PW H5 + §6.2 (BK)

PW H5 + §6.2 (BK)
Deze toets maak je in LessonUp. De toets is ingedeeld in 4 onderwerpen. 
Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PW H5 + §6.2 (BK)
Deze toets maak je in LessonUp. De toets is ingedeeld in 4 onderwerpen. 
Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!

Slide 1 - Diapositive

Ontdekkingsreizen

Slide 2 - Diapositive

De tijd van ontdekkers en hervormers was van:
A
1400 - 1500
B
1500-1600
C
1600-1700
D
1700-1800

Slide 3 - Quiz

Welke continenten waren er voor het jaar 1400 al ontdekt? Sleep ze naar het goede vakje.
Al ontdekt voor 1400.

Ontdekt na 1400
Amerika
Afrika
Europa

Slide 4 - Question de remorquage

Welke van de volgende
drie kaarten toont de
route van Columbus?
(Klik op het oogje om de
kaart goed te bekijken)
A
Kaart A
B
Kaart B
C
Kaart C

Slide 5 - Quiz

Waarom had Columbus zoveel problemen om personeel te vinden voor op zijn schip?
A
De reis was veel te lang
B
Het eten aan boord was niet erg lekker
C
Veel mensen waren bang voor zeemonsters
D
Er gingen te veel misdadigers mee

Slide 6 - Quiz

Leg uit waarom het voor de indianen geen goed nieuws was dat de Europeanen kwamen.

Slide 7 - Question ouverte

Een reden om op ontdekkingsreis te gaan was...
A
goud
B
peper

Slide 8 - Quiz

Dat (antwoord vorige vraag) kwam uit...
A
Indië
B
Amerika

Slide 9 - Quiz

Vul de ontbrekende woorden in:
(...) vertrok in (...) naar (...).
A
Vespucci, 1499, Indië
B
Vespucci, 1492, Amerika
C
Columbus, 1499, Indië
D
Columbus, 1492, Indië

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste woorden in:
(...) dacht dat hij (...) had ontdekt, maar hij had zich vergist. Het was een nieuw, onbekend continent: (...)
A
Columbus - Indië - Amerika
B
Columbus - Amerika - Indië
C
Vespucci - Indië - Amerika
D
Vespucci - Amerika - Indië

Slide 11 - Quiz

Welk begrip hoort bij de beschrijving?
"Mensen die in Amerika woonden voordat Columbus het continent ontdekt had."

A
Ontdekkingsreis
B
Indianen
C
zeilschip
D
Opstand

Slide 12 - Quiz

Een nieuw geloof

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn protestanten?
A
Christenen die niet meer bij de katholieke kerk wilden blijven
B
Christenen die op kruistocht wilden gaan.
C
Christenen die protesteren tegen de koning.
D
Christenen die geloven dat je heiligen moet vereren.

Slide 14 - Quiz

Welk begrip hoort bij de beschrijving?
"Iemand die goed geleefd heeft en daarom door katholieken wordt vereerd."

A
Ontdekkingsreis
B
Indianen
C
Heilige
D
Edele

Slide 15 - Quiz

Welke zin past bij Protestanten?
A
Afbeeldingen in kerken
B
De Paus is de leider van de kerk
C
Bijbel zelf lezen
D
Verering van heiligen (botten)

Slide 16 - Quiz

Katholiek of protestants?

De paus is de leider
A
Protestants
B
Katholiek

Slide 17 - Quiz

Katholiek of protestants?

Zonden afkopen met een aflaat
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 18 - Quiz

Katholiek of protestants?

De kerk is niet rijk.
A
Katholiek
B
Protestants

Slide 19 - Quiz

Katholiek of protestants?

Er staan beelden in de kerk.
A
Katholiek
B
Protestants

Slide 20 - Quiz

Welk begrip hoort bij de beschrijving?
"Stuk papier dat je bij een priester kon kopen, alles dat je had fout gedaan was dan vergeven"

A
Aflaat
B
Continent
C
Heilige
D
Opstand

Slide 21 - Quiz

De Nederlandse Opstand

Slide 22 - Diapositive

Wat hoort bij edelen en wat hoort bij Filips II?
Edelen
Fillips II
Alle kleine bazen beslissen zelf. 
De baas van één machtig groot rijk. 
Regeren over kleine stukjes land
Er is maar één grote baas
Veel kleine bazen regeren samen over het land.
De grote baas neemt alle beslissingen. 

Slide 23 - Question de remorquage

Welke zin is juist?
A
Filips II was een Spaanse edelman.
B
Filips II was een Nederlandse edelman.
C
Filips II was een Nederlandse koning en baas over Spanje.
D
Filips II was een Spaanse koning en de baas over de Nederlanden.

Slide 24 - Quiz

Marcus van Vaernewijck, schepen van Gent, schreef in 1566:
‘Het razende gepeupel liep door de cellen en de zolders. Ze braken er stenen potten, de kannen, de glazen en de stoelen, alles werd stuk gesmeten. Alle kaarsen vertrappelden ze, geen glasraam bleef heel. Op een onbeschrijflijke manier verwoestten ze de kerk. Niets bleef gespaard.’

Van welke gebeurtenis was Van Vaernewijck getuige?

Slide 25 - Question ouverte

Welk begrip hoort bij de beschrijving?
"Land zonder koning, maar waar een president of een groep mensen de baas is."

A
Aflaat
B
Paus
C
Protestant
D
Republiek

Slide 26 - Quiz

Lees bron door op het oogje te klikken.
Welke bedoeling had de schrijver met deze tekst?
A
Hij wilde duidelijk maken dat Alva eerlijk was.
B
Hij wilde zeggen dat Alva waanzinnig was.
C
Hij wilde iedereen aansporen tegen God te vechten.
D
Hij wilde dat iedereen in opstand kwam tegen Alva en zijn troepen.

Slide 27 - Quiz

VOC/WIC

Slide 28 - Diapositive

Wat is de volledige naam van de VOC?

Slide 29 - Question ouverte

Wat hoort bij de VOC en wat bij de WIC?
WIC
Indië
Slavenhandel

Suiker en tabak.
De VOC zorgde voor grote welvaart.
Specerijen

Slide 30 - Question de remorquage

vul de woorden in op de juiste plaats.

​......................................... waren goede ......................................... . Ze vonden zelf een handelsroute naar ......................................... . Dure spullen van de ......................................... kopen was niet meer nodig.
In ......................................... werden producten uit de hele ......................................... verhandeld. Amsterdam werd belangrijk door de ......................................... .
Amsterdam
Indië
Nederlanders
Spanjaarden
Wereld
Wereldhandel
Zeevaarders

Slide 31 - Question de remorquage

Juist of onjuist?

VOC is opgericht in 1621
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Bedrijf dat eerst werd opgericht om Spanje en Portugal op zee te bestrijden. Toen dat niet meer nodig was werd het bedrijf groot in de slavenhandel.
A
wereldhandel
B
rijkdom
C
WIC
D
VOC

Slide 33 - Quiz

Juist of onjuist?

'De VOC zorgde voor grote welvaart'. 
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Juist of onjuist?

'Alleen de VOC mocht in Indië handelen'. 
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Juist of onjuist?

'De VOC handelde met Spanje en Portugal'. 
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Driehoekshandel WIC
Wapens
Slaven
Tabak
Textiel
Suiker
Katoen
luxeproducten
Goud en zilver

Slide 37 - Question de remorquage

Noteer of de zin juist is of onjuist.
Juist
Onjuist

De leider van de Nederlandse opstand was Willem van Oranje.
Amerigo Verspucci kwam er achter dat Columbus geen Indië had ontdekt, maar een nieuwe wereld.
Katholieken moeten van de priester zelf de bijbel lezen.
De paus verkocht aflaten, zodat hij geld kreeg voor de bouw van een kerk.
De Europeanen namen mais, tomaten en cacaobonen mee naar Amerika.

Slide 38 - Question de remorquage

Welke zin hoort bij welk plaatje? Versleep de woorden.
Ontdekkingsreizen waren erg gevaarlijk
Fillips II vervolgde ketters met harde hand.
Deze Amerikaanse plant werd door de ontdekkingsreizigers meegenomen naar Europa.

Slide 39 - Question de remorquage