Herhalingsles thema 6

Herhalingsles 
Thema 6
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles 
Thema 6

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen
25 min herhaling
(10 leerdoelen)
25 min HW controleren of samenvatting schrijven 

Slide 2 - Diapositive

1. Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen,  En hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt
Bladgroenkorrels --> fotosynthese

Planten zetten energiearme stoffen om in 
energierijke stoffen
Energie arme stoffen (weinig ernergie):
Koolstofdioxide
Water
Energie rijke stoffen:
Glucose (suiker)

Mineralen: energiearme stoffen, planten nemen deze op via hun wortels

Slide 3 - Diapositive

Fotosynthese / verbranding

Fotosynthese:
energie (zon)  +  koolstofdioxide  +  water  =  

glucose + zuurstof


Slide 4 - Diapositive

2. Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven
In een voedselweb staan 
een aantal voedselketens.

Een voedselketen begint altijd met een plant.

De pijl betekent 'wordt gegeten door'.

Slide 5 - Diapositive

3. Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven

Slide 6 - Diapositive

4. Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt

Slide 7 - Diapositive

5. Je kunt de koolstofkringloop beschrijven
Koolstofdioxide wordt omgezet in glucose door fotosynthese
Dieren eten planten waar de koolstof inzit, dieren verbranden dit en er komt weer koolstof in de lucht (uitademing)
Reducenten zetten dode resten van dieren en planten weer om in koolstof

Slide 8 - Diapositive

6. Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren

Slide 9 - Diapositive

7. Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven
Niveaus 
  • Individu
  • Populatie
  • Levensgemeenschap
  • Ecosysteem  

Slide 10 - Diapositive

8. Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren

Te veel voedsel, weinig vijanden

Te veel vijanden,
te weinig voedsel

Genoeg voedsel,
Genoeg vijanden

Slide 11 - Diapositive

9. Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun omgeving
Alle waterdieren zijn altijd gestroomlijndEen lichaamsvorm waardoor ze weinig weerstand hebben in het water
*Gladde huid (schubben en slijm)
*Kop romp en staart gaan in elkaar over
* Vinnen voor voortbeweging

Daardoor kunnen zij sneller door het water bewegen.

Niet alleen vissen hebben dit maar ook sommige zoogdieren (dolfijnen).

Slide 12 - Diapositive

Schutkleur, Donkere bovenkant en lichte onderkant 

Slide 13 - Diapositive

Landzoogdieren
Bij verschillende landzoogdieren zijn de poten aangepast op de ondergrond
*Zoolgangers: zachte ondergrond
*Teengangers: katachtigen
*Hoefgangers: harde ondergrond

Slide 14 - Diapositive

Meer aanpassingen
Dieren in koude omgeving, meer haar om warmte vast te houden

Dieren in warme omgeving, grote oren om warmte te verliezen


Poolvos
Woestijnvos

Slide 15 - Diapositive

Vogels
Steltlopers, Roofvogels, Zangvogels en Watervogels

Slide 16 - Diapositive

10. Je kunt uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving
Droge omgeving:
  • dik waslaagje; verdamping tegen
  • huidmondjes diep verzonken
  • weinig huidmondjes om verdamping tegen te gaan
  • 's nachts open; min mogelijk verdamping
  • behaard; waterdamp langer blijven
  • vetplantjes; water in bladeren
  • cactussen; water in stengels en uitgebreid wortelsysteem

Slide 17 - Diapositive

Huidmondjes diep in het blad
De wind kan zo niet de waterdamp afvoeren, plant houdt meer vocht vast


Beharing zorgt ook dat
de waterdamp beter 
wordt vastgehouden

Slide 18 - Diapositive

Aanpassingen aan een vochtige omgeving

  • veel huidmondjes
  • dun waslaagje
  • modderig gebied; stengels luchtkanalen voor opnemen water
  • grote dunne bladeren
  • huidmondjes aan de bovenkant

Slide 19 - Diapositive

Waterplanten in vochtige omgeving
 waterlelie:
wortels zitten in modder, geen lucht

---> zuurstof via huidmondjes (alleen bovenkant blad) door luchtkanalen in stengel naar wortels.

Planten die volledig in het water leven hebben GEEN huidmondjes

Slide 20 - Diapositive

Aanpassingen aan het licht
3 soorten planten

  • zonplanten: veel zon nodig
  • schaduwplanten: groeien onder bomen voorjaarsbloeiers
  • klimplanten: hechtwortels, gastheer 

Slide 21 - Diapositive

Wat ga je doen
HW controleren/ afmaken
Samenvatting schrijven
Leren voor de toets
Vragen stellen

Slide 22 - Diapositive