donderdag 8 december A1 thema 2.13, 2.14 en 6.4

• Alfabetisering NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Wat gaan we doen?

Paragraaf 2.13

Paragraaf 2.14

Paragraaf 6.4

2.13
Welke werkwoorden ken je al?

leren.kleurrijker.nl

drinken

Ik drink = ik-vorm

Hij/zij/u/jij drinkt = ik=vorm +t

Wij/zij/jullie drinken = hele werkwoord

Spel:

1 = ik

2 = jij

3 = hij

4 = wij

5 = jullie

6 = zij (meervoud)

Spel: ik drink, jij drinkt

Ik drink veel water.

Jij drinkt veel water, ik drink veel ....

Wij ....... altijd koffie in de pauze.

1. drinkt
2. drinken
3. drink

........ u graag water?

1. Drink
2. Drinken
3. Drinkt

Ik..... graag koffie, jij drinkt graag thee.

1. drinkt
2. drink
3. drinken

Zij ........ graag cola.

1. drink
2. drinken

leren.kleurrijker.nl

2.14:
Welke woorden hoor je in een les?

Opdrachten maken

Maak de opdrachten van 2.13 en 2.14 in je boek.

Maak de opdrachten van 2.13 en 2.14 op de computer.

Woorden met:
-aai, -ooi, -oei

Huiswerk bespreken