8.4 Oppervlakte

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 8:

Lengte, omtrek en oppervlakte

Wat gaan wij doen

1. Terugblik

2. Uitleg hoofdstuk 8.4

3. Aan de slag met hoofdstuk 8.4

4. Uitleg hoofdstuk 8.5

5. Aan de slag met hoofdstuk 8.5

Wat zijn de lengtematen?

8.4 Oppervlakte

Leerdoel:

De leerling kent de formule om de oppervlakte te berekenen

De leerling kan de formule gebruiken om de oppervlakte van een rechthoek berekenen

Oppervlakte

Als we het over oppervlakte hebben, gaan we het hebben over het gedeelte op het figuur wat we willen bekijken. 

Dus hoeveel past er op het vierkant hiernaast met de zijde 4 cm?

Filmpje

Oppervlaktemaat

Als we gaan werken met de oppervlakte, zullen we de goede maat moeten gebruiken. Omdat de oppervlakte altijd een lengte en een breedte heeft, gebruiken we als oppervlaktemaat altijd de "vierkante" meter/ centimeter/kilometer. (vierkante geven we weer met een kleine ²)

Formule voor de oppervlakte

Als we de oppervlakte gaan uitrekenen dan kijken we dus naar de lengte en de breedte. bv: als we het onderstaande vierkant hebben, dan is de lengte 4 cm en de breedte 4 cm. 

De formule voor de oppervlakte is

lengte x breedte = oppervlakte

4 cm x 4 cm = 16 cm²  (tel de blokjes eens...)

Filmpje

Wat is de ppervlakte?

1. 13 cm2
2. 6,5 cm2
3. 12,5 cm2
4. 10 cm2

Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?

1. 3,2 cm2
2. 32 cm2
3. 3,2 dm2
4. 32 dm2

Oppervlakte van grotere figuren

Bij het figuur hieraast kun je niet zomaar de lengte keer de breedte doen. Dus we moeten het figuur opdelen in 2 delen die we wel kunnen berekenen. Nu is het blauwe gedeelte 5m bij 6m en het oranje gedeelte 3m bij 3,5m. En nu kunnen we gaan rekenen :)

Even oefenen.....

Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Bereken de oppervlakte

1. 40,5 m2
2. 48 m2
3. 36 m2
4. 38,75 m2

Bereken de oppervlakte.

1. 180m​2​​
2. 200m​2​​
3. 188m​2​​
4. 172m​2​​

Aan de slag

Maak opdracht 28, 29, 30,31, 32, van paragraaf 8.4 (blz. 54, 55 en 56)

Klaar?

- Kijk de vragen na

- Ga aan de slag met de uitdagende opdrachten.