2.2 Skelet en houding (zonder oefenvragen)

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

2.2 Skelet en houding

In deze paragraaf gaan we kijken naar een goede lichaamshouding en het belang van lichaamsbeweging.

 Leerdoelen: Skelet en houding

• Je kunt de onderdelen van de wervelkolom benoemen.
• Je kunt twee manieren waarop de wervelkolom schokken opvangt beschrijven.
• Je kunt uitleggen wat een juiste lichaamshouding is en wat er in de wervelkolom gebeurt bijeen slechte houding. 

Welke soorten wervels heb je?

Hoe vangt de wervelkolom schokken op?

• Dubbele S-vorm: wervelkolom kan een beetje in elkaar geduwd worden en weer terugveren

• Kraakbeenschijven/ tussenwervelschijven: zachte kern

Beide zorgen ze voor VEERKRACHT

De rugspieren helpen ook mee

Opbouw kraakbeenschijven

Lichaamshouding

Bij een verkeerde houding kan de wervelkolom scheef gaan staan. Dit 

zorgt voor een verkeerde belasting van de rugspieren. De rugspieren kunnen overbelast raken.

Een goede lichaamshouding houdt de wervelkolom in de dubbele S-vorm en kan klachten voorkomen.

Hier zie je

1. geen goede lichaamshouding
2. een goede lichaamshouding

Wat kun je zeggen over de wervelkolom van deze jongen

1. Deze heeft een dubbele S-vorm
2. Deze heeft GEEN dubbele S-vorm
3. Deze heeft een S-vorm
4. Deze heeft GEEN S-vorm

Goed tillen

Bij het tillen is het ook belangrijk dat de wervelkolom de dubbele S-vorm behoudt.

 

• Tillen vanuit je benen
• Houd het voorwerp dicht bij je
• Til niet te zwaar
• Til niet te lang
• Houd je rug recht

Waarom mag je bij het tillen je wervelkolom niet helemaal buigen?

1. Dan verschuiven de wervels
2. Dan verschuiven de kraakbeenschijven
3. Dan worden de wervels aan 1 kant helemaal platgedrukt
4. Dan worden de kraakbeenschijven aan 1 kant platgedrukt

Het huiswerk:

Maak de opdrachten in je leerwerkboek. Kijk de opdrachten na.

Lezen: 2.2 blz. 78 t/m 84.

Maken: opdracht 4, 5, 6, 8, 11, 12