Woche 4 2V

Woche 4 P1
-Kap. 4 Grammatik A (FEestenten, s-klank, -d/t regel), E21, E22 (20 Min.)+ Schreiben (Een wolf heeft honger)


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Woche 4 P1
-Kap. 4 Grammatik A (FEestenten, s-klank, -d/t regel), E21, E22 (20 Min.)+ Schreiben (Een wolf heeft honger)


Slide 1 - Diapositive

Die Lernziele dieser Unterrichtsstunde
-  Je kan de stam van een werkwoord bepalen. Ook in geval zoals: basteln
- Je weet hoe je de FEesttenten- regel toepast.
- Je kan werkwoorden in de s-klank groep en 
-d/-t groep vervoegen in de tegenwoordige tijd. 

Slide 2 - Diapositive

Uitleg FEesttenten regel
Stap 1: De stam van het werkwoord vinden
              glauben, wünschen, begeistern, basteln
Stap 2: Wat is de FEesttenten regel en hoe pas je hem toe? 
Stap 3: s-klank, d/t groep


Slide 3 - Diapositive

GR A FEesttenten, s-klank, -d/t
FEesttenten
s-klank
vwo: -d/t
ich             mache
du             machst
du               heißt
du            arbeitest
er/sie/es   macht
er/sie/es   arbeitet
wir            machen
ihr             macht
ihr             arbeitet
Sie/sie      machen

Slide 4 - Diapositive

     Een wolf heeft honger
De wolf houdt erg van het schaap. Het schaap houdt erg van het gras. De wolf is lang (groß) en dun. Hij heeft scherpe tanden. Het schaap is schuw en lief. Het heeft een zachte vacht.

De wolf aait het schaap. Het schaap springt, zwemt en vliegt :p. De wolf heeft honger. Hij wil (will) geen groente eten. Hij raakt een varken aan. Het varken springt, zwemt en vliegt.
Een olifant hoort het en zorgt voor het schaap en het varken. Hij zegt “Wolf, je bent ondeugend. Heb je honger? Vreet (Friss) dan een kip!” De kip hoort het en vliegt weg.

De wolf heeft honger en denkt aan de konijnen en de cavia’s. Maar de konijnen en de cavia’s zijn mijn lievelingsdieren. Mijn moeder koopt twee koeien. Een koe doodt (töten) de(den) wolf.

Slide 5 - Diapositive

Woche 4 P2 (2Ab, 2Ga 1 les valt uit.)
- Den Text "Ein Wolf hat Hunger" besprechen
-Kap. 4 Grammatik B, B E25  + E26
-F38+Schreiben: über Haustiere erzählen

Slide 6 - Diapositive

Die Lernziele dieser Unterrichtsstunde
- Je kan alle zwakke werkwoorden in volt. tegenwoordige tijd vervoegen.
- Je kan alle sterke werkwoorden van hfd. 4 in volt. tegenwoordige tijd vervoegen. 

Slide 7 - Diapositive

GR B: Het voltooid deelwoord
zwak
zwak
zwak
sterk (uit je hoofd)
ge-stam-t
ge-stam-e-t
...ge-stam-t
stam-t
bijv.
bijv.
bijv.
hören
streicheln
basteln
antworten
einkaufen
zuhören
anfassen
-studieren
-besuchen
-erklären
-versorgen
zie blz. 132
samen de st.ww 
onderstrepen

Slide 8 - Diapositive

Wat is het voltooid deelwoord van "kochen"?

Slide 9 - Question ouverte

Welcher Satz ist korrekt?
A
Sie habt in Zürich studiert.
B
Sie hat in Zürich gestudiert.
C
Sie hat in Zürich studiert.
D
Sie haben in Zürich gestudiert.

Slide 10 - Quiz

Welcher Satz ist falsch?
A
Sie hat das Buch gefunden.
B
Wann seid ihr angekommen?
C
Sie ist weggegehen.
D
Hast du es geschrieben?

Slide 11 - Quiz

Hoe schrijf je "gemaakt"?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe schrijf je "gemeld"?

Slide 13 - Question ouverte

Mein Kater: Floki

Slide 14 - Diapositive

Über Haustiere erzählen
Aussehen
kurze/ lange Beine, braune Flecken, ein weiches Fell, schöne Feder, schafe Zähne, getigert, gepunktet, gestreift, Rassekatze
Kaliko-Katze, Schildpatt-Katze, Schlappohr, 
Futter
Gemüse, Fleisch, Gras, Heu, Katzenfutter
frisches Futter
Charakter
total lieb, frech, verspielt, süß, scheu, dumm, klug, schlau, tollpatschig, anhänglich

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien