2.3 en 2.4 Democratisering Globalisering

1 / 36
suivant
Slide 1: Vidéo
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Staatsvorming

Slide 2 - Carte mentale

Vandaag
Kernconcept: Democratisering

Slide 3 - Diapositive

Democratiesering
Het proces van verandering van de machts en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder macht

Slide 4 - Diapositive

Directe democratie en indirecte (representatieve) democratie:
directe democratie: Iedereen mag over alles meepraten en meebeslissen

indirecte (representatieve) democratie: Democratie waarin gekozen vertegenwoordigers de beslissingen nemen.

Slide 5 - Diapositive

Proces van democratisering
Burgers krijgen in de loop van de tijd een aantal rechten:
- vrijheidsrechten
-politieke rechten
-sociale rechten

Dit proces van democratisering past bij individualistische ideologie

Slide 6 - Diapositive

Referendum

Voordelen
- vormen aanvulling op representatieve democratie
-kiezer neemt actief deel aan het pulieke debat

Volksstemming
Directe vorm van democratie
Nadelen
- volksvertegenwoordiger doet belangenafweging zorgvuldiger
- Samenhang wetsvoorstellen kan in gevaar worden gebracht
- Burgers hebben niet de tijd en middelen voor een zorgvuldige afweging
- simplificatie van wetsvoorstellen
- Nee stemmers zijn meer gemotiveerd om te gaan stemmen
- Een tegenstem levert geen altenatieve oplossing


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Ontwikkelingen democratiseringsproces
Twee belangrijke ontwikkelingen:
1. de uitbouw van de rechtsstaat
2. het ontstaan van een volksvertegenwoordiging

Slide 9 - Diapositive

4 vormen van democratie volgens Hendriks
1 Penduledemocratie
2 Kiezersdemocratie 
3 Participatiedemocratie
4 Consensusdemocratie
De burgers eens in de zoveel jaar laten stemmen en de macht ligt dan bij de gekozen vertegenwoordigers. Beleidsvorming zoveel mogelijk met meerderheid van stemmen. Burgers zijn vnl kiezers. vb UK
Deze koppelt meerderheidsbesluitvorming aan directe vertegenwoordiging. bv referendum
bv Zwitserland
Deze combineert directe vertegenwoordiging met integratieve besluitvorming. De burger praat mee. Er is inspraak en consultatie.
bv Kibboets/ klassieke Athene
Men zoekt vooral consensus (overeenstemming). Algemeen democratiemodel. bv Nederland

Slide 10 - Diapositive

2.4 Globalisering
Kernconcept Globalisering

Het proces van uitbereiding en investering van contacten en onafhankelijkheden over zeer grote afstanden en landsgrenzen heen

Slide 11 - Diapositive

In hoeverre beïnvloedt google jouw leven?

Slide 12 - Question ouverte

opdracht
Op de volgende slide staan vier gebeurtenissen met daarachter vier jaartallen. Weet jij welk jaartal bij welke gebeurtenis hoort?

Slide 13 - Diapositive

1981
2010
2005
1997
2016
Netflix
Eerste online shop
Eerste Ipad
Youtube
Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van VN

Slide 14 - Question de remorquage

globalisering
Het proces van uitbereiding en investering van contacten en onafhankelijkheden over zeer grote afstanden en landsgrenzen heen

Op economisch, politiek, juridisch, sociaal-cultureel en ecologisch gebied, waardoor er een wereldwijde samenleving ontstaat

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Het lijkt alsof er heel wat te kiezen is in de wereld, maar eigenlijk zijn er maar een paar grote voedselproducenten.

Slide 17 - Diapositive

Dit geldt ook voor de wereld van de media. Het lijkt alsof er een grote verscheidenheid is aan mediabedrijven. En er veel te kiezen valt maar dat valt tegen. 6 grote bedrijven (Mediaconglomeraten) hebben alle media in de VS maar ook (deels) in de rest van de wereld in handen.

Slide 18 - Diapositive

Kenmerken geglobaliseerde samenleving
1. Meer intenationale handel
2. Toegenomen macht internationale politiek (VN,EU)
3. Meer migratiestromen
4. Verbondenheid technologisch
5. Internationale milieuproblematiek

Slide 19 - Diapositive

Hyperglobalisten
(voor globalisering)

- Economisch Groeiperspectief
-Meer culturele uitwisseling
-meer internationale organisaties om samenwerking te bevorderen
Andersglobalisten
(tegen globalisering)

- Milieubelasting door overproductie en consumptie
- Onderlinge afhankelijkheid economisch is te groot
-Onwenselijk groeidenken
- Verspreiding van populaire cultuur ten koste van traditionele cultuur
- Mondiale commerciele media met weinig aanbieders

Slide 20 - Diapositive

Maken Integratieve case blz 43 tm 49

Slide 21 - Diapositive

Welke soort democratie?
A
directe democratie
B
indirecte democratie

Slide 22 - Quiz

In Nederland hebben we te maken met een ...
A
Representatieve democratie
B
direct democratie
C
parlementaire monocratie
D
partij democratie

Slide 23 - Quiz

Welk woord(en) past bij democratie?
A
Vrijheid
B
Kapitalisme
C
Communisme
D
Onderdrukking

Slide 24 - Quiz

Wat is een referendum?
A
Een volksvergadering
B
Een verkiezing
C
Een volksstemming (via de stembus)
D
Een volkstelling

Slide 25 - Quiz

Welke vorm van democratie heeft Nederland?
A
Penduledemocratie
B
Kiezersdemocratie
C
Participatiedemocratie
D
Consensusdemocratie

Slide 26 - Quiz

Geef een argument voor het houden van een referendum

Slide 27 - Question ouverte

Geef een argument tegen het houden van een referendum

Slide 28 - Question ouverte

Globalisering is het uitwisselen van...
A
Geld
B
Goederen
C
Mensen
D
Informatie

Slide 29 - Quiz

Veel jongeren gaan na hun studie een (half)jaartje ‘backpacken’ in Australië en Azië. Via internet houden zij dan hun ouders en vrienden op de hoogte. Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 30 - Quiz

Door globalisering kunnen wij iPhones, Samsungs, Sony's en Huawei's kopen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Is de volgende stelling juist of onjuist:

Globalisering = Mondialisering
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Globalisering kan zorgen voor economische groei, maar ook voor werkloosheid.
Daarover gaan de volgende zinnen.
1 Een bedrijf verhuist naar een lagelonenland om goedkoper te produceren.
2 Het wordt voor bedrijven makkelijker om in een ander land te produceren.
3 Nederlandse fabrieksarbeiders verliezen hun baan.
Wat is de juiste volgorde?
A
Globalisering → 1 → 3 → 2 → werkloosheid
B
Globalisering → 2 → 1 → 3 → werkloosheid
C
Globalisering → 3 → 2 → 1 → werkloosheid
D
Globalisering → 2 → 3 → 1 → werkloosheid

Slide 33 - Quiz

Wat is de oorzaak van de aanwezigheid van Indiase cultuurelementen in Groot-Brittannië?
A
Globalisering
B
Centrum-periferie relatie
C
Migratie
D
Koloniale verleden

Slide 34 - Quiz

10. Welke uitspraak is onjuist?

Ondanks de globalisering zullen culturen niet snel verdwijnen, omdat ...
A
culturen niet beïnvloed worden door de globalisering
B
de echte cultuurelementen diep in de samenleving zijn geworteld
C
slechts een klein deel van de bevolking de westerse cultuur overneemt
D
de bevolking cultuurelementen van een andere cultuur overneemt, maar deze aan de eigen cultuur aanpast.

Slide 35 - Quiz

Geef aan wat je hebt geleerd vandaag of een vraag

Slide 36 - Question ouverte