …’
A
boodschap uit de hoge
B
bij de schapen in de stal
C
Christus is geboren
D
antwoord op ons hopen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie ging Maria op bezoek nadat ze gehoord had dat ze een kindje zou krijgen?
A
bij haar moeder
B
bij haar zus
C
bij haar tante
D
bij haar nicht

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie kreeg de opdracht de baby de naam Jezus te geven?
A
Maria
B
Jozef
C
Maria en Jozef kregen apart van elkaar de opdracht
D
Maria en Jozef waren samen toen ze de opdracht kregen.

Slide 10 - Quiz

Zie Mattheüs 1:21 en Lukas 1:31
Van welke plek naar welke plek gingen Jozef en Maria?
A
Van Nazareth naar Bethlehem
B
Van Jeruzalem naar Nazareth
C
Van Jeruzalem naar Bethlehem
D
Van Galilea naar Nazareth

Slide 11 - Quiz

Zie Mattheüs 1:21 en Lukas 1:31
Hoe reisde Maria naar Bethlehem?
A
Jozef droeg haar
B
ze liep zelf
C
ze zat op een ezel
D
onbekend

Slide 12 - Quiz

Op veel afbeeldingen zit Maria op een ezel. Dat zou kunnen, maar het staat nergens.
In welk seizoen werd Jezus geboren?
A
winter
B
lente
C
zomer
D
onbekend

Slide 13 - Quiz

Er is een kans van 1 op 365 dat Jezus op 25 december is geboren. Op basis van de evangeliën valt niets te zeggen over seizoen of datum, maar er doen wel speculaties de ronde. De herders stonden in het veld toen de engelen het goede nieuws bekendmaakten: daaruit zou je kunnen afleiden dat Jezus in het warme seizoen – de lente of de zomer – geboren is. 
Wie zijn er bij Jezus geweest in de stal?
A
Herodes en de wijzen
B
Herodes, de wijzen en de herders
C
De herders
D
De wijzen en de herders

Slide 14 - Quiz

Er is een kans van 1 op 365 dat Jezus op 25 december is geboren. Op basis van de evangeliën valt niets te zeggen over seizoen of datum, maar er doen wel speculaties de ronde. De herders stonden in het veld toen de engelen het goede nieuws bekendmaakten: daaruit zou je kunnen afleiden dat Jezus in het warme seizoen – de lente of de zomer – geboren is. 
Hoeveel wijzen uit het oosten waren er?
A
2
B
3
C
4
D
onbekend

Slide 15 - Quiz

Er staat nergens hoeveel er kwamen, laat staan dat ze Caspar, Melchior en Baltasar zouden heten. Dat het er drie waren, is onterecht afgeleid van het feit dat ze drie cadeaus gaven: goud, wierook en mirre.
Wat was het beroep van de wijzen uit het oosten?
A
astroloog
B
koning
C
wijsgeer
D
onbekend

Slide 16 - Quiz

De Bijbel gebruikt een woord dat in onze tijd ‘astroloog’ betekent.
Waar kwamen de wijzen Jezus bezoeken?
A
In de stal
B
In een tempel
C
In een paleis
D
In een huis

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions