les 22, do 22 april

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
- l'objectif d'aujourd'hui (10 min)
- grammaire C (15 min)
- exercice sur le tableau: groupe 3 (5 min)
- ex. 13BC, 14, 15 (5 min)
- exercice sur le tableau: groupe 1, groupe 2 et groupe 3 (5 min)


Les devoirs:
Faire: ex. 13BC, 14, 15
Apprendre: voca BE

Slide 2 - Diapositive

L'objectif
Aan het eind van de les kan ik het bijvoeglijk naamwoord toepassen in Franse zinnen.


Hoe ga ik dat doen?.....

Slide 3 - Diapositive

Grammaire C: groupe 1, groupe 2, groupe 3
Het bijvoeglijk naamwoord - l'adjectif


Slide 4 - Diapositive

Even in het Nederlands...
Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Waar zegt het iets over?

Kan jij een voorbeeld bedenken van een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands?

Ken je misschien al een aantal bijvoeglijk naamwoorden in het Frans???

Slide 5 - Diapositive

In het Frans...
- Net als in het Nederlands zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over dingen of personen. 
- Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord. (Dus aan dingen of personen..)
- Er zijn natuurlijk ook een aantal uitzonderingen.. Zoals altijd.. :) 

Slide 6 - Diapositive

Hoe past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord?  (Groupe 2, groupe 3)
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
e
Meervoud
s
es
Exemple: 
Le stylo est vert 
Les stylos sont verts

Slide 7 - Diapositive

Attention!!!
- Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een "e"? --> Geen extra "e" toevoegen aan de vrouwelijke vorm!
exemple: 
Il est pâle (bleek).-  Elle est pâle. 
En dus NIET: Elle est pâlee.

- Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een "s"? --> Geen extra "s" toevoegen aan de mannelijke meervoudsvorm.
exemple:
Le T-shirt est gris. -  Les T-shirts sont gris.
En dus NIET: Les T-shirts sont griss.
X
X

Slide 8 - Diapositive

Uitzonderingen...
Mannelijk, ev
Vrouwelijk, ev
Mannelijk, mv
Vrouwelijk, mv
Il est beau
Elle est belle
Ils sont beaux
Elles sont belles
Il est nouveau
Elle est nouvelle
Ils sont nouveaux
Elles sont nouvelles
Il est vieux
Elle est vieille
Ils sont vieux
Elles sont vieilles

Slide 9 - Diapositive

Let op!!!
Dit staat niet in je boek, dus markeer dit in je aantekeningenschrift!

-  Gaat het om een jongen en een meisje? --> mannelijk meervoud
Claire et Bart sont petits.
- Gaat het om een groep meisjes, waarin ook één jongen zit? --> mannelijk meervoud
Claire, Jeanine, Sara, Doha et Bart sont petits. 

Slide 10 - Diapositive

Exercice: groupe 3 (5 min) 
Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord. De eerste zin doen wij samen. :)

1. La mère est ..grande.. (groot).
2. Claire et Bart sont ..petits. (klein).
3. La voiture est ...rouge. (rood).
4. Bart et Piet sont ..beaux.(mooi).
Tu as fini?
faire: ex. 13BC, 14, 15
apprendre: voca AB

Slide 11 - Diapositive

Exercice: groupe 1, 2, 3 (5 min) 
Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord. 

1. La voiture est ... (blauw) = bleue
2. Les chiens sont ... (oud) = vieux

Slide 12 - Diapositive

L'objectif
Aan het eind van de les kan ik het bijvoeglijk nw toepassen in Franse zinnen.

Leerdoel behaald?
Zo niet: neem nogmaals grammaire C door voor de volgende les.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive