Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
les 3 diabetes
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen:
Jullie weten hoe te handelen bij een hypo/ hyper
jullie kennen de verschillende soorten insuline
jullie weten de complicaties bij diabetes
Slide 2 - Diapositive
Diabetes type 1
Geen aanmaak insuline
Insulineafhankelijk
* alle leeftijden
Diabetes type 2
wel aanmaak van insuline maar onvoldoende
dieet +
soms medicatie
* vooral ouderen
Slide 3 - Diapositive
soms gaat er wat mis ...
en is de bloedsuikerspiegel te hoog of te laag
te laag = hypoglycemie
te hoog = hyperglycemie
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Hoe kan een hypoglycemie ontstaan? Noem 2 oorzaken
Slide 6 - Question ouverte
Hypo ontstaat door:
- te weinig gegeten
-te veel lichaamsbeweging dan gebruikelijk
- te veel insuline gespoten
- op verkeerde tijden insuline gespoten
- ziekte ( braken) / stress
-alcohol gebruik
- operatie
Slide 7 - Diapositive
wat te doen bij hypo?
laat de zorgvrager rustig zitten
haal even hulp
meet de bloedglucos gehalte
zorg dat de zorgvrager suiker krijgt:
dextro toedienen ( druivesuiker) of
glas frisdrank of
sinasappelsap/ thee/ koffie met suiker
Slide 8 - Diapositive
wat te doen bij hypo?
naast de 'snelle' suikers van de vorige dia ook de zorgvrager wat laten eten: b.v. een boterham. De 'snelle' suikers zijn namelijk ook weer snel uitgewerkt
je meet de bloedglucose na 20 minuten opnieuw!
wanneer deze nog staads lager is dan 4 mmol/l opnieuw bovenstaande acties herhalen
Slide 9 - Diapositive
Wat kan er gebeuren bij geen behandeling van de hypo?
Slide 10 - Question ouverte
Hoe kan een hyperglycemie ontstaan? Noem 1 oorzaak
Slide 11 - Question ouverte
Hyper ontstaat door:
- te veel koolhydraten eten of op onregelmatige momenten gegeten
- te weinig beweging
- te weinig insuline gespoten
- koorts, stress
- bepaalde medicijnen ( b.v. prednisolon)
Slide 12 - Diapositive
welk advies geef je bij een hyper?
Slide 13 - Carte mentale
Wat moet je doen bij een hyperglycemie?
Slide 14 - Diapositive
wat te doen bij hyper?
laat de zorgvrager water laten drinken
haal even hulp; bij braken en /of sufheid altijd arts waarschuwen!
eventueel insuline bijspuiten wanneer dit de opdracht is (soms staat dit al in het zorgdossier afgesproken)
meet de bloedglucos gehalte
Slide 15 - Diapositive
Welke soorten insuline ken je?
Slide 16 - Question ouverte
kortwerkende insuline
b.v. Actrapid
werkt relatief snel ( binnen 30 min)
werkingsduur= kort ( 6- 8uur)
Slide 17 - Diapositive
middellangwerkende insuline
b.v. Insulatard
werkt na ongeveer 1 1/2 uur
werkingsduur= max 24 uur
Slide 18 - Diapositive
mengsels van kort en middellangwerkende insuline
b.v. Mixtard 30/70
werkt binnen 30 minuten
werkingsduur= max 24 uur
Slide 19 - Diapositive
Leerdoelen:
Jullie weten hoe te handelen bij een hypo/ hyper
jullie kennen de verschillende soorten insuline
Slide 20 - Diapositive
Ik weet wat ik moet doen bij een hypo en hyper
A
JA
B
NEE
C
heb niet opgelet in de les
D
moet eerst nog verwerkingsopdrachten maken
Slide 21 - Quiz
Ik weet de verschillende soorten insuline
A
heb niet opgelet in de les
B
NEE
C
heb wat anders gedaan tijdens de les
D
eerst nog verwerkingsopdrachten maken
Slide 22 - Quiz
huiswerk
werk 3 aandachtspunten uit voor de verpleegkundige zorg aan een diabetes patiënt
benoem hierbij de complicatie die kan ontstaan voor een zorgvrager met diabetes en leg de complicatie uit!
benoem je bron en gebruik lettertype 12
Slide 23 - Diapositive
huiswerk
hoe werkt orale anti diabetica?
hoe werkt het bijspuiten met glucagon? wanneer moet dit?