BSR 1bka Cursus Taal §4

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL
 §4 Bouwstenen

  • Lees tekst 1 op blz. 92-93.
  • Maak opdracht 1 op blz. 92.
  • Ga in de LessonUp!
timer
6:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL
 §4 Bouwstenen

  • Lees tekst 1 op blz. 92-93.
  • Maak opdracht 1 op blz. 92.
  • Ga in de LessonUp!
timer
6:00

Slide 1 - Diapositive

  • Je weet wat bouwstenen van (onze) taal zijn. 
  • Je weet de begrippen 'alfabet' en 'karakter' betekenen.
Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Herhaling paragraaf 1 t/m 3;
  • instructie paragraaf 4;
  • in gesprek over de begrippen alfabet, karakter, lettergreep en bouwstenen;
  • aan de slag;
  • afronden!

Slide 3 - Diapositive

Wie kan kort vertellen waar we het
de vorige les over hebben gehad?

Slide 4 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een tweede taal en een vreemde taal?

Slide 5 - Question ouverte

Wanneer is een taal officieel een 'rijkstaal'?

Slide 6 - Carte mentale

Rijkstaal
Streektaal
Brabants
Gronings
Limburgs
Amsterdams
Fries

Slide 7 - Question de remorquage

Lees de woorden a tot en met e in dialect/streektaal en de betekenissen. Maak de juiste combinaties.
hotel
advocaat
stofzuiger
aardappelen
vaatdoek
a blievingshoes (Limburgs)
b geliekproater (Gronings)
c huulbessem (Nedersaksisch)
d petoaten (Zeeuws)
e skottelslet (Brabants)

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is een leenwoord?
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
woord dat bestaat uit meerdere zelfstandige naamwoorden
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwets woord, woord dat we niet meer gebruiken

Slide 9 - Quiz

Hoe kan het dat taal verandert door leenwoorden en nieuwe woorden?

Slide 10 - Question ouverte

Huiswerk bespreken!
blz. 91.

Slide 11 - Diapositive

§4 Bouwstenen 
blz. 92-93

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Wat staat hier?
k hb n lk wknd ghd.

Slide 16 - Question ouverte

Wat?
Cursus 4 Taal, §4 Bouwstenen.
Rode boek: opdracht 2 en 3 (blz. 92-93).
Blauwe boek: opdracht 2 en 3 (blz. 92-93).
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen. Schrijf de antwoorden in je schrift!
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt (4 B's).
Tijd
10 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Werk alvast verder aan opdracht 4 of
ga verder in je leesboek!
Uitwerken
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

  • Je weet wat bouwstenen van (onze) taal zijn. 
  • Je weet de begrippen 'alfabet' en 'karakter' betekenen.
Lesdoelen checken

Slide 19 - Diapositive

Met welke bouwstenen kunnen we Nederlandse woorden maken?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen het Nederlandse en Japanse schrift?

Slide 21 - Question ouverte

Wat zijn karakters?
A
Verzameling letters of tekens die je bij een taal gebruikt om te schrijven
B
tekens die een klank of een begrip weergeven

Slide 22 - Quiz