Quiz eindexamen 22

MAVO 4 
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

MAVO 4 

Slide 1 - Diapositive

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Planning 
- Nieuwsquiz
- Theorie 'citeren'
- Oefenquiz
- Zelf aan de slag!

Slide 3 - Diapositive

NIEUWSQUIZ
Week 15
Schooljaar 2023-2024

Slide 4 - Diapositive


Welk bedrijf ontsloeg 600 medewerkers nadat de ontwikkeling van een eigen auto was stopgezet?
A
Amazone
B
Microsoft
C
Apple
D
Samsung

Slide 5 - Quiz


Wat was er door een hack kort te zien op BabyTV?
A
Een Formule-1 race
B
Porno
C
Russische propaganda
D
Chateau Meiland

Slide 6 - Quiz


Wie werd bij een klimaatdemonstratie op de A12 bij Den Haag door de politie opgepakt?
A
Frans Timmermans
B
Thierry Baudet
C
Carice van Houten
D
Greta Thunberg

Slide 7 - Quiz


De Brit Russ Cook liep 360 marathons in minder dan een jaar. Welke afstand, van 15.000 km, legde hij als eerste mens te voet af?
A
De oppervlakte van Zuid Amerika
B
De breedte van Australië
C
De omtrek van China
D
De lengte van Afrika

Slide 8 - Quiz


Wat kan, volgens studies in Bangladesh, mensen uit lage inkomenslanden helpen hun inkomen te vergroten?
A
Een verzorgd kapsel
B
Dagelijkse meditatie
C
Een bril op sterkte
D
Een gezond ontbijt

Slide 9 - Quiz


 Waarom is de burgemeester van het Franse plaatsje Avallon opgepakt?
A
Ze wordt verdacht van belastingfraude
B
Ze werd betrapt op winkeldiefstal
C
Ze heeft een medewerker ontslagen
D
Ze had tientallen kilo's drugs in huis

Slide 10 - Quiz


Waar heeft een ziekenhuis in Praag 'diepe spijt' van?
A
Instrumenten verwisseld met keukengerei tijdens operatie
B
Abortus bij verkeerde vrouw
C
Onbedoelde amputatie van de verkeerde ledemaat
D
Onbedoelde publicatie van medische dossiers op Facebook

Slide 11 - Quiz


Wereldwijd was het afgelopen maart warmer dan ooit tevoren. De hoeveelste maand op rij is het warmterecord verbroken?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 12 - Quiz


Waarom keken miljoenen Amerikanen maandag naar de hemel?
A
Er was een totale zonsverduistering
B
Ruimtestation ISS zou zichtbaar zijn
C
Er was een sterrenregen
D
Het noorderlicht was te zien

Slide 13 - Quiz


 Laatste vraag: een medewerker van een Duits museum is op staande voet ontslagen. Wat heeft hij gedaan?
A
Hij nam 'af en toe' een schilderij mee
B
Hij tekende poppetjes op schilderijen
C
Hij hing zijn eigen schilderij op
D
Hij vroeg geld voor gratis rondleidingen

Slide 14 - Quiz

Elke week een nieuwe Nieuwsquiz in

Slide 15 - Diapositive


En...hoe ging de 
Nieuwsquiz deze week?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Citeren doe je zo...
Sleep jullie eigen antwoorden naar goed of fout
“Wie met de hand schrijft, leert daardoor onder andere sneller lezen: de
letters laten ‘diepere sporen’ in het geheugen achter.” (r. 123-126)
Wie met de hand schrijft, leert daardoor onder andere sneller lezen: de
letters laten ‘diepere sporen’ in het geheugen achter.
“Wie met ... het geheugen achter.” (regels 123-126)
“Wie met ...  geheugen achter.” (r. 123-126)
“Wie met ... geheugen achter.” (regels 123-126)
Wie met de hand schrijft, leert daardoor onder andere sneller lezen: de
letters laten ‘diepere sporen’ in het geheugen achter.
Wie met ... geheugen achter.
Wie met ... geheugen achter. (regels 123-126)

Slide 20 - Question de remorquage

Citeer de kernzin

Slide 21 - Question ouverte

28. Citeer de kernzin van alinea 8.
(Citeer, dus gebruik aanhalingstekens!)

Slide 22 - Question ouverte

VR 13 - “Dat is alleen nooit in zwang geraakt.” (regels 55-56)
Citeer de woordgroep waar ‘dat’ naar verwijst.

Slide 23 - Question ouverte

Citeer uit alinea 9 het zinsgedeelte waarin
staat wat er leerzaam is aan roddelen.

Slide 24 - Question ouverte

'De grote ... huis gaat.' (Regels 4-5)
A
Dit citaat is goed
B
Dit citaat is fout

Slide 25 - Quiz

Hoelang duurt het examen (zonder extra tijd)?
A
120 minuten
B
140 minuten
C
100 minuten
D
90 minuten

Slide 26 - Quiz

Uit hoeveel teksten bestaat het examen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 27 - Quiz

Woordenlijst examen NE
aspect
baseren op
benadrukken
bewering
blijken uit
citeren
ergens extra aandacht op vestigen, belangrijker maken
duidelijk worden uit
kant of onderdeel
letterlijk overschrijven of iemands woorden letterlijk weergeven
van bepaalde informatie uitgaan
iets wat je zegt of schrijft

Slide 28 - Question de remorquage

Op welke manier kan een tekst niet worden ingeleid?
Door ….
A
een deskundige voor te stellen
B
de aanleiding te geven voor het schrijven van de tekst
C
een conclusie te trekken
D
een voor de tekst belangrijke vraag te stellen

Slide 29 - Quiz

Sleep het juiste tekstdoel naar het juiste plaatje.

Informeren
Amuseren

Activeren
Overtuigen

Slide 30 - Question de remorquage

Wat wil men weten als er wordt gevraagd naar de aanleiding van het schrijven van de tekst?
A
Hoe de schrijver op het idee is gekomen om de tekst te gaan schrijven
B
Voor wie de tekst bedoeld is (publiek)
C
Wat het doel is van de tekst
D
Welke tekstsoort het is

Slide 31 - Quiz

Een artikel bestaat uit 7 alinea’s. Welke alinea’s vormen hoogstwaarschijnlijk het middenstuk?
A
1 t/m 7
B
2 t/m 7
C
2 t/m 6
D
3 t/m 5

Slide 32 - Quiz

Wat moet je doen als je een tussenkopje moet bedenken voor meerdere alinea’s?
A
Kijken waar de eerste alinea over gaat
B
Kijken waar de hele tekst over gaat
C
Zoeken naar de hoofdgedachte van de tekst
D
Kijken naar de overeenkomst tussen de alinea's

Slide 33 - Quiz

De oogst is mislukt, doordat het al maanden ontzettend heet is.
Welk tekstverband (en volgorde) zit in deze zin?
A
gevolg - oorzaak
B
oorzaak - gevolg
C
middel - doel
D
doel - middel

Slide 34 - Quiz

Als er gevraagd wordt naar het (tekst)verband tussen alinea 3 en 4, waar ga je dan als eerste kijken?
A
In de eerste zin van alinea 3
B
In de laatste zin van alinea 3
C
In de eerste zin van alinea 4
D
Je leest gewoon het hele stuk door.

Slide 35 - Quiz

Welke uitspraak is niet objectief, dus geen feit?
A
Er wonen in Dubai 2,1 miljoen mensen.
B
In Dubai kun je in de zomer niet buiten voetballen.
C
De meeste inwoners van Dubai komen uit India.
D
In Dubai staat de hoogste toren van de wereld.

Slide 36 - Quiz

Welke uitspraak is niet subjectief, is dus geen mening?
A
Ik vind PSV een leuke club.
B
Ik hoop dat PSV ieder jaar kampioen wordt.
C
Ajax is de landskampioen van 20/21.
D
Ajax is de beste club van de wereld!

Slide 37 - Quiz

Welke manier van het noteren van een adres is juist?

A
SG de Overlaat Postbus 259 5104 AG Waalwijk T.a.v. dhr. O. Dooijes
B
SG de Overlaat T.a.v. dhr. O. Dooijes Postbus 259 5104 AG Waalwijk
C
T.a.v. dhr. O. Dooijes SG de Overlaat Postbus 259 5104 AG Waalwijk
D
SG de Overlaat Postbus 259 T.a.v. dhr. O. Dooijes 5104 AG Waalwijk

Slide 38 - Quiz

Wat betekent t.a.v. in een zakelijke brief, zoals: 'T.a.v. mw. Roodbol'?

A
ter aandacht van
B
te aangeschreven voor
C
ter attentie van
D
te attenderen voor

Slide 39 - Quiz

Welke datum- en plaatsnotering in een zakelijke brief is juist?

A
16 mei 2022, Harderwijk
B
Harderwijk, 16-5-2022
C
16-5-22 Harderwijk,
D
Harderwijk, 16 mei 2022

Slide 40 - Quiz

Welke aanhef van een zakelijke brief is juist als je de naam van de geadresseerde niet weet?
A
Geachte heer/ mevrouw,
B
Geachte hr/vrw,
C
Geachte heer/vrouw,
D
Geachte mr/mvr,

Slide 41 - Quiz

Welke conventies gelden niet bij een artikel?

A
Titel
B
Indeling in alinea's
C
Passend taalgebruik
D
Slotformule

Slide 42 - Quiz

Op welke manier sluit je je zakelijke brief af?
A
M.v.g. + handtekening + voor- en achternaam
B
Groeten, + voor- en achternaam + handtekening
C
Met vriendelijke groet, (+ handtekening) + voor- en achternaam
D
Tot ziens, + voor- en achternaam + handtekening

Slide 43 - Quiz

Welk cijfer ga je halen voor je eindexamen? :)
010

Slide 44 - Sondage