Par 2.5 Samenhang: ontwikkeling en bevolkingsgroei

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H2.5: Samenhang: ontwikkeling en bevolkingsgroei

Leerdoelen

• Je kunt verklaren waarom de absolute wereldbevolking groeit terwijl de relatieve groei daalt.

• Je kunt  uitleggen waarom het geboortecijfer in arme landen veel hoger is dan rijke landen.

• Je kunt het verband tussen de economische en sociaal-culturele ontwikkeling de positie van een land in het demografisch transitiemodel beschrijven en uitleggen wat het gevolg hiervan is voor de leeftijdsopbouw.

Internationale arbeidsverdeling

Specialisatie van werkgelegenheid in de verschillende delen van de wereld

Aflezen aan:

1. verdeling vd beroepsbevolking
2. samenstelling vh exportpakket

Doen: 

Maak van H2.4 de opdrachten: 2, 4 en 5 (10 minuten)

Maak de volgende zin af in je schrift: 

Hoe HOGER de ontwikkeling van een land, hoe ............ mensen er in de primaire sector werken en hoe ............ mensen in de tertiare sector.

En dan nu: de demografische ontwikkeling

Demos = volk

Grafie = beschrijving

Demografie is een beschrijving van de bevolking in aantallen

www.ted.com

Wat is volgens Hans Rosling de enige manier om de sterke bevolkingsgroei in arme landen te stoppen?

Bevolkingsgroei

Wat is volgens Hans Rosling de enige manier om de sterke bevolkingsgroei in arme landen te stoppen? 

Wat is het verband tussen welvaart en natuurlijke bevolkingsgroei? Maak een hoe-hoe zin.

Demografisch transitiemodel

Periferie

Hoog geboortecijfer:

1. Demografisch

2. Onderwijs

3. Religie

4. Cultuur

5. Gezondheidssituatie

6. Armoede

Demografische transitie

Sterftecijfer daalt eerst

Geboortecijfer volgt

Demografische druk

Het niet-actieve deel van de bevolking (0-19 jaar en >65 jaar) als percentage van de actieve bevolking (20-65 jaar)

Demografische druk van 35%?

Waar is de demografische druk hoog?

1. Nederland
2. Ghana
3. Nederland en Ghana
4. Geen van beide

Demografische druk

Rijke landen: grijze druk

Arme landen: groene druk

Tot welke groep behoort land A

1. Centrum
2. Semi-periferie
3. Periferie

Bevolkingspiramides

Welk probleem heeft land A?

Welk probleem heeft land B?

Oplossing?

Terug naar het begin. Ben je het eens met Hans Rosling? Licht je antwoord toe.

Aan de slag

Opgaven

§2.5: 1, 4 en 6 in je schrift

Samenvatting §2.4 en §1.5