Kerst Quiz

Kerstquiz
2024
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kerstquiz
2024

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


1. Hoeveel kaarsen zitten er in een adventskrans of
-kandelaar?
A
3
B
4
C
5
D
7

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moesten Maria en Jozef naartoe om zich te laten inschrijven?
A
Van Nazareth naar Bethlehem
B
Van Jeruzalem naar Nazareth
C
Van Jeruzalem naar Bethlehem
D
Van Galilea naar Nazareth

Slide 7 - Quiz

Zie Mattheüs 1:21 en Lukas 1:31

2. Jozef en Maria waren:
A
Verliefd
B
Verloofd
C
Getrouwd
D
Gescheiden

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Maria moest met Jozef vanuit Nazareth naar Bethlehem gaan om zich daar te laten inschrijven. Hoe lang was hun reis?
A
ongeveer 80 km
B
ongeveer 100 km
C
ongeveer 140 km
D
ongeveer 150 km

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Vul aan: ‘Midden in de winternacht, ging de hemel open; Die ons heil ter wereld bracht …’
A
boodschap uit de hoge
B
bij de schapen in de stal
C
Christus is geboren
D
antwoord op ons hopen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie ging Maria op bezoek nadat ze gehoord had dat ze een kindje zou krijgen?
A
bij haar moeder
B
bij haar zus
C
bij haar tante
D
bij haar nicht

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke engel bracht Maria de boodschap dat zij een kindje zou krijgen?
A
Michaël
B
Gabriël
C
Rafaël
D
Jozef

Slide 12 - Quiz

Zie Mattheüs 1:21 en Lukas 1:31
Hoe reisde Maria naar Bethlehem?
A
Jozef droeg haar
B
ze liep zelf
C
ze zat op een ezel
D
onbekend

Slide 13 - Quiz

Op veel afbeeldingen zit Maria op een ezel. Dat zou kunnen, maar het staat nergens.
In welk seizoen werd Jezus geboren?
A
winter
B
lente
C
zomer
D
onbekend

Slide 14 - Quiz

Er is een kans van 1 op 365 dat Jezus op 25 december is geboren. Op basis van de evangeliën valt niets te zeggen over seizoen of datum, maar er doen wel speculaties de ronde. De herders stonden in het veld toen de engelen het goede nieuws bekendmaakten: daaruit zou je kunnen afleiden dat Jezus in het warme seizoen – de lente of de zomer – geboren is. 
Wie zijn er bij Jezus geweest in de stal?
A
Herodes en de wijzen
B
Herodes, de wijzen en de herders
C
De herders
D
De wijzen en de herders

Slide 15 - Quiz

Er is een kans van 1 op 365 dat Jezus op 25 december is geboren. Op basis van de evangeliën valt niets te zeggen over seizoen of datum, maar er doen wel speculaties de ronde. De herders stonden in het veld toen de engelen het goede nieuws bekendmaakten: daaruit zou je kunnen afleiden dat Jezus in het warme seizoen – de lente of de zomer – geboren is. 
Hoeveel wijzen uit het oosten waren er?
A
2
B
3
C
4
D
onbekend

Slide 16 - Quiz

Er staat nergens hoeveel er kwamen, laat staan dat ze Caspar, Melchior en Baltasar zouden heten. Dat het er drie waren, is onterecht afgeleid van het feit dat ze drie cadeaus gaven: goud, wierook en mirre.
Wat was het beroep van de wijzen uit het oosten?
A
astroloog
B
koning
C
wijsgeer
D
onbekend

Slide 17 - Quiz

De Bijbel gebruikt een woord dat in onze tijd ‘astroloog’ betekent.
Je zou het 
moeten kunnen 
ruiken… 

Wat is dit?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

11. Je zou het
moeten kunnen
ruiken…
Wat is dit?

A
Saffraan
B
Eucalyptus
C
Mirre
D
Wierook

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

13. Jozef, Maria en de kleine Jezus moesten vluchten na het bezoek van de wijzen. Waarom?

A
Koning Herodes wilde Jezus laten vermoorden.
B
Er kwam een grote hongersnood in Bethlehem.
C
Pilatus wilde Jezus laten vermoorden.
D
Keizer Nero liet alle mensen uit Bethlehem verjagen.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


14. Waar vluchtten Jozef, Maria en de kleine Jezus naartoe?

A
Griekenland
B
Ethiopië
C
Klein-Azië
D
Egypte

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet iedereen worden ingeschreven?
A
Zodat de keizer weet welke mensen waar wonen
B
Zodat de keizer de bewoners belasting kan laten betalen
C
Zodat de keizer hoeveel inwoners hij had.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Jesaja wordt gesproken over de naam Immanuël.
Wat betekent Immanuël?
A
God redt
B
God met ons
C
God geeft vrede
D
God is liefde

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk lied zongen de engelen toen Jezus geboren was?
A
Nu zijt wellekome
B
Midden in de winternacht
C
Ere zij God
D
Stille Nacht.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kerstwens

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions