Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Quiz Europese Unie
Frankrijk, Duitsland, België, Polen horen tot een grote groep landen in Europa. Hoe heet die grote groep landen?
A
Europa
B
De Europese Unie
C
West-Europa
1 / 32
suivant
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Frankrijk, Duitsland, België, Polen horen tot een grote groep landen in Europa. Hoe heet die grote groep landen?
A
Europa
B
De Europese Unie
C
West-Europa
Slide 1 - Quiz
Voordelen van import voor de Nederlandse consument zijn
A
meer keus in goederen en diensten.
B
minder keus in goederen en diensten.
C
geen keus in goederen en diensten.
Slide 2 - Quiz
Een voordeel van import voor de Nederlandse consument is
A
minder concurrentie tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven.
B
geen concurrentie tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven.
C
meer concurrentie tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven en daardoor lagere prijzen.
D
Slide 3 - Quiz
Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
Slide 4 - Quiz
Wat zijn kenmerken van een land met een gesloten economie?
A
Weinig import en weinig export in verhouding tot de productie.
B
Veel import en weinig export in verhouding tot de productie.
Slide 5 - Quiz
Nederland heeft een ............ economie
A
gesloten
B
open
Slide 6 - Quiz
De Verenigde Staten hebben een ............ economie
A
open
B
gesloten
Slide 7 - Quiz
Nederland importeert zo’n groot deel van de productie omdat het een klein land is. Klopt dit?
A
nee
B
ja
Slide 8 - Quiz
De export gaat omhoog door een betere kwaliteit van de producten
A
onjuist
B
juist
Slide 9 - Quiz
De export gaat omhoog door een hogere prijs van de producten
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
De Nederlandse export bestaat uit:
A
goederen en diensten
B
goederen
C
diensten
D
olie
Slide 11 - Quiz
Voordelen van meer export:
A
de productie stijgt
B
de productie daalt
Slide 12 - Quiz
Voordelen van meer export:
A
de werkgelegenheid daalt
B
de werkgelegenheid stijgt
Slide 13 - Quiz
Voordelen van meer export:
A
de inkomens stijgen
B
de inkomens dalen
Slide 14 - Quiz
In de Europese Unie (EU) zijn er gemeenschappelijke regels:
A
onjuist
B
juist
Slide 15 - Quiz
In de Europese Unie (EU) is geen vrijhandel:
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
In de Europese Unie is er vrij verkeer van: goederen, diensten, personen, kapitaal
A
dat klopt
B
dat klopt niet
C
soms wel, soms niet.
Slide 17 - Quiz
Door het vrije verkeer van goederen en diensten zijn de export en import tussen landen van de Europese Unie afgenomen
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quiz
Door de toegenomen concurrentie:
A
is er minder werk in landen van de Europese Unie met een sterke concurrentiepositie.
B
is er geen werk in landen van de Europese Unie met een sterke concurrentiepositie.
C
is er meer werk in landen van de Europese Unie met een sterke concurrentiepositie.
Slide 19 - Quiz
Door de toegenomen concurrentie:
A
betalen consumenten hogere prijzen
B
betalen consumenten lagere prijzen
C
is er geen prijsverschil
Slide 20 - Quiz
Door het vrije verkeer van goederen en diensten is de concurrentie in de Europese Unie toegenomen.
A
onjuist
B
juist
Slide 21 - Quiz
De export van Nederlandse kaas daalt. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de productie en de werkgelegenheid op de kaasafdeling van Uniemelk bv?
A
De productie en werkgelegenheid stijgen
B
De productie en werkgelegenheid dalen
Slide 22 - Quiz
De Nederlandse export bestaat voor het grootste deel uit:
A
goederen
B
diensten
Slide 23 - Quiz
Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen
B
export van diensten
C
import van goederen
D
import van diensten
Slide 24 - Quiz
Bij internationale arbeidsverdeling is de productie verdeeld over verschillende landen.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Protectie betekent: maatregelen van de overheid waardoor de import van producten wordt
A
bevorderd
B
belemmerd
Slide 27 - Quiz
Invoerrechten zijn
A
een belasting
B
een subsidie
Slide 28 - Quiz
Door invoerrechten te heffen worden importproducten
A
goedkoper.
B
duurder.
C
geen van beide.
Slide 29 - Quiz
Contigentering betekent:
A
Beperking van de export van een product tot een bepaalde hoeveelheid
B
Vergroting van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid
C
Beperking van de import van een product tot een bepaalde hoeveelheid
Slide 30 - Quiz
Een gemeenschappelijk buitentarief betekent
A
Verschillende invoerrechten bij importeren van producten in de Europese Unie
B
Gelijke invoerrechten bij importeren van producten in de Europese Unie
Slide 31 - Quiz
Bescherming tegen concurrentie van bedrijven van buiten de Europese Unie gebeurt door:
A
contigentering
B
gemeenschappelijke buitentarieven
C
protectie
Slide 32 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
hoofdstuk 7
Mars 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Samenvatting hoofdstuk 5
Septembre 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4B 4 Nederland in de wereld
Août 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Herhaling H7
Mars 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Paragraaf 2 Europa in de wereld
Mai 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Leerjaar 4 Economie hst 5 Quizzzzz
Février 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
§7.2 Wat doet de Europese Unie? deel 1
Mai 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
leerjaar 4 Economie Hst 5 les 3
Janvier 2019
- Leçon avec
10 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4