WK 50 pouvoir / vouloir klas 2 THV

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Klas 2DEFG volgens vaste opstelling zitten svp.

aujourd'hui

les absents

quiz de noël

appr 3: je kent de werkwoorden pouvoir en vouloir (SO in week 2)

2G : uitleg taalopdracht

les absents

Tu aimes quel sport? J'aime le tennis.

Quel temps fait-il? Il fait beau, il pleut etc.

Tu habites où?

C'est quel jour aujourd'hui?

Quiz de Noël

Quiz

le père Noël

le traîneau

les rennes

In Frankrijk eet men met kerst een 'bûche de Noël' als dessert. Wat is dat?

1. 
2. 
3. 
4. 

Op welke dag is het Noël in Frankrijk?

1. le vingt-quatre décembre
2. le vingt-six décembre
3. le vingt-cinq décembre
4. le vingt-trois décembre

Wat heeft deze kerstboom niet voor décorations?

1. des bougies
2. des étoiles
3. des boules
4. des guirlandes

Wat hoort NIET bij
Saint-Sylvestre in Frankrijk?

1. bisous et voeux
2. champagne
3. dîner
4. beignets

Welke land heeft meer
'feu d'artifice' bij
Saint-Sylvestre?

1. La Hollande/Les Pays-Bas
2. La France

Horen 'huitres' in Frankrijk
vooral bij Noël
of bij Saint-Sylvestre?

1. Kerstmis
2. oud & nieuw

Bij welk feest hoort 'une église'?

1. Noël
2. Saint Nicolas

Op welke dag wordt
in Frankrijk
Noël NIET gevierd?

1. le vingt-quatre décembre
2. le vingt-cinq décembre
3. le vingt-six décembre

Wie is 'le père Noël'?

1. de papa die Noël heet
2. de pastoor
3. het kindje Jezus
4. de kerstman

0

Welk bedrijf in Japan lanceerde een traditioneel kerstmenu?

1. McDonalds
2. KFC
3. Subway
4. Burger King

dernière question...

Welke letters ontbreken?
Jo..eux Noël
&
Bonne A..ée

1. j - n
2. y - n
3. y - nn
4. j - nn

pouvoir/vouloir appr 3

Maak aantekeningen in je schrift of digitaal in het document "aantekeningen Frans"

maak een tabel van 3X10 2c

3X20 2defg

2 G:  week 2 SO, volgende week uitval

Je ............................... aller aux toilettes, svp?

1. peut
2. peux
3. peuvent
4. pouvons

Nicolas ................. jouer au foot.

1. veux
2. veulent
3. veut
4. voulons

Nous .............. aller à Paris.

1. voulez
2. voulons
3. veulent
4. peuvent

unité 2

Maak de opdrachten die klaarstaan in Learnbeat. 

Klaar?  Oefen pouvoir  digitaal (oefensite staat klaar in Learnbeat)

uitleg taalopdracht 2G-Learnbeat

huiswerk volgende week

leren: vouloir en pouvoir appr 3, unité 2

evt kahoot