Les 2 Schrijven

Schrijven

Les 2
  • Inleiding 
  • alinea-indeling
  • kernzin
  • slot
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Schrijven

Les 2
  • Inleiding 
  • alinea-indeling
  • kernzin
  • slot

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Titel + inleiding
  • wie (voor- en achternaam, werkzaam bij .., opleiding, enz.)
  • wat (vertel in één zin waarover het interview gaat)
  • waar en wanneer (plaats, datum, welke omstandigheden)
  • waarom (vertel waarom je wilt weten hoe de geïnterviewde over het onderwerp denkt)
  • nieuwsgierig maken (zodat de lezer verder gaat lezen)

Slide 3 - Diapositive

Website verslagleggen
De tekst bestaat uit (minimaal) drie delen

Aan de lay-out van en de tekst zelf is goed te zien hoe de tekst is ingedeeld. De tekst heeft een inleiding, een kern en een slotalinea en bestaat dus altijd uit minimaal drie alinea’s. Deze zijn door een witregel van elkaar gescheiden.

Slide 4 - Diapositive

Alinea's
In elke alinea staat een kernzin. Dit is de eerste, tweede of laatste zin van de alinea. Een kernzin lijkt op een samenvatting of conclusie van de inhoud van de alinea. De kernzin bevat dus de belangrijkst informatie van de alinea. De rest van de zinnen zijn hiervan een uitwerking.




Slide 5 - Diapositive

Alinea indeling
In de inleiding wordt duidelijk welke structuur de tekstopbouw en de inhoud volgt. Elke alinea in een tekst heeft een functie. Voorbeelden van alinea-functies zijn: een onderwerp noemen en inleiden, een verklaring geven, een oorzaak noemen, voorbeelden geven.

Van alinea’s ‘stapel’ je het verslag. Het is belangrijk om een samenhang tussen de alinea’s aan te brengen. De samenhang tussen zinnen en alinea’s heet tekstverband. 

Slide 6 - Diapositive

Tekstverbanden worden aangebracht door:
  • Verwijswoorden verwijzen naar andere woorden. Voorbeelden: die, deze, dit, ze, hij, hen, enz.
  • Inhoudswoorden zijn belangrijke woorden die vaker voorkomen
  • Signaalwoorden geven aan welk verband er bestaat tussen zinnen of alinea’s

Slide 7 - Diapositive

Slot
Samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
Conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)

Je mag ook een combinatie maken!
Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie

Slide 8 - Diapositive

Doel duidelijk
Wat is het tekstdoel en haal je dit na het lezen van de tekst uit het verhaal?

-informeren
-overtuigen
-activeren
-amuseren

Slide 9 - Diapositive

Check
- titel
- goede inleiding
- goede alinea indeling
- tekstverbanden goed gebruikt
- goed slot
-is het doel van de tekst duidelijk?

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Kijk het interview van je medestudent na met behulp van de uitgereikte checklist:

- Geef aan welke zaken aanwezig zijn
- Geef aan welke items nog verbeterpunten hebben en welke dat zijn
- Lever het document met feedback in bij de docent

Slide 11 - Diapositive

Checklist

Slide 12 - Diapositive