3V: Ch.3 - Bron H + Project 2 (les 2)

3VA
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3VA

Slide 1 - Diapositive

3VB

Slide 2 - Diapositive

Bonjour!

Slide 3 - Diapositive

Programme d'aujourd'hui 
  • Grammaire: Bron D (herhaling)
  • Grammaire: Bron H
  • Project 2: stencil

Slide 4 - Diapositive

Le passé composé
1.
Vous … … (finir) votre travail à temps?
2.
Je … … (entrer) dans la salle de classe.
3.
Ils … … (vendre) leur vieille voiture.
4.
Elle … … (monter) au deuxième étage.
5.
Nous … … (écouter) de la musique toute la soirée.
Vervoeg de volgende werkwoorden in de passé composé.
Let op! Je moet zelf kijken of het werkwoord met être of avoir als hulpwerkwoord wordt vervoegd.
timer
4:00

Slide 5 - Diapositive

Le passé composé
1.
Vous avez fini votre travail à temps?
2.
Je suis entré(e) dans la salle de classe.
3.
Ils ont vendu leur vieille voiture.
4.
Elle est montée au deuxième étage.
5.
Nous avons écouté de la musique toute la soirée.
Vervoeg de volgende werkwoorden in de passé composé.
Let op! Je moet zelf kijken of het werkwoord met être of avoir als hulpwerkwoord wordt vervoegd.

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel vragen had je goed?
1
2
3
4
Alles :)
niets :(

Slide 7 - Sondage

Les objectifs
Aan het eind van deze les:

  • .. .weet je hoe de rest van het schooljaar eruit gaat zien
  • ... kun je vertellen over een vakantieverblijf
  • ... kun je een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door een pers. vnw.

Slide 8 - Diapositive

 Bron H
Het lijdend voorwerp vervangen door een lidwoord...

le / la / l' / les

p. 120 -- ex. 29a 
Vertaal de zinnen, wat valt op?
timer
1:30

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Carte mentale

Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp 

In het Frans kun je het lijdend voorwerp in een zin vervangen. Dat doe je met de woorden le, la, les of l'
Dat doe je om de herhaling de voorkomen. 



Chloé rencontre Romain. - Chloé ontmoet Romain.
Elle rencontre Romain au cinéma - Zij ontmoet Romain in de bioscoop.
>>> Elle le rencontre au cinéma >>> Zij ontmoet hem in de bioscoop. 

Slide 11 - Diapositive

Attention!
Het persoonlijk voornaamwoord staat meestaal voor het persoonsvorm. 


Je choisis l'hôtel            > Je le choisis
J'ai choisi le camping > Je l'ai choisi 

Slide 12 - Diapositive

le 
les 
l' 
l' 
la
les

Slide 13 - Question de remorquage

Maxime adore
les chiens
A
m ev
B
v ev
C
meervoud

Slide 14 - Quiz

Maxime adore les chiens.

(door welke persoonlijk vnw moet je het lijdend voorwerp vervangen?)
A
Maxime la adore
B
Maxime l'adore
C
Maxime le adore
D
Maxime les adore

Slide 15 - Quiz

Je visite
la Tour Eiffel
A
m ev
B
v ev
C
meervoud

Slide 16 - Quiz

Je visite la Tour Eiffel

(door welke persoonlijk vnw moet je het lijdend voorwerp vervangen?)
A
Je la visite
B
Je l' visite
C
Je le visite
D
Je les visite

Slide 17 - Quiz

Au travail!
Fais exercices 29 cde + 30acde

ZF
timer
12:00

Slide 18 - Diapositive

Tu as visité le port de Marseille?
A
Oui, je l'ai visité.
B
Oui, je le ai visité.
C
Oui, j'ai le visité.

Slide 19 - Quiz

Et comment tu trouves la ville?
A
Je l'trouve très belle.
B
Je la trouve très belle.
C
Je trouve la très belle.

Slide 20 - Quiz

Tu as essayé le service de vélos gratuits?
A
Oui, je l'ai essayé.
B
Oui, j'ai essayé le.
C
Oui, le j'ai essayé.

Slide 21 - Quiz

Tu veux acheter un vélo?
A
Oui, je le veux acheter.
B
Oui, je veux l'acheter.
C
Oui, la je veux acheter.

Slide 22 - Quiz

Project 2
Je mag nu in de groepje nog even werken aan je presentatie.
Kom naar mij toe als je vragen hebt.
timer
12:00

Slide 23 - Diapositive

Les devoirs
Faire: 29 + 30 + 32 (IN JE BOEK)
Apprendre: alle bronnen van Chapitre 3

Slide 24 - Diapositive

Ik begrijp hoe ik een zinsdeel kan vervangen door een lidwoord.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Hier wil ik graag meer aandacht aan besteden in de les:

Slide 26 - Question ouverte