Krachten
1 / 10
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Kun je een kracht zien?
A
Nee, maar wel voelen
B
Nee, maar wel de gevolgen van een kracht
C
Ja, natuurlijk wel
D
Nee
Slide 2 - Quiz
Een kracht kun je tekenen als een pijl. Wat hoef je NIET te weten?
A
De richting
B
De grootte
C
De soort
D
Het aangrijpingspunt
Slide 3 - Quiz
Wat is de eenheid van een kracht?
A
Kilogram
B
Newton
C
Gram
D
Ton
Slide 4 - Quiz
Wat is het symbool van zwaartekracht?
A
g
B
z
C
Fz
D
kg
Slide 5 - Quiz
Magneten oefenen een kracht uit op elkaar. Wat is waar?
A
Twee noordpolen trekken elkaar aan
B
Een noordpool en een zuidpool trekken elkaar aan
C
Een noordpool en een zuidpool stoten elkaar af
D
Twee zuidpolen trekken elkaar aan
Slide 6 - Quiz
Een zak aardappelen weegt 10 Kg. Hoe groot is de zwaartekracht die aan deze zak trekt?
A
100N
B
1N
C
0,1N
D
100KN
Slide 7 - Quiz
Een hefboom is in evenwicht. Jos hangt aan de rechterkant een extra gewichtje. Wat gebeurt er ?
A
De hefboom blijft in evenwicht vanwege de zwaartekracht
B
De hefboom draait rechtsom
C
De hefboom draait linksom
Slide 8 - Quiz
Als een wip in evenwicht is en de linker persoon gaat naar achteren, dan:...
A
Gaat de wip rechts omhoog
B
Gaat de wip links omhoog
C
Gaat de wip links omlaag
D
Gaat de wip rechts omlaag
Slide 9 - Quiz
Als Jan en piet samen aan een touw trekken met ieder een kracht van 500 N, dan is de kracht
A
Nog steeds 500N
B
1KN
C
5000N
D
50N
