Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen
Bepaal van de volgende zinnen of ze samengesteld of enkelvoudig zijn
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Handel
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Samengestelde zinnen
Bepaal van de volgende zinnen of ze samengesteld of enkelvoudig zijn
Slide 1 - Diapositive
Margriet leest een boek
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 2 - Quiz
Theo vindt tennis leuk terwijl Margriet liever leest
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 3 - Quiz
Theo heeft al sinds zijn vroege jeugd moeite met lezen
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 4 - Quiz
Margriet wil hem helpen en heeft daarom een boek over tennis gekocht
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 5 - Quiz
Samen zullen ze er wel uitkomen lijkt mij
A
enkelvoudig
B
samengesteld
Slide 6 - Quiz
Cement in de zin
In een samengestelde zin zit vaak een voegwoord
Bekende voegwoorden zijn:
en, maar, want, of, omdat, als , hoewel etc.
Slide 7 - Diapositive
Voegwoord
Bepaal in de volgende zinnen het voegwoord
Slide 8 - Diapositive
Theo vindt tennis leuk maar Margriet leest liever
Slide 9 - Question ouverte
Margriet wil hem helpen en heeft daarom een boek over tennis gekocht
Slide 10 - Question ouverte
Samen zullen ze er wel uitkomen, lijkt mij.
Slide 11 - Question ouverte
Peter heeft een fiets
Morgen werk ik niet
U mag naar Leeuwarden
Anja heeft een auto
Ik heb een bruiloft
Het heeft wel gesneeuwd
Slide 12 - Diapositive
Nevenschikking
Een samengestelde zin waarbij twee hoofdzinnen met elkaar worden verbonden door een nevenschikkend voegwoord:
en, maar (echter), want, of
Slide 13 - Diapositive
Onderschikking
Een samengestelde zin waarbij een hoofdzin en een bijzin in elkaar verweven zijn. Ze worden verbonden door een
onderschikkend voegwoord of betrekkelijk voornaamwoord
Slide 14 - Diapositive
Herkennen onderschikking
Je moet altijd iets aanpassen als je ze uit elkaar haalt
Je kunt er een ja/nee vraag van maken
Slide 15 - Diapositive
Opdracht
Stap 1:
Haal de zinnen uit elkaar zoals je bij nevenschikking doet en stel vast wat er gebeurt
Slide 16 - Diapositive
Peter heeft een fiets terwijl Anja een auto heeft
Slide 17 - Question ouverte
Morgen werk ik niet omdat ik een bruiloft heb
Slide 18 - Question ouverte
Opdracht
Maak van onderstaande zinnen een ja/nee vraag
Slide 19 - Diapositive
Peter heeft een fiets terwijl Anja een auto heeft.
Slide 20 - Question ouverte
Morgen werk ik niet omdat ik een bruiloft heb.
Slide 21 - Question ouverte
Opdracht
Maak oefening 12 a en 12 b (blz 146) uit Vlekkeloos Nederlands
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 7 - Samengestelde zinnen
Septembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,3
Herhalingsles samengestelde zinnen
Février 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica havo 3 - Samengestelde zinnen
Juin 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica havo 3 - Samengestelde zinnen
Mars 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
D3 L6 Vervolg enkelvoudige en samengestelde zinnen
Mai 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica havo 3 - Samengestelde zinnen
Octobre 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen
Mai 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Enkelvoudige of samengestelde zinnen
Juin 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1