2B H6 herhalen 6.3 tot 6.6 lineaire en periodieke verbanden

• wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

WELKOM

Pak je spullen erbij: schrift, pen, potlood, geodriehoek

Wat gaan we doen?

Herhalen 6.3 tot 6.6

Lineaire en periodieke verbanden

20 vragen/opdrachten

Welk soort verband
zie je in de grafiek hiernaast?

1. Lineair
2. Periodiek

Wat was de afstand in cm na 2 uur?

Hoeveel seconden duurt een periode?

Voor een feest betaal je een entreeprijs en een bedrag per drankje. Kosten = 5 + 2 x aantal drankjes
Hoeveel is de entreeprijs van dit feest?

Kosten = 5 + 2 x aantal drankjes
Tim heeft 5 drankjes gedronken.
Wat zijn de totale kosten?

Kosten = 5 + 2 x aantal drankjes
Wat is het stijggetal in deze formule?

Kosten = 5 + 2 x aantal drankjes
Hoeveel kost 1 drankje?

Kosten = 5 + 2 x aantal drankjes
Jan heeft 2 drankjes gedronken op het feest.
Wat heeft hem meer gekost: de entreeprijs of de drankjes?

1. Entreeprijs
2. Drankjes

Hoeveel euro was de richtprijs na 4 km afstand?

Maak de formule van de rode grafiek. 

Sleep de getallen naar de juiste plek in de formule.

Inhoud = ..........  +  .......... x tijd

10

5

Wat voor verband zie je in de grafiek hiernaast?

Kosten = 10 + 3 x aantal uren
Wat is het begingetal van deze formule?

Lengte = 50 - 2 x aantal uren
Wat is het stijggetal in deze formule?

Lengte = 50 - 2 x aantal uren
Is de grafiek stijgend of dalend?

1. Stijgend
2. Dalend

Kosten = 10 + 3 x aantal uren. Teken de grafiek.
Horizontale as: 0 tot 8
Verticale as: stapjes van 5

Kosten = 7 + 4 x aantal uren.
Teken de grafiek in hetzelfde assenstelsel.

Wat voor verband zie je in de grafiek hiernaast?

Hoe heet het punt waar twee grafieken door elkaar heen gaan?

Gewicht = 240 + 60 x aantal dagen
60 is in deze formule het ...

1. begingetal
2. stijggetal

Gewicht = 240 + 60 x aantal dagen
Teken de grafiek
Horizontale as: 0 tot 8
Verticale as: stappen van 100