Werken in de thuiszorg bij ouderen deel A

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Werken in de thuiszorg bij ouderen

In de thuiszorg werk je voor mensen die thuis hulp nodig hebben. Die doelgroep noem je in het werk zorgvragers of cliënten. Als je in de thuiszorg werkt, ben je een zorgverlener.

Niveau mbo-opleiding

Niveau 1: Zorghulp

Niveau 2: Helpende

Niveau 3: Verzorgende

Niveau 4: Verplegende

Beroep in de thuiszorg

Thuishulp, Zorghulp

Verzorgende Zorg en Welzijn, Helpende

Verzorgende-IG, Wijkziekenverzorgende

Verplegende, (wijkverpleegkundige)

Zorghulp

* Opruimen

* Afstoffen

* Stofzuigen

* Vloer moppen

* De was doen

Helpende

* helpen bij wassen en aankleden

* Ondersteunen bij bewegen

* Helpen bij voeding

Verzorgende

* verplaatsen in en uit een rolstoel

* Medicijnen geven

Verplegende

* Wondverzorging

* Medicijnen klaarzetten

Mantelzorg

De overheid wil dat mensen zo lang mogelijk in hun eigen woning kunnen blijven wonen. De meeste mensen willen dat ook graag. Veel ouderen hebben hier hulp bij nodig. De gemeente en zorgverzekering kan ervoor zorgen dat die hulp komt. Maar eerst moeten mensen kijken of familie, buren of vrienden hulp kunnen bieden. Dat noem je mantelzorg. De persoon die hulp biedt, noem je mantelzorger.

Mantelzorg

Er is een verschil tussen een mantelzorger en iemand die voor zijn beroep in de thuiszorg werkt.

Als je voor je beroep mensen helpt, moet je een opleiding hebben. Je werkt dan professioneel. Een mantelzorger heeft er niet speciaal voor geleerd.

Als je in de thuiszorg aan de slag gaat moet je

1) kunnen zorgdragen voor een goede persoonlijke verzorging

2) een zorgvrager in de thuissituatie kunnen helpen bij:

- het wassen aan de wastafel

- het aankleden

- het verplaatsen

- het afhalen en opmaken van een bed

- het kiezen van gezonde voeding

3) kunnen samenwerken en overleggen met collega's en zorgvragers

4) een dekverband kunnen aanlegen

De basisregels van EHBO

1) Let op gevaar.

2) Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert.

3) Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.

4) Zorg voor professionele hulp.

5) Help het slachtoffer op de plaats waat hijzit of ligt.

Welke beroepen zijn er in de thuiszorg?

Noem de basisregels van de eerste hulp van EHBO.nl

EHBO

Er volgen een aantal vragen en vul het juiste woord in.

Bij een ______ is de bovenste huidlaag, de opperhuid weggeschaafd.

Bij een ________ gaat het om een snee, bijvoorbeeld in je vinger of hand.

Bij een ernstige snijwond in je vinger is een ____________ nodig

Bij een ____________ gaat het om een beschadiging van het onderhuids bindweefsel

Bij twijfel tussen een kneuzing of een _________ moet je altijd naar de arts.

Flauwvallen, bewusteloosheid en AED

Flauwvallen: lichte, kortdurend bewustzijnsverlies, slachtoffer reageert op prikkels.

Gewone spierspanning, reflexen zijn in intact.

Bewusteloosheid: diep bewustzijnverlies, slachtoffer regeert niet op prikkels.

Spierspanning is verdwenen, reflexen vallen uit.

Wat doe je als iemand flauwvalt?

AED

In enkele gevallen kan het bij bewusteloosheid om een hartstilstand gaan. Na een cursus reanimeren en gebruik van een AED kunnen je reanimeren toepassen en een AED gebruiken.

Brandwonden

Eerste graads brandwond: doet pijn. De huis is rood en dikker dan normaal

Tweede graads brandwond: zeer pijnlijk. De huid is rood en dikker dan normaal. Je ziet blareen op de huid en in de blaren zit geel vocht.

Derde graads brandwond: doet geen pijn, omdat de zenuwen in de huid zijn verbrand. De huid erom heen is zeer pijnlijk.

Welke brandwond zie je hier?

Welke stappen zijn nodig als je je handen gaat wassen?

Wat is actief luisteren?

1. Open vragen stellen terwijl naar de tv kijkt.
2. Iemand aankijken tijdens het gesprek en open vragen stellen.
3. Gesloten vragen stellen en op je telefoon kijken.
4. Ligt aan de situatie.

Waarom is het belangrijk goed op je eigen lichaamshouding te letten als je een zorgvrager ondersteunt bij het verplaatsen?

1. Jullie kunnen beiden vallen.
2. Om ervoor te zorgen dat jij geen klachten krijgt.
3. Je moet alles doen om de zorgvrager te helpen.
4. Antwoord A, B en C zijn fout.

Zou jij handschoenen aandoen als je een bed dat nat is van urine moet verschonen? Leg je antwoord uit.

De schijf van vijf geeft een voedingsadvies. Wat is het advies per dag en per week?

1. 1 x per week iets groots 2 x per dag iets kleins
2. 5 x per week iets groots 1 x per dag iets kleins
3. 7 x per week iets groots 7 x per dag iets kleins
4. 3 x per week iets groots 5 x per week iets kleins

Vragen?